Minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) mag dan nog aan het recupereren zijn van een zware longontsteking, de aanvallen op zijn beleid zijn de laatste tijd haast niet meer bij te houden. ‘Minder auto’ werkt nog altijd als een rode lap op een stier.
Smet schietschijf van MR tijdens ziekte
De nieuwe parkeerbesluiten zijn klaar. Die moeten vanaf 1 januari vorm geven aan het gewestelijke parkeerbeleid. Het is een sterk afgezwakt parkeerplan geworden met veel vrijheid voor de lokale besturen. De dag na de publicatie in het Staatsblad verkondigde parlementslid en burgemeester Vincent De Wolf (MR), enigszins zelfingenomen, dat het plan “minder erg is dan gedacht”. Dat klinkt even vriendelijk als denigrerend. De Wolf liet zich in het interview op BX1 nog ontvallen dat de handel en de economie in een wurggreep zitten door het mobiliteitsbeleid van Pascal Smet.
Een paar dagen eerder mocht federaal minister Didier Reynders (MR) in de Franstalige pers nog het mobiliteitsbeleid van de Brusselse regering in de pan hakken. In Le Soir noemde hij Smet 'een ongeleid projectiel'. In La Dernieure Heure zei hij: “Ik heb niets tegen Pascal Smet, maar wat stelt hij eigenlijk voor in Brussel?”
Kritiek vanuit de oppositie hoort bij het politieke spel. Moeilijker wordt het als er geen rugdekking komt vanuit de eigen regering. Wat er twee weken geleden gebeurde, spreekt boekdelen. Nog terwijl Mobiel Brussel met de gemeenten en politiezone aan het vergaderen was over de evaluatie van de tijdelijke inrichting van de Louizapoort, stuurde minister-president Rudi Vervoort (PS) een communiqué om te zeggen dat hij en minister Guy Vanhengel (Open VLD) “in samenspraak met Pascal Smet” beslist hadden om de versmalling aan de Louizapoort weer op te heffen. Enkele minuten later volgde een communiqué van Pascal Smet waarin die beslissing werd betreurd. Een vreemd schouwspel dat veelzeggend is voor de interne cohesie in de regering.
De reeks incidenten heeft zeker te maken met de lange afwezigheid van Pascal Smet door ziekte op de ministerraden, toch een vrij uitzonderlijke omstandigheid. Minister Vanhengel heeft tijdelijk de mobiliteitsportefeuille overgenomen en heeft, zo lijkt het, niet geaarzeld om er een liberale, lees: autovriendelijke, stempel op te drukken.
Toch is er meer aan de hand. Smet en het Brussels Gewest hadden in 2004-2009 ook al geen al te best huwelijk. Regeringsleider Charles Picqué (PS) zei in 2010 nog dat minister Smet zoveel verknoeid had dat de regering er alles aan moest doen om het weer recht te trekken.
Smet begon er in 2014 met frisse moed opnieuw aan. Hij verlegde zijn tactiek en trok de pragmatische kaart. Minder straffe woorden, meer politiek als de kunst van het haalbare. Proberen om de PS mee te krijgen, eventueel ook de burgemeesters. Doelstelling: een leefbare stad met minder auto’s.
Dat leek even resultaat op te leveren. Smet slaagde erin om het Reyersviaduct te laten afbreken en met steun van de PS kon er een grote voetgangerszone worden ingericht in de vijfhoek. Maar daarna viel het stil. De bouwaanvraag voor de voetgangerszone is nog steeds niet ingediend. Die moet komen van Beliris, een bevoegdheid van... federaal minister Didier Reynders. Meteen een andere verklaring waarom het voor Smet heel moeilijk is om trofeeën binnen te halen. Niet alleen heeft hij het binnen de regering niet onder de markt, Smet is de enige SP.A-minister in het land en heeft op het federale niveau geen politieke medestanders. Reynders weigert bijvoorbeeld ook het project voor een autoluw Schumanplein te financieren vanuit Beliris. Over enkele maanden zit de Brusselse politiek in verkiezingsmodus. Dan nog resultaat boeken is altijd een huzarenstukje.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.