60 procent jonge Brusselse werklozen heeft mentale stress

Iets meer dan 60 procent van jonge werklozen in Brussel kampt met stress en 40 procent van die jongeren scoort dermate slecht dat er mogelijk sprake is van een mentale aandoening. Dat blijkt uit een studie van de VUB in samenwerking met de Brusselse arbeidsdienst Actiris. “Jongeren op zoek naar werk zitten in een cruciale levensfase, waarin sociale en materiële ondersteuning onontbeerlijk is.”

De jongerenwerkloosheid in Brussel daalt jaar na jaar, maar blijft in vergelijking met andere steden wel erg hoog. “De Brusselse paradox”, wordt die structurele problematiek ook wel genoemd. Door het internationale karakter en de hoofdstedelijke functies van Brussel is er immers veel werkgelegenheid, maar er bestaat een heuse mismatch tussen dat aanbod en het scholingsniveau van de Brusselse jongeren. Meer dan de helft van de Brusselse bevolking is laaggeschoold, waardoor ze uitgesloten wordt van een groot deel van de jobaanbiedingen.

“Net daarom kozen we voor Brussel als domein van onze studie”, vertelt VUB-onderzoeker Kelly Huegaerts. Zij legde samen met VUB-professor Christophe Vanroelen 1.151 recent werkzoekenden tussen 18 en 29 jaar uit Brussel een vragenlijst voor. Op basis van die vragen kregen ze hoogte van de mentale gemoedstoestand van de groep jonge werkzoekenden.

Zo blijkt dat 61,3 procent van de bevraagde jongeren aangeeft mentale stress te ervaren. Bij veertig procent is de situatie zelfs zo erg dat er sprake kan zijn van een mentale aandoening. “Ze hebben onder andere last van stress, problemen om zich te concentreren of beleven geen plezier aan hun dagelijkse activiteiten”, aldus Huegaerts.

Verschil met jongeren die wel werken neemt toe
Daarnaast hebben de onderzoekers de resultaten rond mentaal welbevinden bij werklozen vergeleken met een vergelijkbare groep jongeren die wel werkt, tussen 1997 en 2013. Uit die vergelijking blijkt dat het mentaal welbevinden van werkloze jongeren consequent slechter is dan dat van werkende jongeren. Bovendien neemt het verschil tussen beide groepen doorheen de tijd licht toe.

Huegaerts benadrukt dat het om een momentopname gaat en hoedt zich voor voorbarige conclusies, maar wijst toch op enkele belangrijke factoren die de mentale stress bij jonge werklozen kunnen verhelpen. “Uit het onderzoek blijkt vooral het belang van sociale en materiële steun. Dat staat gelijk aan een gezonde financiële situatie en sociale steun van familie en vrienden. Die twee dingen zijn een héél belangrijke buffer voor jonge mannen en vrouwen.”

“Jongeren zitten op dat moment in hun leven in een transitiefase. Niet enkel het zoeken naar werk houdt hen bezig, ze zijn ook op zoek naar huisvesting en willen eventueel een stabiele relatie opbouwen. Kortom: ze zijn met veel dingen bezig en er komt veel op hen af.” Voor Hugaerts is het dan ook belangrijk dat er meer aandacht komt voor mentale begeleiding van jongere werkzoekenden.