UberEats, de maaltijdleverdienst van taxibedrijf Uber, neemt het niet al te nauw met de Belgische wetgeving. Dat blijkt uit onderzoek van BRUZZ, waarbij onze reporter Saïd Al-Haddad 4 maanden lang undercover ging bij de dienst. Onbestaande aanwervingsprocedures, variërende en lage vergoedingen, een gebrek aan een arbeidsovereenkomst of enige vorm van werkzekerheid én een fiscaal systeem dat op dit ogenblik nog geen wettelijke basis heeft: het platform begeeft zich op bijzonder glad ijs.
BRUZZ stuurde vier maanden lang reporter Said Al-Haddad de baan op als UberEats-koerier. Hoe het is om voor een app te werken, lees je hier. Maar gaandeweg werd het ook duidelijk dat de manier van werken van de maaltijdleverdienst op het randje van de illegaliteit balanceert.
Twee maanden na de start van UberEats vroeg het platform zijn koeriers om een keuze te maken tussen twee sociale statuten: zelfstandige of P2P. Dat laatste statuut werd gecreëerd aan de hand van de wet-De Croo van 1 juli 2016 en voorziet in een gunstig fiscaal regime voor mensen die willen bijverdienen in de deeleconomie. Er moeten geen btw of sociale bijdragen betaald worden, alleen een persoonlijke taks van tien procent.
Maar in oktober liet het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) weten dat het koninklijk besluit rond de nieuwe regeling over P2P op zich liet wachten, omdat er nog een wettelijke basis moest gecreëerd worden voor de communicatie van het platform met de fiscus. Dat KB is ondertussen gepubliceerd en van kracht, maar platformen die van het gunstige regime wensen gebruik te maken, “moeten ook aan bepaalde voorwaarden voldoen”.
Nog geen enkel platform geniet erkenning
Met andere woorden: platformen die met het regime willen werken, moeten erkend worden door de FOD Financiën. En die is formeel. “Tot op vandaag is er nog geen enkel platform erkend. Vier platformen deden wel een aanvraag, maar de wet treedt pas in voege op 1 maart 2017,” zegt Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën.
Welke platforms al een aanvraag indienden, mag hij niet zeggen, maar Adyns is wel opnieuw zeer formeel: “Wie nu al van de regeling gebruikmaakt, neemt zich voor de wetgever.” Ook het kabinet van Van Overtveldt bevestigt dat. Over eventuele sancties wil het kabinet zich nog niet uitspreken, maar het is allerminst goed nieuws voor UberEats en eventuele andere platformen die al werken met het P2P-statuut.
Zelfstandige of werknemer?
Maar ook voor wie onder het zelfstandigenstatuut voor platformen zoals UberEats werkt, is de situatie problematisch. Dé vraag die Uber wereldwijd parten speelt, is namelijk of mensen die voor zulke platformen professionele diensten uitvoeren, wel als zelfstandige mogen worden beschouwd.
Uber, bijvoorbeeld, claimt niet meer te zijn dan een online technologisch platform, terwijl tegenstanders zeggen dat het een transportbedrijf is. “Dat onderscheid heeft grote gevolgen voor het statuut van de mensen die professionele activiteiten uitoefenen voor een dergelijk platform,” zegt Nerinckx. Met andere woorden: als Uber (en dus ook UberEats) een transportbedrijf is en niet louter een technologisch platform, dan bestaat de mogelijkheid dat de chauffeurs te beschouwen zijn als werknemers.
'Wetgever dient zijn werk te doen'
“In de VS is bijvoorbeeld beslist dat er wel degelijk sprake is van een werknemersrelatie, op basis van een band van ondergeschiktheid en de mate van controle door Uber over zijn chauffeurs,” zegt Nerinckx. “Uber is tegen die beslissing in beroep gegaan. In Groot-Brittannië besliste een rechtbank dan weer dat Uberchauffeurs workers zijn, een statuut dat een grotere bescherming biedt dan het statuut van een zelfstandige, maar minder dan dat van een werknemer. Telkens tekende Uber beroep aan.”
Volgens Nerinckx is er nog werk aan de winkel, als we die nieuwe initiatieven een duidelijke plaats willen geven in de wetgeving. “De wetgever dient zijn werk te doen en een duidelijk kader te scheppen voor wie werkt met of voor een platform. Dat zal zowel de opdrachtgever, in de vorm van meer rechtszekerheid, als de dienstverrichter, die meer sociale bescherming geniet, alleen maar ten goede komen.”
Geen kwade wil
In een reactie op onze bevindingen erkent UberEats dat het fiscale systeem een gat vertoont, maar ontkent het dat er kwade wil in het spel is. “Volgens onze kennis ging de wet rond het P2P-systeem van start in juli 2016. Daarom hebben we ook die optie aangeboden aan onze koeriers. We hebben nu kennis genomen van het koninklijk besluit dat in januari 2017 gepubliceerd werd en waarin sprake is van een registratieprocedure en de startdatum van 1 maart,” laat het platform weten.
“We hebben binnenkort een vergadering gepland met de bevoegde autoriteiten om de zaken uit te klaren.” UberEats laat ook weten dat het meteen een aanvraag heeft ingediend om erkend te worden. “We geloven dat België een voortrekkersrol speelt met dit fiscale systeem en kunnen niet wachten om er deel van uit te maken.” Wat er met het ingehouden geld moet gebeuren, kan het nog niet kwijt.
Lees meer over: BRUZZ 24
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.