500 nieuwe middenklasseappartementen in Brussel in de komende jaren, dat is het plan. Primeur: de realisatie moet volledig gebeuren door privépartners. Geïnteresseerden kunnen zelf locaties en projecten voorstellen, de gewestelijke huisvestingsmaatschappij keurt goed en betaalt. Er is 200 miljoen euro beschikbaar.
Gewest schakelt privésector in om 500 woningen te bouwen
Er is een tekort aan betaalbare woningen in Brussel en de bevolking neemt snel toe. Daarom bouwen de overheden heel wat extra sociale woningen en middenklasseappartementen. De gewestelijke huisvestingsmaatschappij BGHM moet de komende jaren 3.000 sociale woningen en 1.000 woningen voor de middenklasse bouwen.
Een deel daarvan wordt gerealiseerd via een nieuw soort publiek-private samenwerking (PPS). De BGHM lanceerde daarom deze week een Europese oproep om privépartners warm te maken om 500 woningen te bouwen, in verschillende projecten van telkens minstens 50 appartementen.
Dat een overheid gebruik maakt van PPS om projecten te realiseren is niet nieuw. Zo worden er spoorlijnen en scholen gebouwd via PPS, binnenkort wordt het wellicht zelfs gebruikt voor de renovatie van afbrokkelende tunnels. Het project werd dan ook passend voorgesteld aan brusselnieuws.be in het gebouwencomplex ‘Horzel’, een eerdere PPS-realisatie.
“Toch is dit systeem helemaal nieuw. De privépartner moet namelijk zorgen voor alle aspecten van een project”, zegt BGHM-voorzitster Brigitte De Pauw.
Sneller en goedkoper
“Wij bepalen hoeveel appartementen het moeten zijn, aan welke eisen die moeten voldoen. Maar de rest gebeurt door de ondernemers. Ze stellen zelf een locatie voor, doen zelf studiewerk, maken zelf de plannen. Als wij het project goedkeuren zorgen zij voor de bouw. Na afloop kopen we dan het gebouw en de grond over.”
Daardoor kan elk project anders zijn. De projectontwikkelaar kan zelf kiezen op welke manier hij de eisen van de overheid realiseert.
Het voordeel daarvan is dat het allemaal sneller gaat én goedkoper is. “Doordat alles gedaan wordt door de promotor kan die zijn knowhow gebruiken en gaat alles efficiënter. Dat maakt het goedkoper”, klinkt het bij Joël Polus van bouwpromotor Thomas & Piron, die al vaker samenwerkte met de BGHM en ook het Horzel-project realiseerde. Doordat de procedures ook flexibeler zijn, kan een project tot een half jaar vroeger klaar zijn.
“Je moet ook niet vergeten dat er altijd een risico is als een ondernemer iets bouwt, want hij moet het nadien ook verkocht krijgen. Dat is hier niet het geval, want we zijn zeker dat het gebouw gekocht wordt door de huisvestingsmaatschappij. Daardoor moeten we geen risico’s incalculeren”, voegt Joël Polus nog toe.
Niet banaal
De keerzijde is dat de overheid op een paar vlakken controle verliest. Zo kan de BGHM niet sturen waar de projecten moeten komen, dat hangt volledig af van de voorstellen van de ondernemers. De nood aan betaalbare woningen is er nochtans in alle delen van het gewest.
Leidt zo’n PPS dan niet tot banale, goedkope gebouwen? “Nee, dat is niet het geval”, klinkt het bij voorzitster De Pauw. “We hebben onze eisen opgesteld samen met de Brusselse bouwmeester Kristiaan Borret, en die zal ook betrokken zijn als we de projecten beoordelen. We stellen hoge eisen op architecturaal en technisch vlak. De tijd van saaie woonblokken is echt voorbij.”
Wanneer de projecten klaar zullen zijn is nu nog niet duidelijk, daarvoor zijn er nog te veel mogelijke obstakels, zoals buurtcomités. Privéondernemers kunnen nog drie maanden hun voorstellen indienen bij de BGHM.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.