Het Listen Festival als uitstalraam: ‘Een label runnen is meer dan muziek uploaden'

Tom Zonderman
© BRUZZ
22/03/2024

| Alyah Rivière (Alia), Fabien Leclercq (Le Motel) en Otis Dehaes (Slagwerk.)

Volgende week doet het Listen Festival opnieuw tot de verbeelding sprekende hoofdstedelijke oorden bouncen op de meest uiteenlopende beats. Ruimtes die opvallend vaak gevuld worden door veelal jonge, in de grootstad verankerde labels. “We doen dit niet om geld te verdienen, maar uit passie voor de muziek.”

Het Listen Festival is met zijn 27 locaties en 170 artiesten niet alleen een hoogmis voor liefhebbers van elektronische muziek, het is ook een uitstalraam voor (bewust) kleine Brusselse labels die de voorbije jaren bij bosjes in de Brusselse muziekscene ontloken. Maloca, Artisjok, Slagwerk, Pinguin Society, Bassin Records ... het zijn maar enkele labels die op het festival hun waar mogen etaleren.

“Brussel is al een hele tijd een broedplaats voor creativiteit op heel veel niveaus,” zegt Koen Galle alias Kong DJ. “De voorbije jaren heeft de stad zich echt getoond in de elektronische muziekscene, een markt die doorgaans door Engelstalige landen en Nederland werd gedomineerd.” Galle runde een paar jaar het label Ensemble, stampte intussen het label Hi Scores uit de grond en verdiepte zich als journalist en schrijver in de geschiedenis van de Belgische elektronische muziek. Hij kent de scene door en door. “Diversiteit speelt een belangrijke rol, Brussel is een plek waar 184 nationaliteiten samenvloeien. Die verscheidenheid komt heel hard naar voor in de hoofdstedelijke muziekscene, dj's en producers kijken hier zonder oogkleppen.”

300 exemplaren

Voor Brusselse labels is die avontuurlijke blik al langer een troef, zegt Galle. “Kijk naar een instituut als Crammed Discs, dat zich vanaf 1980 heeft toegelegd op de meest uiteenlopende muziek. Wereldmuziek, maar ook elektronische muziek, met zijn sublabel SSR en zijn connecties met de dancescene van Detroit. Die brede kijk is typisch Brussels.”

“Veel dj’s starten een label op omdat het iets toevoegt aan hun identiteit. Als dj draai je maar gewoon andermans platen”

Koen Galle

Dj en muziekjournalist

Een spirit die je vandaag ook terugvindt bij Fabien Leclercq alias Le Motel, met Maloca vaste klant bij Listen. “Je voelt bij hem heel hard het DNA van Brussel,” knikt Galle. “Vanuit zijn interesse als samplekunstenaar heeft hij de wereld rondgereisd, en dat sijpelt door in de muziek die hij maakt en de dingen die hij releaset op zijn label.”

Leclercq begon zijn label in 2020, zijn eerste release kwam uit net voor de pandemie de wereld tot stilstand bracht. Met het woord 'Maloca' verwees hij naar een centrale hut bij een nomadische stam die hij ooit bezocht in het Colombiaanse Amazonewoud. “Ik vond dat een mooie metafoor,” zegt de Brusselse dj en producer. “En het sluit aan bij mijn eigen alias, dat een soortgelijke vibe uitstraalt: een huis waar je tijdelijke verbindingen aangaat.” Vijf jaar eerder had hij zelf via het online muziekplatform SoundCloud onderdak gevonden bij een klein Nieuw-Zeelands label, Cosmic Compositions. “Ik ben altijd dankbaar geweest voor het vertrouwen en de kans die ik van hen had gekregen. Ik wilde dat aan anderen doorgeven.”

Vanuit diezelfde filosofie richtte Alyah Rivière, die zich onder haar alias AliA de voorbije jaren als dj (inter)nationaal in de kijker draaide en samen met Maloca een avond cureert op Listen, begin dit jaar Artisjok op. “Ik krijg veel fijne muziek toegestuurd en ontmoet heel veel artiesten die heel coole muziek maken, maar niet het platform vinden om die uit te brengen. Die wil ik een plek geven. Vandaag is er zoveel aanbod dat het moeilijker dan ooit is om er als dj of producer bovenuit te steken. Wie daar wel in slaagt, doet dat vaak dankzij zijn skills op social media eerder dan met zijn muziek. Ik zie het als mijn taak om tussen de TikTok-sterren de kleine, getalenteerde artiesten eruit te pikken.”

