Beeldhouwer Julien Dillens precies 100 jaar dood

Lieven Bulckaert
© Brussel Deze Week
22/12/2004
Op 24 december 1904 overleed Julien Dillens in Sint-Gillis aan kanker. Hij werd maar 54 jaar, en alhoewel hij bij het grote publiek niet zo bekend is als zijn collega's Constantin Meunier of Jef Lambeaux, liet hij een indrukwekkend oeuvre na. Zijn beelden zijn nadrukkelijk aanwezig in het Brusselse straatbeeld; ze worden zelfs kapot geknuffeld.

Op veel belangrijke pleinen en in heel wat historische parken van Brussel staat er wel 'een Dillens': in het park van de Kruidtuin, de Kleine Zavel, op de kerkhoven van Laken en Elsene. Fragmenten van de Anspachfontein, die oorspronkelijk op het De Brouckèreplein troonde maar naderhand naar het Sint-Katelijneplein verhuisde, zijn van zijn hand. In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in de Regentschapstraat hebben ze tientallen stukken van hem: borstbeelden, kleine plastiek, een reeks afbeeldingen van middeleeuwse beroepen en enkele bronzen portretten 'ten voeten uit' van staatslieden zoals Hubert Frère-Orban. Ook het museum van Elsene bezit werk van Dillens.

Geluksbrenger
Maar zijn bekendste creatie is ongetwijfeld het reliëf ter ere van Everaert T'Serclaes in de galerij naast het stadhuis. Zonder twijfel is T'Ser­claes de sculptuur die, na Manneken Pis, het meeste succes heeft bij de toeristen.

Schepen T'Serclaes verjoeg de bezettingstroepen van Lodewijk van Male en werd later door de baljuw van Gaasbeek in een hinderlaag gelokt. De voet waarmee hij een knieval voor hertogin Johanna had gemaakt en zijn tong, waarmee hij de belangen van Brussel had bepleit, werden afgehakt. Stervend werd hij naar het huis gebracht waartegen nu de plaquette hangt.

Wie het onzalige idee verspreidde dat voorbijgangers die het beeld strelen, het geluk vinden of een wens mogen doen, is niet bekend. Dagelijks frotten toeristen op de arm of op andere geprononceerde lichaamsdelen, en zo verwijderen ze de beschermende - en dure - laag bladgoud. Als ze er dan uiteindelijk een gat hebben in geforceerd, dan blijven ze daar hardnekkig in poken.
De arm van T'Serclaes is nu voorlopig gerestaureerd, een definitieve oplossing is in de maak.

Noeste volhouder
Ondanks dit alles heeft Dillens nooit de erkenning gekregen die hij verdient. Geregeld had hij te kampen met serieuze financiële moeilijkheden. Hij had niet de flamboyante persoonlijkheid van Lambeaux en evenmin het netwerk van Meunier. Het begin van zijn carrière werd overschaduwd door een opeenvolging van mislukkingen en onuitgevoerde projecten.

In 1877 ontving hij de prestigieuze Prijs van Rome en kon hij vier jaar lang de Italiaanse renaissance bestuderen. Hij ontwikkelde een nieuw concept: beeldengroepen met geïndividualiseerde personages. Zo schiep hij Het Gerecht, dat een magistraat toont op een monumentale zetel, in gedachten verzonken tussen de personificaties van het recht en de vergiffenis. Deze groep moest deel gaan uitmaken van een enorme Zaal van Justitie, waarin ook onschuld, boete en straf hun plaats zouden krijgen. Maar het ontwerp in gips werd geweigerd op de ene tentoonstelling, arriveerde in brokstukken bij de volgende…

Elegantie
Met al die tegenslagen was Dillens' drang naar vernieuwing gefnuikt, maar toch bleef hij elegante kunst met zeer gestileerde lijnen maken. Hij haalde er meer overheids­opdrachten mee binnen. Hij maakte twee van de acht figuren op het dak van het Broodhuis: grillige silhouet­ten van lansiers. Enkele beelden voor de oostgevel van het stadhuis vonden aanvankelijk geen genade in de ogen van de jury, maar uiteindelijk werden ze toch geplaatst.

Voor de Wereldtentoonstelling van 1897 maakte hij didactische sculpturen die de volkeren rond de Kongostroom uitbeeldden: Chef Ba-téké, Dragers en Kwango-dansers. En zijn Waterdraagster kreeg een prominente plaats op de Bareel van Sint-Gillis.
Tot in 1898 doceerde Dillens aan de Academie van Elsene; daarna had hij - tot zijn overlijden - een lesopdracht aan de Academie van Brussel. Op die plek had hij zelf zijn opleiding genoten. En daarmee was de cirkel rond.

Meer info in De 19de-eeuwse beeldhouwkunst, catalogus van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, onder leiding van Jacques Van Lennep

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni