Brusselse jeugd loopt nog niet warm voor inschakelingscontracten

SDS
© BRUZZ
09/08/2017

Minister van Tewerkstelling Didier Gosuin (Défi) voerde een jaar geleden de zogenoemde inschakelingscontracten in. Die contracten bij overheidsinstellingen moesten iedere Brusselse jongere die al 18 maanden thuiszat zonder werk of studie aan een jaar eerste werkervaring helpen. Na een jaar blijkt dat slechts 283 jongeren al een contract hebben ondertekend, terwijl 650 – het aantal gevonden gepaste vacatures bij openbare instellingen – het streefdoel was. 'Het was een verrassing hoe kwetsbaar een deel van het doelpubliek is.'

Dat betekent dat tot nu toe 43 procent van de vacatures zijn ingevuld, blijkt uit parlementaire vragen aan Gosuin in de commissie-Werk, vlak voor het parlementaire reces. De minister gaf toe dat hij verwacht had dat het sneller zou gaan.

De contracten bestaan sinds 1 juli 2016. Begin dit jaar bleek dat van de jonge werkzoekenden die Actiris opriep voor een gesprek over een inschakelingscontract, slechts 48 procent kwam opdagen. Na een herinnering worden jonge werkzoekenden die opnieuw niet verschijnen, geschrapt uit de bestanden van het werkgelegenheidsagentschap. Slechts de helft van de werkgevers had in januari al minstens één kandidaat te zien gekregen, en slechts 66 van de 647 vacatures waren toen al ingevuld.

'De bewoordingen waren te moeilijk'
Hoe jonger de werkloze, hoe groter de kans dat hij niet reageerde op de uitnodiging, zegt Gosuin. Vooral de tieners van 18 en 19 lieten het afweten. Maar er is beterschap. In de eerste zes maanden van 2017 kwam al 82 procent van de gevraagde jongeren opdagen voor het gesprek. Dat leverde ruim tweehonderd nieuwe contracten op, zodat er nu 283 jongeren zijn met een inschakelingscontract.

“Die opmerkelijke verbetering kwam er nadat we samen met Actiris besloten hadden om de jongeren die niet op de afspraak waren komen opdagen een tweede kans te geven door hun een nieuwe afspraak binnen de week voor te stellen", legde Gosuin uit aan de parlementsleden. "Een begeleidende brief bij de oproeping benadrukt de unieke kans voor de jonge werkzoekenden. De tekst was eerder misschien een beetje te moeilijk voor het doelpubliek, en dus hebben we hem pedagogisch vereenvoudigd.”

De feiten tonen dat Brussel ook nood heeft aan andere instrumenten dan het inschakelingscontract, zegt Gosuin. “De helft van de jongeren die in theorie in aanmerking komen voor een inschakelingscontract worden naar een vorming of coaching doorgestuurd, omdat ze nog niet klaar zijn. Het zou absurd zijn om hun een inschakelingscontract te geven enkel en alleen maar om het gestelde doel te halen. Zo’n cijferlogica wil ik niet onderschrijven.”

Geen Nederlands of Frans
“Een kleinere groep had gezondheids- of kinderopvangproblemen of kan zich niet in een van beide landstalen uitdrukken”, liet de minister weten in het parlement. “Wat we ongetwijfeld onderschat hebben, is dat het resterende publiek zeer kwetsbaar is, en zeer ver verwijderd van de arbeidsmarkt. Het is een publiek dat het risico loopt om snel in de structurele werkloosheid te belanden als ze niet begeleid worden. Het was een verrassing hoe kwetsbaar een deel van het doelpubliek is.”

“Na tien maanden begeleiding door Actiris-medewerkers is het moeilijk te begrijpen dat er jongeren zijn die geen van beide landstalen spreken, of dat er jongeren zijn die vanwege hun problemen niet zijn doorverwezen. Actiris kan niet alle sociale en gezondheidsproblemen oplossen." Gosuin vroeg zich openlijk af waarom andere diensten, “zoals bijvoorbeeld het OCMW”, daar niet in slagen.

Maar ook de werkgever laat het soms afweten. Ongeveer 8 procent van de jongeren die geschikt werden bevonden voor een inschakelingscontract, wachten nog altijd op antwoord van de werkgever waar ze bij solliciteerden, stelde de minister vast. 12 procent liet na een of twee gesprekken aan Actiris weten niet geïnteresseerd te zijn in een inschakelingscontract.

“Ik erken dat er een obstakel blijft. Het is onrustbarend dat er jongeren zijn die zich bewust uitschrijven. Het kan zeker zijn dat ze verhuizen naar buiten Brussel, maar sommigen worden bijna vrijwillig NEET (Not in Education, Employment or Training). We moeten werk verrichten om hen terug te halen. Dat is een element dat we overduidelijk hebben onderschat en waar we dus aandacht voor moeten hebben.”

Eerste 'inschakelaars' zwaaien af
De eerste ‘lichting’, de mensen die in juli vorig jaar begonnen, zijn inmiddels einde contract. Gosuin belooft een kwalitatieve analyse van de resultaten door Actiris. Vinden die jongeren na afloop een duurzame job, wat de bedoeling was? En blikken ze zelf tevreden terug op hun ervaring?

Mélissa Mubilanzila (24), die opgespoord werd door Le Soir, doet dat in elk geval. De afgestudeerde schoonheidsverzorgster was vorig jaar een van de eersten die via een inschakelingscontract aan de slag kon, in haar geval als verkoopster bij verschillende vestigingen van Spullenhulp in Brussel. “Ik heb heel veel mensen ontmoet en heel veel bijgeleerd op het terrein”, zegt ze in de krant. Ze heeft inmiddels een contract van zes maanden als adjunct-filiaalverantwoordelijke bij Spullenhulp op zak.

Het Brusselse voorbeeld maakt opgang: sinds 1 juli 2017 heeft ook Wallonië de inschakelingscontracten ingevoerd.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek , Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni