Twee onafscheidelijke duo’s kruipen samen het podium op: theatermakers Jan Decorte en Sigrid Vinks, en de rockgoden van Black Box Revelation. Stand down zoomt in op het turbulente leven van Decorte en lijkt net zo weerbarstig en onvoorspelbaar te worden als de man zelf. “Ik ben volkomen disciplineloos.”
Jan Decorte & Sigrid Vinks delen het podium met Black Box Revelation
Voor Black Box Revelation lopen de zaken momenteel wat door elkaar. Ze zijn druk bezig aan een nieuwe plaat, die ze opnemen in de boerderij annex muziekstudio van Daan Stuyven in het pittoreske Overijse. De opvolger van Highway cruiser (2015) zou uitkomen rond april 2017, maar moet klaar zijn voor Kerstmis “zodat we hem onder de boom kunnen leggen bij ons moeder”. Tegelijk is er de première en dan de tournee met Jan Decorte en Sigrid Vinks, die – afgaande op het gesprek dat hier volgt – een vastberaden sprong in het onbekende lijkt te zullen worden.
Na de repetities en de fotosessie in de Kaaistudio’s is de drang om naar café Daringman af te zakken toch weer te groot. Dus daar zitten we naar goede gewoonte voor een geanimeerd vraaggesprek, dat met regelmaat wordt onderbroken door bestellingen en begroetingen van collega-stamgasten.
Plots komt het gesprek middels wat associaties op het Klein Kasteeltje. Decorte vertelt dat hij daar zijn ‘drie dagen’ nog heeft gedaan en “totaal geschikt” werd bevonden voor de militaire dienst, desgewenst zelfs bij de paracommando’s, hoewel hij daags voor de medische keuring nog met een klaplong in het ziekenhuis lag.
Uiteindelijk mocht hij toch aan het leger verzaken omdat een van zijn broers hem al was voorgegaan. “Anders zat ik nu misschien in Afghanistan op een tank.” Als alternatief graaft Decorte nu in zijn eigen leven voor Stand down, dat zich aankondigt als een fragmentarisch autobiografisch verhaal op snaren en drums, met anekdotes die nog veel pijnlijker en beklijvender zijn dan die over klaplongen op een zuchtje van de legerdienst.
In dit café hebben jullie de samenwerking beklonken.
Jan Paternoster: Als we geen plaat opnemen of op tournee zijn, kom ik hier ook weleens. We hadden al even een oogske op elkaar, maar we durfden het gesprek niet meteen aan te gaan.
Sigrid Vinks: Wij wisten wat zij deden. Omgekeerd wisten zij eigenlijk niet wat wij deden, maar wel ongeveer wie wij waren.
Paternoster: Op een abstracte manier, want we hadden nog nooit een stuk van hen gezien. Wij zijn geboren in het begin van de jaren 1990 dus wij hebben heel veel van hun gloriejaren gemist. In onze beginjaren hebben we in de Ancienne Belgique weleens ‘Never alone’ gespeeld voor een choreografie van Wim Vandekeybus, maar voor de rest hebben we weinig ervaring met theater.
Vinks: In die zin verschillen we niet zoveel van elkaar, want wij gaan ook nooit naar het theater.
Jan Decorte: Maar bij wijze van uitzonderlijke inspanning heb ik wel één vinylplaat van Black Box Revelation gekocht en die ook één keer beluisterd.
Vinks: Ik had daarvoor op YouTube ook al naar filmpjes van hen gekeken, onder andere van hun optreden bij David Letterman. Jan had toen net het plan opgevat om Stand down te maken, en het werd duidelijk dat we dat met hen moesten doen. We hebben de agenda’s naast elkaar gelegd en toen was het in orde. Daarna zijn zij naar ons vorige stuk Ne swarte komen kijken, en ze vonden dat niet compleet belachelijk.
Er is sprake van een natuurlijke verwantschap.
Vinks: Zoiets merk je meteen. Dat hoeft zelfs niet uitgesproken te worden. Als je Jan en Dries in de Delhaize tegenkomt, zou je het misschien niet zeggen, maar wanneer die twee op een podium staan, zijn ze magnetiserend. Er is dus heel veel vertrouwen.
Dries en Jan, zijn jullie als duo even onlosmakelijk met elkaar verbonden als Jan en Sigrid?
Paternoster: Hoe lang zijn jullie al samen?
Decorte: 41 jaar.
Paternoster: Ik denk wel dat we dat halen. We hoeven in ieder geval het bed al niet te delen.
Dries Van Dijck: Op tournee nochtans wel.
Paternoster: Dat is waar. Dan slapen we meestal in dezelfde kamer, tot grote verbazing van iedereen bij productie en management. We zijn zowat de enige band waar ze mee werken die één hotelkamer voldoende vindt. Omdat we er eigenlijk niet goed tegen kunnen daar alleen te zitten. Zolang de bedden maar wat uit elkaar staan.
Van Dijck: En soms zelfs dat niet.
Van Dijck: We kennen elkaar al van toen we zes jaar oud waren en nog niets met muziek te maken hadden, dus we voelen elkaar wel goed aan.
Jan en Sigrid, zouden jullie ook een rockduo kunnen zijn?
Vinks: Op onze manier zijn we dat toch al? Al kunnen we misschien niet zo goed zingen.
Decorte: (Droog) Ik kan zingen én wat drummen, dus spreek liever voor uzelf.
Ga je dat ook doen in de voorstelling?
Decorte: Nee, ik heb in Jan en Dries mijn meerderen erkend.
Krijgen ze wel richtlijnen mee?
Decorte: Richtijnen?
Paternoster: Het enige wat Jan zei, is dat ‘Mother’ van John Lennon in de voorstelling moest zitten. Maar daar is hij gisteren van teruggekomen. (Lacht)
Kwamen jullie nooit in conflict bij het creëren van materiaal voor jullie plaat en voor de voorstelling?
Paternoster: We hebben dat wel wat moeten scheiden, maar eigenlijk maken wij nooit ruzie.
Decorte: Nee, da’s waar. Het is echt een wonder om die twee bezig te zien: zolang ze samen zijn, resulteert dat in een traag lopende stroom van inspiratie. ‘Organisch’ is het woord dat ik er daarstraks voor heb gebruikt.
Vinks: Dat streven wij ook na in wat we doen: dat alles een grote vanzelfsprekendheid krijgt.
Als de muziek in de voorstelling te vergelijken is met wat jullie doorgaans maken, dan gaat het dus knallen.
Vinks: We hebben hun natuurlijk niet gevraagd om Zjef Vanuytsel na te spelen.
Van Dijck: Maar knallen doen we niet per se. We proberen dat wel te doen, maar we eindigen altijd met een minder harde knal dan we voor ogen hadden. Wij zijn eigenlijk geen rockers. We proberen wel rock te maken, maar we staan onszelf daar ook snel mee uit te lachen.
Jan, voor het eerst werk je zonder vaste tekst, maar met autobiografische fragmenten zoals er ook in Ne swarte al een aantal zaten.
Decorte: Ik ben eraan toe, zeker? Dat kwam vanzelf en het eindigde maar niet. Ik wilde gewoon over mijn leven blijven vertellen. Ik heb het de laatste tijd weleens moeilijk om mijn plaats te vinden in een stuk omdat ik geen teksten meer vanbuiten wil leren. Op deze manier voel ik me weer maximaal aanwezig.
Ik ergerde me ook ongelooflijk aan al die stand-upcomedy in de cultuurcentra en op tv. Met al die verhaaltjes die een pointe moeten hebben en waar dwangmatig mee gelachen moet worden. Daar ben ik totaal tegen, dus stand down: hou daarmee op.
Vinks: (Droog) Ik hou nochtans van Geert Hoste.
Decorte: (Onverstoord) Ik wist dat ik met mezelf het juiste onderwerp had om een hele voorstelling aan te wijden. Vrijheid is het begin en het einde van alles. Ik geef hun geen richtlijnen, maar mezelf ook niet. Ik ben volkomen disciplineloos. Toen ik vandaag binnenkwam in de repetitieruimte, vroeg Sigrid of ik nu de rest van mijn verhaal zou vertellen, maar ik antwoordde dat ik geen zin had vandaag. Ik ga het donderdag doen, want morgen moeten we naar Culture Club op de VRT.
Was er eigenlijk een inhoudelijk verband tussen de verhaalstof van Shakespeares Othello en de autobiografische fragmenten in Ne swarte?
Decorte: De vraag stellen is ze beantwoorden. Maar al dat gedoe over autobiografie begint nu al wat op mijn zenuwen te werken. Onze voorstellingen en wijzelf? Er is altijd maar een flinterdun verschil. Ik zal het nog één keer zeggen: het autobiografische is er altijd geweest, en was er nog meer in Ne swarte.
