Een coûp de théâtre in de KVS: negen jaar na de première van hun nog steeds lopende internationale theaterhit Missie presenteren auteur David Van Reybrouck, acteur Bruno Vanden Broecke en regisseur Raven Ruëll plots onaangekondigd hun nieuwe productie Para. De monoloog van een Belgische militair die de door schandalen geteisterde interventie in Somalië in 1992 en '93 meemaakte, vormt het sluitstuk van Van Reybroucks Afrikaanse trilogie.
Van Reybrouck breit met 'Para' vervolg aan theaterhit 'Missie'
Na de Belgische wetenschapper in Zuid-Afrika in Die siel van die mier en de Belgische missionaris in Congo in Missie, laat David Van Reybrouck in zijn derde monoloog van een Belg in Afrika een paracommando aan het woord. Eén die deel uitmaakte van de Belgische militaire missie in Somalië die de plaatselijke inwoners die ze verondersteld werd te beschermen, onteerde en roosterde boven het vuur. Net als bij Missie nam Van Reybrouck voor het schrijven van zijn tekst interviews af met directe betrokkenen, en vraagt hij ons de tijd te nemen naar hen te luisteren. Geen probleem natuurlijk, zeker als Raven Ruëll weer de regie voor zijn rekening neemt, en Bruno Vanden Broecke de vertolking.
Para stond niet aangekondigd in de seizoensbrochure, maar we mogen aannemen dat het hier niet om improvisatiewerk gaat.
David Van Reybrouck: Het stuk was al heel lang gepland. Ik heb mijn eerste interview twee jaar geleden gedaan, en het laatste in augustus. Maar we hebben de KVS gevraagd om in alle luwte te mogen werken. Ik zou het moeilijker vinden om een tekst te moeten schrijven voor een voorstelling waar al tickets voor worden verkocht. Ook een groter theater moet een deel van zijn laboratoriumfunctie kunnen behouden. Al moet het die tickets nu dan op een paar weken tijd verkopen.
Gelukkig hebben jullie samen een voorgeschiedenis die wat ticketverkoop betreft het beste doet vermoeden.
Bruno Vanden Broecke: Maar theater is een van de meer fragiele kunstvormen en geeft niet de garantie dat je met dezelfde ingrediënten even lekkere soep zal kunnen maken.
Raven Ruëll: Je werkt elke keer met hart en ziel aan een project, maar de impact ervan is moeilijk in te schatten. Wij schrokken zelf ook van de overweldigende reacties in die eerste speelreeks van Missie. Zeker omdat we enkele doorslaggevende keuzes voor de enscenering pas heel laat hadden gemaakt: de keuze om er een lezing van te maken, de keuze om de missionaris niet in Afrika te laten spreken, de keuze voor het sobere decor… Dat waren allemaal ingevingen van de laatste week.
Dat neemt niet weg dat we wisten dat we met de tekst goud in handen hadden. Dan doe je natuurlijk je best om met de enscenering op diezelfde hoogte te komen.
Jij hebt Missie intussen al 250 keer gespeeld, Bruno, en bent nog niet van plan te stoppen.
Vanden Broecke: Ik speel het nog twintig à dertig keer per jaar en ik wil dat blijven doen, omdat het stuk me steeds nauwer aan het hart gaat liggen. Het blijft ook de harten van het publiek beroeren. Vorige week speelde ik in Rotterdam voor honderd man in een zaal van vijfhonderd man. Dat was dus maar een kladje volk, terwijl ik op dat vlak nogal verwend ben. Maar aan het einde stonden mensen recht met hun handen nog voor hun ogen.
David heeft een reputatie in het opspitten van weggestopte hangijzers – Congo, de problemen van de democratie, zelfdoding. Is hij daar nu weer in geslaagd?
Ruëll: Zeer zeker. Het gaat opnieuw over een onderwerp dat onder tafel werd geveegd. Het is voor mij altijd een goed teken als ik zelf compleet verrast wordt door de feiten in een nieuwe theatertekst. Ik wist bijvoorbeeld niet dat de interventie in Somalië de grootste Belgische militaire ontplooiing in Afrika is geweest.
