De geschiedenis van het Zuidstation begint rond 1840 met de aanleg van een spoorlijn naar Halle en Tubeke. De Brusselse terminus werd aanvankelijk gebouwd aan wat nu het Rouppeplein is. Veel dichter bij het stadscentrum dan vandaag dus.
Jouw vraag
JOUW VRAAG: Hoe zagen het station Brussel-Zuid en de stationsbuurt er vroeger uit?
VRAAG VAN JONAS UIT SCHAARBEEK
Het zogenaamde Bogaardenstation, vernoemd naar een voormalig klooster in de buurt, was echter geen lang leven beschoren. De spoorlijn werd in de jaren nadien verder verlengd naar Bergen en de Franse grens en de reizigersaantallen groeiden zo snel dat de primitieve infrastructuur snel achterhaald was. Het station werd afgebroken en vervangen door een groter kopstation, buiten het bestaande stadsweefsel.
“Van dat eerste station is niets overbleven, maar het stratenpatroon herinnert er wel nog aan,” zegt Bert De Bisschop van Brukselbinnenstebuiten. “De huidige Stalingradlaan is bijvoorbeeld zo breed omdat die op de plaats van de spoorweg kwam. De Zuidstraat werd aangelegd om het station toegankelijk te maken vanuit het centrum.”
Het tweede Zuidstation werd letterlijk in de velden langs de Zenne gebouwd, op het grondgebied van de gemeente Sint-Gillis, vlak bij de grens met Anderlecht. Het majestueuze, neoklassieke stationsgebouw van architect Auguste Payen ging open in 1869. Voor het station kwam een nieuw, groot plein, het Grondwetplein. Dat zorgde voor de verbinding met het stadscentrum. Ten westen en ten oosten van het station onstonden heel snel nieuwe stadswijken.
In de eerste helft van de 20ste eeuw moest eerst het Grondwetplein en daarna het Zuidstation wijken voor de Noord-Zuidverbinding. Daarvoor moesten de sporen worden opgetild. De stationsfunctie verhuisde van een grote hal naar de ruimte onder de sporen. Het majestueuze kopstation werd een grote, functionele spoorweghalte. Het station verhuisde bovendien nog eens twee huizenblokken verder weg van het centrum. “Het station verloor toen zijn smoel,” zegt De Bisschop. “Vroeger had je een duidelijke toegang en een groot stationsplein met daarop aansluitend grote lanen. Nu weten aankomende reizigers vaak niet waar ze naartoe moeten, of is het voor veel mensen onduidelijk waar de ingang van het station is.”
Het modernistische station ontworpen door Adrien en Yvan Blomme en Fernand Petit werd ingehuldigd in 1952. Kenmerkend waren de hoekige klokkentoren en de gevels van gele baksteen.
Ook in de decennia nadien zat de wijk niet stil. Tussen het station en de Vijfhoek werd in de jaren 1950 de eerste tramtunnel aangelegd, de zogenaamde Grondwettunnel, met de ondergrondse halte Lemonnier. In de jaren 1960 verrees de Pensioen- of Zuidertoren, nog altijd het hoogste gebouw van het land. In de jaren 1980 werd voor de komst van de metro een volledige huizenrij langs de Engelandstraat platgegooid.
Het station onderging vervolgens een nieuwe metamorfose in aanloop naar de komst van de hogesnelheidstrein begin jaren 1990. Voor de aparte Eurostarterminal moest het station uitbreiden richting Kuregem. De chocoladefabriek van Côte d’Or verhuisde naar Halle. De komst van de TGV zou ook de rest van de wijk onherkenbaar veranderen. “Men verwachtte een grote vraag naar kantoren,” zegt De Bisschop. “Dat leidde tot speculatie en onteigeningen. De typische stationsbuurt met veel va-et-vient, kleine huizen en kleine industrie maakte plaats voor grote kantoorgebouwen.” Onder meer langs de Fonsnylaan werden verschillende huizenblokken helemaal platgegooid. Die beweging is overigens nog niet helemaal gestopt, denk maar aan het kantoorproject Victor. De discussie daarover sleept wel al jaren aan. Het Brussels Gewest probeert ondertussen ook de bouw van nieuwe woningen te stimuleren, maar heeft ook plannen om de grond nogmaals om te woelen voor de bouw van een nieuw metrostation (Grondwet).
Tegelijk wordt al jaren gepalaverd over de toekomst van het station zelf. Dat is volgens velen toe aan een nieuwe renovatie. Enkele jaren geleden was er een opvallend plan met een V-constructie bedacht door Jean Nouvel, maar dat lijkt definitief opgeborgen. Ook over een nieuwe bestemming van het oude postgebouw langs de Fonsnylaan is nog altijd geen duidelijkheid. Mede door besparingen bij de spoorwegen moeten reizigers de komende jaren niet veel meer verwachten dan de hoognodige renovatie van de perrons die al meegaan sinds de jaren 1950.
