Geen architect die de voorbije kwarteeuw zo zijn stempel heeft gedrukt op Brussel als Michel Jaspers. Velen spuwen op zijn werk, maar toch is zijn bureau vandaag veruit het succesvolste van België. “Elk tijdperk heeft zijn dominante architect.”
Jaspers, of waarom middelmatige architectuur goed gedijt in Brussel
D e meeste kantoorgebouwen in de vaak verguisde Noordwijk zijn ontworpen op de tekentafels van het architectenbureau Jaspers. Maar ook elders in Brussel is er geen ontkomen aan: van het kanaal tot in Woluwe, van het Zuidstation tot de luchthaven, in de Marollen en in de Europese wijk, Jaspers is overal. Geen enkele architect heeft de voorbije 25 jaar zoveel grote projecten gerealiseerd in Brussel en geen enkel ander Belgisch bureau behoort vandaag tot de honderd grootste van de wereld.
De laatste jaren is Jaspers-Eyers ook internationaal actief, vooral in Oost-Europa. Maar ook in Brussel blijft het kantoor brandend actueel. Getuige het controversieel plan voor een nieuw justitiepaleis in de Regentschapsstraat. Jaspers heeft daarvoor al een bouwaanvraag lopen, nog voor de federale overheid een opdracht heeft gepubliceerd.
Voor iemand die zo zijn stempel heeft gedrukt op de stad is er echter zeer weinig bekend over de man en zijn manier van werken. Hij is mediaschuw en was ook nu niet beschikbaar voor een interview.
We weten dat hij zich in Brussel heeft gevestigd in 1980. Amper tien jaar later was hij betrokken bij tal van grote projecten zoals het Boudewijngebouw in de Noordwijk en de KBC-zetel aan het kanaal. Daarmee was de toon gezet.
Michel Jaspers is ondertussen bijna 80, en de dagelijkse leiding van het bureau is in handen van zijn zoon Jean-Michel en vennoot Johny Eyers. Niemand die er echter aan twijfelt dat vader Jaspers op de achtergrond nog altijd een rol speelt.
Een poging tot verklaring van zijn succes.
Geen verrassingen
Promotoren en investeerders werken graag met Jaspers-Eyers omdat ze weten wat ze kunnen verwachten: gebouwen worden netjes opgeleverd binnen de vooropgestelde termijn en budget. “Jaspers biedt wat veel opdrachtgevers verwachten: zekerheid over de kosten en efficiëntie in de opvolging,” zegt Philémon Wachtelaer, voorzitter van de Brusselse architectenvereniging Arib. “Kleine bureaus zijn misschien beter in het uitwerken van een concept, maar missen vaak de ervaring om een project tot een goed einde te brengen zonder meerkosten.”
Door snel resultaat te leveren heeft Jaspers op korte tijd naam gemaakt binnen de Brusselse bouwsector. “Zijn werven zijn goed beheerd, er gaat zelden of nooit iets fout,” vertelt Christian Laserre, verantwoordelijk voor de master Immobiliën aan de Université Saint-Louis. “Het wereldje van de grote promotoren is bovendien erg klein. Als er één goede ervaringen heeft met Jaspers, weet iedereen dat.”
Jaspers beseft zelf ook het belang van reputatie. “Eén slecht werk en al je cliënteel valt weg,” zei Michel Jaspers bijna tien jaar geleden in Brussel Deze Week.
Lees verder onder het beeld
Geen enkele architect heeft een adressenboekje dat kan tippen aan dat van Jaspers. Hij kan met iedereen overweg: politici van uiteenlopende strekkingen, administraties, promotoren, bankiers… Dat helpt om belangrijke opdrachten binnen te halen, ze te financieren, en ook om snel de nodige vergunningen te verkrijgen. Promotoren die met Jaspers in zee gaan weten dan ook dat de kans op een snelle vergunning groot is. En voor investeerders is tijd geld.
In de woorden van Jaspers: “Het komt er altijd op neer om bouwtoelatingen te krijgen, daar draait het werk van de architect om.”
Jaspers heeft zijn netwerk stap voor stap uitgebouwd, omdat hij er keer op keer in slaagt om zowel de opdrachtgever als de vergunnende overheid tevreden te stellen.
Daarnaast wordt Jaspers steevast omschreven als vriendelijk en bescheiden, of in elk geval discreet. “Hij schuift zijn projecten naar voor, niet zichzelf,” zegt Laserre. “Hij is een goede verkoper, dat is essentieel voor een architect, maar het is geen showman.”
Door zijn contacten voelt hij ook aan waar opportuniteiten liggen, zoals nu met het justitiepaleis. Op die manier is hij de concurrentie vaak te slim af. De ons-kent-ons-aanpak achter de schermen doet soms wel vragen rijzen. Jaspers is een sluwe vos, die dingen kan regelen, maar er zijn geen aanwijzingen voor gefoefel of corruptie. “Jaspers is nooit tegen de lamp gelopen,” zegt Hilde Geens van Bral. “In de jaren 1980 was het bon ton om steekpenningen te geven om opdrachten binnen te halen. Daar is bij Jaspers nooit sprake van geweest.”
Lees verder onder het beeld
Niet alleen
Veel architecten willen expliciet niets met Jaspers te maken hebben, maar zij die wel met zijn bureau in zee gingen zijn meestal vol lof over de samenwerking. “Als jong bureau zonder veel referenties zijn we verplicht om partnerschappen te sluiten als we willen meedoen aan wedstrijden,” zegt Emmanuel Bouffioux. “Hoewel we erg op onze hoede waren, is die met Jaspers-Eyers de beste samenwerking die ik al heb gekend.”
