Half november ging de winteropvang voor daklozen van start. Sommige mensen weigeren echter pertinent om de nacht door te brengen in een van de opvangcentra. Slapen in een kamer met wildvreemden, vaak een explosieve mix van mensen, vinden ze te onrustig. Te onveilig ook. Maar er zijn nog andere redenen.
Winteropvang: niet elke dakloze wil erheen
Zeker in de winter valt het op dat er in Brussel zoveel mensen op straat leven. Hoeveel echte daklozen er zijn - mensen die ook op straat slapen - is moeilijk te achterhalen. Steunpunt La Strada schatte hun aantal begin vorig jaar op ruim 2.600. De organisatie is momenteel bezig met een nieuwe telling, waarvan de resultaten in januari bekendgemaakt worden. Naar verwachting zal het cijfer hoger liggen.
Opdat de daklozen als het koud is niet op straat zouden moeten slapen, worden er ’s winters extra opvangplekken gecreëerd. Dit jaar zijn het er een kleine 1.300, in drie centra. ‘s Avonds kunnen daklozen er - gratis - terecht voor een bed, een bad en een warme maaltijd. Voorlopig zijn nog maar twee van de drie tehuizen effectief geopend, de gewestelijke centra in de Poincarrélaan en de Koningsstraat. De toestroom van daklozen is nog relatief beperkt. Maandagnacht overnachtten er 436 mensen: 317 mannen, 100 vrouwen en nog enkele families. “De toestroom wordt groter naarmate het kouder wordt,” zegt Marie-Anne Robberecht van Samusocial, de instantie die de winteropvang organiseert.
Sommige daklozen weigeren echter naar de opvangcentra te gaan of gaan pas op het allerlaatste nippertje, als het vriest dat het kraakt. “Sommige mensen hebben zodanig veel psychische problemen dat het niet in hen opkomt om naar een opvang te gaan,” zegt Robberecht. “Anderen zijn dermate gedestructureerd geraakt dat ze niet om kunnen of willen met de regels die in een centrum gelden. Geen alcohol of drugs bijvoorbeeld, en niet roken.”
Nog een reden: ze hebben te veel spullen en bagage. Of ze hebben een hond. Dieren zijn niet toegelaten in de winteropvang. Alleen de Stichting Prins Laurent organiseert ‘s winters een slaapplek voor daklozen met een hond. Die bevond zich de vorige jaren in de buurt van het Centraal Station. Dit jaar zullen de speciaal uitgeruste containers aan het Klein Kasteeltje staan. De opvang zou in de loop van volgende week opengaan.
Sommige daklozen weigeren de winteropvang omdat ze vrezen hun vaste plekje, op straat, in een station of in een kraakpand, kwijt te zijn als ze terugkeren.
De meest aangehaalde reden om niet naar een centrum te gaan, is het gebrek aan privacy. De mensen moeten er op een slaapzaal slapen, met andere daklozen van wie sommigen kampen met zware problemen: drugsverslaafden, alcoholisten, psychiatrische patiënten. “Het is er veel te onrustig om te slapen, horen we vaak,” zegt Jan Verellen van daklozenorgansatie Chez Nous-Bij Ons. Ook klagen de daklozen over onveiligheid. Mensen staan op en vinden hun schoenen niet meer terug. Of erger. “We horen regelmatig getuigenissen over diefstal,” zegt Verellen. “Onlangs nog werd een vrouw die net haar uitkering had afgehaald, bestolen in het opvangcentrum.”
Voor de mensen die verkiezen om ‘s nachts op straat te blijven, zet Samusocial mobiele teams in. “Elke nacht trekken twee mobiele teams door de stad, een derde is stand-by,“ zegt Robberecht. “Zo’n team bestaat uit een psycholoog, een verpleegkundige en een opvoeder. Ze geven, indien nodig, dekens, soep en zorg. Ook proberen ze de mensen ervan te overtuigen om toch naar de centra te komen. De meeste daklozen gaan uiteindelijk, als het heel koud wordt, overstag. Slechts een kleine minderheid slaapt buiten als het heel hard vriest.”
'Mij zien ze er niet meer'
“Ik ga nooit meer naar de winteropvang,” zegt Christophe, een dakloze die regelmatig langsgaat bij hulporganisatie Doucheflux. “Je moet er in groep slapen, samen met allerlei rare vogels. Zelf heb ik geen problemen, maar veel anderen die er overnachten wel. Ze zijn bijvoorbeeld verslaafd aan drugs, alcohol of medicijnen. Sommigen slagen erin om die binnen te smokkelen.” Christophe deed de enkele keren dat hij er was dan ook geen oog dicht. “Ook al omdat je voortdurend moet opletten om niet bestolen te worden van het weinige dat je hebt. Het is niet veilig in zo’n centrum. Zodra je binnen bent, is er totaal geen controle.”
Hij geef toe: op straat is het gevaarlijker. Hij brengt de nacht dus meestal wakend door. Overdag probeert hij ergens een dutje te doen, bijvoorbeeld in het kantoor van Doucheflux.
Christophe heeft nog meer klachten. “Ik ben één keer naar het nachtasiel van Pierre d’Angle geweest. Ik vond het er vuil en het rook er onfris. De hygiënische omstandigheden waren niet oké.” En in de centra van Samusocial is het eten volgens hem niet veel soeps. “Vaak conserven en je moet er eten uit plastic borden en met vuil, stoffig bestek.”
Federaal opvangcentrum in Da Vinci Science Park
Voor de winteropvang zijn ondertussen alleen de twee gewestelijke centra open, in de Poincarélaan en de Koningsstraat. In beide gebouwen samen kunnen 650 mensen terecht. Het centrum van de federale overheid is nog niet open. “Wij bieden alleen opvang in de tweede lijn,” zegt Luc Demullier, woordvoerder van staatssecretaris voor Armoedebestrijding Elke Sleurs (N-VA). “Winteropvang is een lokale bevoegdheid. Federaal springt alleen bij als de gewestelijke opvangcentra vol zijn. Maar we staan klaar.”
Vorige winter was het federale centrum gevestigd in een seniorie in de Kennisstraat in Schaarbeek. Omdat dat gebouw ondertussen verkocht is, moest een nieuwe locatie voor driehonderd man gezocht worden. Die is gevonden in het Da Vinci Research Park in Haren, op de grens met Evere.
Geraken de daklozen daar wel? “Tram 55 stopt voor de deur,” zegt Demullier. “De vervoerskosten zijn in principe voor de dakloze, maar de MIVB zou zich coulant opstellen.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.