VOLGENDE WEEK: Hoe gaat het met de verborgen Koninklijke Loge in het Centraal Station?
“Van dat eerste station is niets overbleven, maar het stratenpatroon herinnert er wel nog aan,” zegt Bert De Bisschop van Brukselbinnenstebuiten. “De huidige Stalingradlaan is bijvoorbeeld zo breed omdat die op de plaats van de spoorweg kwam. De Zuidstraat werd aangelegd om het station toegankelijk te maken vanuit het centrum.”
Het tweede Zuidstation werd letterlijk in de velden langs de Zenne gebouwd, op het grondgebied van de gemeente Sint-Gillis, vlak bij de grens met Anderlecht. Het majestueuze, neoklassieke stationsgebouw van architect Auguste Payen ging open in 1869. Voor het station kwam een nieuw, groot plein, het Grondwetplein. Dat zorgde voor de verbinding met het stadscentrum. Ten westen en ten oosten van het station onstonden heel snel nieuwe stadswijken.
In de eerste helft van de 20ste eeuw moest eerst het Grondwetplein en daarna het Zuidstation wijken voor de Noord-Zuidverbinding. Daarvoor moesten de sporen worden opgetild. De stationsfunctie verhuisde van een grote hal naar de ruimte onder de sporen. Het majestueuze kopstation werd een grote, functionele spoorweghalte. Het station verhuisde bovendien nog eens twee huizenblokken verder weg van het centrum. “Het station verloor toen zijn smoel,” zegt De Bisschop. “Vroeger had je een duidelijke toegang en een groot stationsplein met daarop aansluitend grote lanen. Nu weten aankomende reizigers vaak niet waar ze naartoe moeten, of is het voor veel mensen onduidelijk waar de ingang van het station is.”
Het modernistische station ontworpen door Adrien en Yvan Blomme en Fernand Petit werd ingehuldigd in 1952. Kenmerkend waren de hoekige klokkentoren en de gevels van gele baksteen.
Ook in de decennia nadien zat de wijk niet stil. Tussen het station en de Vijfhoek werd in de jaren 1950 de eerste tramtunnel aangelegd, de zogenaamde Grondwettunnel, met de ondergrondse halte Lemonnier. In de jaren 1960 verrees de Pensioen- of Zuidertoren, nog altijd het hoogste gebouw van het land. In de jaren 1980 werd voor de komst van de metro een volledige huizenrij langs de Engelandstraat platgegooid.
Het station onderging vervolgens een nieuwe metamorfose in aanloop naar de komst van de hogesnelheidstrein begin jaren 1990. Voor de aparte Eurostarterminal moest het station uitbreiden richting Kuregem. De chocoladefabriek van Côte d’Or verhuisde naar Halle. De komst van de TGV zou ook de rest van de wijk onherkenbaar veranderen. “Men verwachtte een grote vraag naar kantoren,” zegt De Bisschop. “Dat leidde tot speculatie en onteigeningen. De typische stationsbuurt met veel va-et-vient, kleine huizen en kleine industrie maakte plaats voor grote kantoorgebouwen.” Onder meer langs de Fonsnylaan werden verschillende huizenblokken helemaal platgegooid. Die beweging is overigens nog niet helemaal gestopt, denk maar aan het kantoorproject Victor. De discussie daarover sleept wel al jaren aan. Het Brussels Gewest probeert ondertussen ook de bouw van nieuwe woningen te stimuleren, maar heeft ook plannen om de grond nogmaals om te woelen voor de bouw van een nieuw metrostation (Grondwet).
Tegelijk wordt al jaren gepalaverd over de toekomst van het station zelf. Dat is volgens velen toe aan een nieuwe renovatie. Enkele jaren geleden was er een opvallend plan met een V-constructie bedacht door Jean Nouvel, maar dat lijkt definitief opgeborgen. Ook over een nieuwe bestemming van het oude postgebouw langs de Fonsnylaan is nog altijd geen duidelijkheid. Mede door besparingen bij de spoorwegen moeten reizigers de komende jaren niet veel meer verwachten dan de hoognodige renovatie van de perrons die al meegaan sinds de jaren 1950.
VOLGENDE WEEK: Hoe gaat het met de verborgen Koninklijke Loge in het Centraal Station?
BIG CITY
Elke week gaat BRUZZ met Big City op zoek naar antwoorden op jouw vragen over Brussel. Vragen allerhande over jouw stad stel je online aan de redactie via het formulier hiernaast. De vraag met de meeste voorkeuren wordt onderzocht en beantwoord.
Ook een vraag over Brussel? Zet onze journalisten aan het werk en stel je vraag in Big City.
Big City
Zet onze journalisten aan het werk en stel ons jouw vraag over Brussel. De populairste vragen van de BRUZZ-gebruikers worden beantwoord in een reportage op een of meerdere BRUZZ-kanalen.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.