In Missie moest je het beeld dat je van zo'n missionaris had, bijstellen, en dat is nu niet anders. Je merkt dat je verbeelding over paracommando's eerder gevoed is geweest door alle goede en minder goede Amerikaanse oorlogsfilms die je hebt gezien dan door de werkelijkheid.
David, wanneer wist je dat je hierover wilde schrijven?
Van Reybrouck: De foto's bij de reeks in Humo van 25 jaar geleden, van de jongen die boven het vuur wordt gehouden en de para die op een Somaliër aan het urineren was, zijn altijd blijven hangen bij mij. Ik vond het merkwaardig dat ze zo snel weer vergeten werden. Het ging om het soort gruwel waarrond een grote stilte gaat hangen, en ik ben geïnteresseerd in hoe die stilte ontstaat. Met een doofpotoperatie had dat niets te maken, wel met de gêne om het ontsieren van een missie die het leger zelf eigenlijk wel succesvol vond. Door incidenten die op vrij ruime schaal voorkwamen. Het jaar na de missie in Somalië was er dan die in Rwanda, waar tien para's overleden. Die nationale tragedie heeft ervoor gezorgd dat we Somalië helemaal niet meer moesten herdenken.
Nadat ik twee jaar geleden te gast was geweest in Zomergasten, zat tussen de honderden reacties een mail van een para die in Somalië had gezeten en aangegrepen was door het fragment over de Waarheids- en Verzoeningscommissie die in Zuid-Afrika zo bevrijdend bleek voor de samenleving en helend voor de mensen die iets mispeuterd hadden. Hij werd de eerste getuige die ik geïnterviewd heb, en het werd meteen duidelijk hoe bezwaard zijn geweten was en hoe groot zijn verlangen om te kunnen vertellen. Want dat is iets wat wij niet goed beseffen. Para's hebben grotere kloten dan hersenhelften, hoor je wel eens. Niet dus. "Als ik mezelf al niet kan vergeven, hoe kan de samenleving me dan vergeven?" Dat was de teneur.
Van Reybrouck: Dat blijkt bijvoorbeeld uit het relaas van een legerarts die met groot idealisme vertrok, maar algauw merkte dat die vier maanden erg lang zouden duren door de spanningen binnen het korps, de opgestapelde frustraties, de wegebbende alertheid waardoor er zich domme accidenten voordeden, de hitte, het matige eten… Zulke dingen maken dat mensen met idealen op een gegeven moment zelfs niet meer worden herkend door hun partners.
Hoe kies je een lijn in het bronnenmateriaal?
Van Reybrouck: Ik heb vrij snel beslist geen geopolitieke analyse te maken. De VN-missies UNOSOM I en II en de Amerikaanse Operation Restore Hope zijn volgens mij mislukt. Somalië is vandaag het schoolvoorbeeld van een failed state. Ondanks de interventie en de doden. Het stuk is ook geen aanklacht tegen de wandaden van de Belgische para's. Er zit geen meerwaarde in een remake van de reeks in Humo. Natuurlijk is het ook geen lofzang, zoals die afschuwelijke film Black Hawk down, waarin Ridley Scott heldendaden maakt van het Amerikaanse gestuntel. Wat me wel interesseert, is nagaan hoe het gedrag van zo'n para ontspoort. Zouden wij in dezelfde omstandigheden misschien niet tot diezelfde handelingen in staat zijn?
Vanden Broecke: Nuance aanbrengen, is belangrijk. Jonge mensen moeten vandaag over heel veel gebeurtenissen in de wereld in 140 tekens en een emoticon een oordeel vellen. Dat blijkt moeilijk houdbaar als je dieper ingaat op de zaak. We leven in een tijd van polarisatie. Dan is het mooi dat je een stuk kan maken waarvoor je eens twee uur moet gaan neerzitten en meeleven in een schemergebied waarin niet alles zwart-wit is, waarin je in een direct contact met elkaar herkenbare en typische menselijkheid voorgezet krijgt.
