85 procent van handelaars vóór invoering voetgangerszone

De handelaars in het centrum zijn niet tegen de voetgangerszone, maar wel tegen hoe die is ingevoerd. Dat blijkt uit een onderzoek van de Union des Classes Moyennes (UCM), dat Bruzz kon inkijken.

Van de 180 bevraagde handelaars zegt maar liefst 85 procent vóór de voetgangerszone te zijn. Tegelijk zegt 92 procent dat de uitvoering ervan slecht verloopt. De resultaten van het onderzoek zijn verrassend voor Phillippe Godfroid, voorzitter van het UCM. “Wat de handelaars eigenlijk zeggen is: een voetgangerszone, ja, maar dan goed voorbereid en goed beheerd.”

Uit het onderzoek blijkt dat de handelaars vooral de planning, de netheid en het ontbreken van een parkeergeleiding aanklagen. Maar ook over de veiligheid, afbakening (met betonblokken) en toegankelijkheid is men (zeer) ontevreden. “Deze dingen kunnen snel door het stadsbestuur aangepakt worden”, zegt Godfroid, “maar dan samen met erkende experten, die hun sporen al elders hebben verdiend.”

Vertrouwen
De dialoog met de handelaars is een ander pijnpunt. Nog geen tien procent zegt door het bestuur gecontacteerd geweest te zijn. “Het vertrouwen moet hersteld worden”, klinkt het. "Deze peiling is dan wel neutraal opgesteld, toch moeten de resultaten bemoedigend zijn voor het bestuur. Men is niet tegen de voetgangerszone, maar wel tegen hoe het is aangepakt.”

Het onderzoek legt ook een paradox bloot. Meer dan tachtig procent van de handelaars denkt immers dat de stroom auto’s die de zaak passeert, een positieve impact heeft op de omzet. Tegelijk vindt meer dan 85 procent de voetgangerszone, dus zonder auto's, een goed idee.

“Klopt”, zegt Godfroid. “Maar het is niet het een of het ander. Handelaars merken enerzijds dat veel passerende auto’s de zichtbaarheid van hun zaak verhoogt. Maar tegelijk denken ze dat een voetgangerszone, maar dan goed beheerd en proper, voor een compensatie kan zorgen.”

'Catastrofaal'
Dat de omzet van de handelaars sinds de invoering van de voetgangerszone gedaald is, bevestigt ook dit onderzoek. Meer dan zestig procent van de handelaars geeft aan dat dit het geval is. Volgens Godfroid gaat het om ernstige dalingen, van 10 tot 40 procent.

“Vooral bij de hotels is het catastrofaal”, zegt hij, “maar eigenlijk is het overal slecht. Kledingzaken, schoenenwinkels: iedereen klaagt. Alleen de restaurants en vooral de cafés klagen iets minder. Maar dan nog.”

Dat de daling zich voordoet sinds de invoering van de voetgangerszone, betekent nog niet dat die daar de oorzaak van is. Dat zien de handelaars ook. De lockdown eind november en de aanslagen worden door hen vaker als oorzaak voor de malaise gezien. De invoering van de voetgangerszone komt maar op de derde plaats, wel nog steeds door 71 procent van de respondenten aangekruist. De tunnels en het dalende koopvermogen van de gezinnen worden ook als reden aangehaald, met als hekkensluiter de (nog te openen) megashoppingcentra.

Volgens Godfroid nuanceert dit onderzoek het beeld van de handelaar die tegen is. Hij hoopt dan ook dat het bestuur rekening houdt met de resultaten, en snel tot actie overgaat.