In de aanloop naar dat stuk had ik tegen Sigrid gezegd dat ik de Hitlergroet wilde brengen en over mijn vaders zwarte verleden wilde spreken. Nu ben ik bezig met, bijvoorbeeld, verhalen over mijn seksleven en mijn jeugd. Ik heb daar hier in het café al eens een korte versie van gegeven, en toen zei iemand dat hij dat verhaal voor de helft absoluut zou willen horen en voor de helft zou willen vergeten. Goed gezegd. Het wordt intiem en pijnlijk, maar ik vertel gewoon door.
Er is hier en daar ook sprake van wat miserie…
Decorte: (Grijnzend) Niets dan miserie! Een lange, tijdloze ellende is mijn seksleven.
Dat begon al bij de paters.
Decorte: De paters ja, maar ook al vroeger, bij de nonnen in de kleuterschool. Daar moest ik als vierjarige een rokje dragen en werd ik al als exhibitionist weggezet.
Maar Jan en Dries hebben dus nog niet eens al die verhalen gehoord?
Vinks: Ik ook niet. Ik zit thuis maar te vissen.
Decorte: Ik ben gewoon te lui om dat nu te doen! Ik zal misschien nog eens wat doen voor de setfotograaf en voor de lichttechnicus, maar pas als er volk is ga ik er helemaal voor.
Je wilt het publiek graag behagen, ondanks je dwarse imago. Dat had je naar verluidt ook al toen je als kind voor je vader moest opdraven.
Decorte: Het zou toch wel dom zijn om tot je 67e te blijven sleuren aan een publiek als dat niet wat meegeeft? Er zijn wel degelijk mensen die mij graag zien en graag naar de voorstellingen komen. Ik weet niet waarom we het hier nog eens over mijn vader moeten hebben, maar ik was wel zijn favoriet, ja – de Welgekomene. Hij schreef nummertjes voor mij en sleurde me mee naar het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep om in luisterspelen mee te doen.
Ik vond het fijn om in de belangstelling te staan. Mijn vader is gestart als auteur van wegwerpcowboyromannetjes. Hij kon heel snel schrijven, dat heb ik van hem. Maar wat hij produceerde trok op niets, en mijn werk is geweldig. Enfin, ik zeg ook maar wat ik daarover hoor. Ik ben wel een grote fan van mijn eigen badkamerverhalen. Ik misbruik mijn badkamer voor mopjes, gezangen en rare dingen voor de spiegel. Ik zou graag op het podium zo ontspannen en één met mezelf willen zijn.
Hebben jullie verder nog iets geleerd uit het repetitieproces?
Paternoster: Alles vrij te laten tot het moment dat het moet komen. Het zal tot op de première waarschijnlijk onzeker zijn welke voorstelling we gaan brengen. Je zou ervan in paniek kunnen schieten, maar je leert ermee om te gaan door te vertrouwen op je ‘zijn’ in plaats van je ‘doen’. Hoe meer je je voorbereidt, hoe meer je jezelf opsluit in comfortzones. Door zo min mogelijk voor te bereiden, gaan we redelijk puur en bloot op het podium staan.
Vinks: Dat doe ik ook. Omdat ik dans terwijl ik eigenlijk geen danseres ben.
Paternoster: Dat dansen komt op bepaalde momenten mooi samen met de muziek.
Misschien zit daar een videoclip in. Maar eerst is er het huldeboek Tis of tisni, dat op de première-avond van Stand down wordt voorgesteld.
Decorte: Daar weten wij nog niets van. Als het af is, zal ik wel een exemplaar krijgen, zeker?
Vinks: Nog iets wat we pas op het ogenblik zelf te weten zullen komen. Ik denk dat het een mooi boek gaat worden.
Waarna het gesprek middels wat associaties op Playboy komt, en op het bunnykostuum dat Sigrid ooit eens heeft gedragen in NTGent, waar een technicus vervolgens haar slipje stal. Et cetera, et cetera.
> Stand Down. 13/10 & 14/10, 20.30, Kaaitheater, Brussel
> Tis of Tisni. Over Jan Decorte. Uitgeverij T-boeken brengt een boek uit over leven en werk van Jan Decorte en Sigrid Vinks. Met bijdragen van onder anderen Marianne Van Kerkhoven, Eric de Kuyper, Klaas Tindemans, Bernard Van Eeghem, Louise Van den Eede en Johan Wambacq, getuigenissen van tientallen kunstenaars en tal van archieffoto’s.
> Boekvoorstelling. 13/10, 22.00, Kaaitheater, Brussel
Lees meer over: Brussel-Stad , Podium
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.