Van Reybrouck: Het stuk begint bij daglicht. Langzaam wordt het donker, maar je ogen passen zich aan. Je gaat voor een deel mee, tot je op een bepaald moment voelt dat het toch wel heel problematisch wordt. Ik heb dat zelf ook ervaren. Als schrijver moet je je de taal van je personage eigen maken en dingen op papier zetten die je totaal abject vindt. Maar je wilt daar niet al te goed in worden. Als we op het einde opnieuw naar het daglicht gaan, merk je dat je veranderd bent.
Vanden Broecke: En dat kan niet met een stuk van een uur. Het is een fysieke zit. Je moet een aantal fases doormaken.
Een missionaris spelen, lijkt iets helemaal anders dan een para spelen, maar in wezen zou je het op dezelfde manier kunnen doen.
Vanden Broecke: Ik ben er meer en meer van overtuigd dat theater energie is en niet vorm. Het gaat erom een verhaal levend te maken. In een theater gebeurt dat in een compleet kunstmatige opstelling waarin de toeschouwers eigenlijk willen worden overdonderd en begoocheld. Het documentaire theater dat wij maken gaat daar tegenin. Het is geen show, maar gaat direct naar de boodschap. Ik moet de tekst zodanig geïnterioriseerd hebben dat iedereen alleen nog bezig is met de mededeling, en vergeten is dat daar een acteur staat. Na een matinee van Missie kwamen de veertien witte paters die in de zaal zaten me zeggen dat ze ongeveer in dezelfde streek hadden gezeten als ik. Dat is het mooiste compliment dat je kan krijgen als acteur. Ik had toen even het lef niet om te zeggen dat ik een acteur was.
Over vergiffenis: misschien durft niemand dat nog te vragen in onze maatschappij, die meteen klaarstaat met het vingertje en de straf.
Van Reybrouck: Wij hebben mensenrechten zodanig sacraal gemaakt dat iedereen die er ooit tegen gezondigd heeft, nooit meer absolutie mag krijgen. Ik weet niet of dat zo verstandig is.
Ruëll: Ik denk niet dat we vergiffenis vragen. We laten de toeschouwers vrij. Maar als je, voor we hieraan begonnen, aan mij zou hebben gevraagd wat ik vond van militairen die burgers boven een vuurtje houden, dan zou ik wel iets anders gezegd hebben dan wat ik nu zou zeggen. 'Hoe kan je nu zoiets doen,' is toch je eerste reactie? Een logische verklaring krijg je niet, maar toch een zeker begrip.
Luisteren is belangrijk.
Vanden Broecke: Zelfs politici lanceren bepaalde zaken vandaag bewust als provocatie. 'Eens een ballonneke oplaten en zien wat dat oplevert.' In het stuk Socrates dat ik momenteel speel, wordt die politicus als marktkramer een paar keer op de korrel genomen. Het is ongelooflijk hoe hard de mensen daarvoor applaudisseren.
Van Reybrouck: Het is geen toeval dat er tegenwoordig zoveel theater en fictie gemaakt wordt over politiek en democratie, terwijl dat vroeger zelden voorkwam. Van Borgen over The west wing en House of cards tot De 16: de democratisch verkozen politicus is een tragische figuur geworden.
Raven, hoe begeleid je dit proces als regisseur?
Ruëll: Bruno weet dat hij daar op een dag alleen zal staan, maar ik ga elke dag naar de repetities om te helpen de beste keuzes te maken. Zodat hij zich zo goed mogelijk ondersteund voelt. De ideeën voor de vorm groeien geleidelijk door alle gesprekken die je samen voert. Wordt het opnieuw een sobere voorstelling? Dat weet ik niet. We hebben nu wel meer dan negen jaar in de gaten dat de woorden van David niet veel meer nodig hebben. Maar het moet nog blijken wat de vertelling precies nodig heeft. Voor hetzelfde geld staat Bruno straks tot zijn hoofd in de modder op de scène.
> Para. 1 > 14/12, KVS BOL, Brussel-Stad
Lees meer over: Brussel-Stad , Podium
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.