Ook Philippe Samyn, die met Jaspers de Rogiertoren ontwierp, is erg te spreken over de alliantie. “Ik houd er goede herinneringen aan over,” zegt Samyn.
Jaspers beheerst dan ook de kunst van de samenwerking. Het is via strategische partnerschappen met andere bureaus dat hij zijn reputatie heeft opgebouwd. Bijna alle projecten van Jaspers-Eyers zijn gerealiseerd samen met andere bureaus.
Geen Stijl
Kantoortorens in glas met grote atriums zijn zowat het handelsmerk van Jaspers, maar als het erop aankomt heeft hij geen echte kenmerkende stijl. “Als een kameleon past Jaspers zich aan en biedt wat de opdrachtgever wil,” aldus Wachtelaer.
De focus op commerciële projecten en het compromis met de opdrachtgever levert Jaspers geregeld banbliksems op in de architectuurwereld. Generisch en zielloos zijn vaak wederkerende adjectieven.
“Hij heeft niets aan de stad bijgebracht waar we trots op kunnen zijn,” zegt Marc Dubois, hoofddocent Sint-Lucas en architectuurcriticus. “De gebouwen zijn niet lelijk, maar je zou toch verwachten dat hij eens om de vijf jaar een gebouw zet waarvan je zegt: wauw.”
Ook over de duurzaamheid zijn vragen te stellen. Neem het Boudewijngebouw. Dat wordt 25 jaar na de oplevering misschien alweer platgegooid. Ironisch genoeg ontwerpt Jaspers ook het nieuwe gebouw.
De meeste grote promotoren lijken intussen niet wakker te liggen van kwaliteit. “We willen onze architectuur niet opleggen aan anderen,” zei zoon Jean-Michel Jaspers daarover in het Belgisch immobiliënjaarboek 2006. “We luisteren in de eerste plaats naar de wensen en bezorgdheden van onze klanten.”
Zwakke architectuurcultuur
Het succes van Jaspers en andere bureaus die in dezelfde geest werken, is ook te verklaren door de context. België is een land van betonboeren, waar traditioneel een sterke bouwcultuur bestaat, maar een zwakke architectuurcultuur. In Vlaanderen is er op dat vlak wel een kentering gekomen, mede door de komst van de bouwmeester, maar in Brussel gaat die omslag heel langzaam.
Voor veel promotoren en overheden blijft architectuur bijkomstig. “Dan is Jaspers gesneden koek,” getuigt een jonge architect. “Mensen met een middelmatige ambitie vinden elkaar makkelijk.”
Het lijkt tegenstrijdig dat middelmatige architectuur succesvol kan zijn, maar dat is niet zo, vindt de Brusselse architect Ward Verbakel.
“Architectuur heeft een omgekeerde economische logica. Hoe harder je aan een ontwerp werkt, hoe minder je eraan verdient. Het is helaas makkelijker om een slecht project te tekenen.”
Collega’s geven nog een andere economische verklaring voor het succes van middelmatige architectuur in Brussel. “De grondprijzen zijn hier veel lager dan in bijvoorbeeld Londen of Parijs,” zegt Wachtelaer. “Daar weegt de meerprijs voor architectuur relatief weinig door. Hier is de bouwkost relatief hoog in verhouding met de grondprijs.”
Lees verder onder het beeld
Op Amerikaanse leest
Lang voor hij in 1980 met zijn familie naar Brussel verhuisde, was Michel Jaspers ook actief in de Verenigde Staten, waar hij gestudeerd heeft. Daar ontwikkelde hij zijn neus voor zaken en zijn overtuigingskracht. “Jaspers is een deal-maker,” zegt een architect.
In de VS zijn overigens heel wat voorbeelden van succesvolle architecten die tegelijk ontwerper en promotor zijn. De laatste jaren is Jaspers ook actief als promotor en verwerft hij eigen patrimonium. Dat zou hem in staat stellen om zichzelf aan te duiden als architect.
Jaspers wordt door veel collega’s dan ook meer als een zakenman beschouwd dan als een architect. Hij had even goed CEO van een multinational kunnen zijn, klinkt het her en der.
Zijn aanpak contrasteert met die van een (jonge) garde van architecten die begaan zijn met esthetiek en maatschappelijke meerwaarde. “Het lijkt wel of er twee werelden zijn: die van de architectuurwedstrijden, en dan Jaspers, die erboven staat,” zegt architectuurcriticus Marc Dubois.
Toekomst
Het is niet ongebruikelijk dat één bureau dominant is in een stad. “Eerder hadden andere bureaus een gelijkaardige positie in Brussel,” zegt Christian Laserre. “Polak in het interbellum en later Montois.”
Sinds de jaren 1990 is dat Jaspers(-Eyers). De vraag is of het bureau aan de top kan blijven. Met zoon Jean-Michel Jaspers en vooral Johny Eyers lijkt de opvolging verzekerd, en de interne cultuur van flexibiliteit naar opdrachtgevers is een enorme troef. Maar het zou niet het eerste architectenbureau zijn dat wegdeemstert na het verdwijnen van de oprichter.
Bovendien komt de prille Brusselse architectuurcultuur de volgende jaren misschien tot wasdom onder impuls van de nieuwe Bouwmeester. Vele (kleinere) architectenbureaus hopen alvast van wel.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.