1882 PLATENLABELS ARTISJOK RECORDS AliA

| Alyah Rivière alias AliA hield begin dit jaar Artisjok boven de doopvont: “Ik had een label runnen in het begin onderschat. Je moet tegelijk managen, promo voeren, boekhouder zijn, afspraken maken met distributeurs en auteursrechten uitpluizen.

XL Regular is zo iemand: een Italiaanse producer die met de ep Store duties begin januari de eerste release van Artisjok werd. “Ik had hem drie jaar geleden uitgenodigd op Listen, toen ik een avond cureerde,” vertelt Rivière. “Het klikte meteen, en zijn muziek gaat heel breed.” 300 vinylexemplaren liet Rivière persen van zijn ep. “De helft daarvan is wereldwijd verkocht via Clone Records, een distributeur uit Rotterdam. De andere 150 neem ik voor mijn rekening. Daar zijn er nog vijftig van over.” Financieel haalt ze er weinig uit. “De productiekosten voor een vinylplaat zijn heel hoog, je stopt er eerder geld in dan dat je er winst mee maakt.”

(Geen) royale royalty's

Net om die reden werkt niet elk label met vinyl. Slagwerk, een Brussels collectief opgericht door dj Otis (Dehaes) dat ook bij Listen te gast is, is creatief. “Wij zijn begonnen met een soort van bankkaarten die je kon uitvouwen als een USB-stick,” legt hij uit. “Dat deden we om ons te onderscheiden, maar ook omdat we heel digitaal gericht zijn. We werken met jonge producers die elektronische muziek maken, die hebben niets met vinyl of cassettes. En dan nog blijft het een investering.”

Het kantelpunt tussen winst en verlies ligt veel hoger dan vroeger, zegt Koen Galle. “Doordat het aanbod groter is, vind je minder makkelijk een publiek. De attention span is ook korter. Alles vliegt voorbij, en er staat telkens iets nieuws klaar. De meeste mensen streamen muziek, maar daar haal je weinig winst uit. Artiesten weten dat, je moet er niet aan denken om een voorschot te vragen op royalty's.”

“De tijd dat er voor muziek werd betaald, is voorbij,” knikt Dehaes, die halftijds bij het Brusselse platform voor geluidskunst Overtoon werkt. “Jongeren zullen sneller tien euro uitgeven voor een party dan vijf euro voor een ep. Wat ook niet moet, het is gewoon een ander soort model geworden.” Inkomsten uit merchandise en party's maken een deel goed.

1882 PLATENLABELS Otis Dehaes

| Otis Dehaes van Slagwerk: “De tijd dat er voor muziek werd betaald, is voorbij.”

Door de digitalisering van de muziekindustrie is een label opstarten heel laagdrempelig geworden, zegt Galle. Maar het vergt toewijding om het te runnen. “Dat had ik aanvankelijk onderschat,” geeft Rivière toe. “Je moet tegelijk managen, promo voeren, boekhouder zijn, afspraken maken met distributeurs en auteursrechten uitpluizen.” “Het volstaat niet om wat muziek te uploaden en klaar,” lacht Leclercq. “Buiten die praktische zaken moet je ook een goeie psycholoog zijn, veel artiesten twijfelen aan zichzelf en moeten gecoacht worden.”

Kicken bij Kiosk

Een (klein) label blijft in de eerste plaats dus een passieproject. “Veel dj's starten een label op omdat het iets toevoegt aan hun identiteit,” zegt Galle. “Als dj ben je maar gewoon iemand die andermans platen speelt. Ik ben geen muzikant. Met een label kan je een extra verhaal vertellen. Ik vind het fijn om een artiest te leren kennen, om met een designer aan de slag te gaan en dat ook visueel uit te werken.”

Die visuele identiteit is voor alle kleine labels een ding. “Ik ben grafisch ontwerper van opleiding, het visuele is voor mij bijna net zo belangrijk als de muziek,” knikt Leclercq. “Ik beleef daar veel plezier aan, of ik nu zelf dingen ontwerp of het uitbesteed aan andere artiesten. Voor de twee compilaties die ik heb uitgebracht, heb ik samengewerkt met Anastasia Bay en collectief Hell'o, kunstenaars uit Brussel. Ik wil bruggen slaan tussen verschillende werelden.”

1882 PLATENLABELS Le Motel 24

| Fabien Leclercq alias Le Motel over Maloca: “Ik wil bruggen bouwen tussen verschillende werelden."

Dat bruggen bouwen is belangrijk voor kleine labels die hun onafhankelijkheid koesteren en vertrouwen op DIY. Een community is onmisbaar. Brussel blijft als kleinschalige metropool in dat opzicht behapbaar. Er zijn geen tien platenzaken die zich specialiseren in elektronische muziek, het aantal grote clubs is op één hand te tellen, de scene is compact en genereus. “Een paar weken terug passeerde ik langs Crevette Records in de Blaesstraat,” vertelt Galle. “AliA en (de Brusselse dj en smaakmaker, red.) Lefto Early Bird deden er een instore. Het zweet droop er van de ramen. Ik vond het mooi om zien hoe hun community daar present tekende.”

De Brusselse platenwinkel Crevette Records en de webradio Kiosk Radio zijn een katalysator in die gemeenschap. “We kunnen hun belang niet genoeg onderstrepen,” beaamt Galle. “Rond 2016, 2017 rolde er een golf door Brussel met twintigers die tijd en energie en geld vonden voor nieuwe initiatieven in het nachtleven, en die daar ook de knowhow en de durf voor hadden. Ik denk aan Pim Thomas (alias DJ Alfred Anders, red.) van Crevette of de mensen van nachtclub C12. Met Kiosk kregen we in Brussel een equivalent van de Amsterdamse Red Light Radio, een plek waar dj's konden draaien.”

Hi Scores, het label van Kong. Brusselse labels dragen hun visuele identiteit hoog in het vaandel_(c)_Hi Scores

| Hi Scores, het label van Kong. Brusselse labels dragen hun visuele identiteit hoog in het vaandel.

Red Light is intussen gestopt, maar Kiosk heeft een duurzaam model gevonden. Covid heeft daar bizar genoeg een enorme push aan gegeven, zegt Galle. “Toen alles dichtging, waren zij plots de enige die konden blijven doorgaan. Kiosk is vandaag een webradio die de toekomst aankan. Het is een culturele speler geworden.”

Dans jezelf een delirium

Het zijn precies die unieke hoofdstedelijke drive en vibe die Alyah Rivière en Otis Dehaes overspoelden toen ze een paar jaar geleden Leuven inruilden voor Brussel. “In het studentenmilieu van Leuven zag ik geen ruimte voor mijn muziek,” zegt Dehaes. “Toen ik in Brussel toekwam, kon ik al snel iets organiseren in Recyclart. Ik vond er meteen een publiek. Voor een relatief kleine stad heeft Brussel een heel goed nachtleven, er is weinig concurrentie en veel respect. Alleen is het jammer dat zoveel plekken een tijdelijk karakter hebben. Het is moeilijk om iets op te bouwen op lange termijn.”

Aanvankelijk organiseerde Dehaes enkel party's onder de noemer Slagwerk, de vervelling tot label kwam pas later. “Voor mij was dat een logische uitbreiding, omdat ik niet alleen in clubmuziek geïnteresseerd ben.” De rode draad door de muziek van Slagwerk is dat er geen rode draad is, zegt hij. “Ik vind die veelheid net interessant, ik wil dingen laten evolueren.”

Labels als Slagwerk en Artisjok positioneren zich graag als een breed platform met een eigen identiteit. “Veel labels doen een release en klaar,” zegt Rivière. “Ik vind het fijn om samen met de artiest een manier te vinden om die release in de kijker te zetten. Bijvoorbeeld met een club night, of een radioshow. Bij Slagwerk voel ik ook heel hard die noodzaak om een subcultuur op te bouwen waar mensen zich welkom voelen.”

“Wanneer artiesten die nog nooit in Brussel hebben gespeeld mij vragen hoe de vibe hier is, antwoord ik altijd dat het publiek ruimdenkend is en dat ze zich niet moeten beperken tot één stijl,” glimlacht Leclercq. “Hoe breder ze gaan, hoe meer mensen zullen volgen in hun delirium.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Muziek, Events & Festivals, Listen Festival, Otis Dehaes, Slagwerk, Fabien Leclercq, Le Motel, Alyah Rivière, AliA, muzieklabel, Artisjok

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni