Zomerreeks

'Als cafébaas ben je soms ook jeugdwerker en straatveger'

Bettina Hubo
15/07/2024

Saskia Vanderstichele

In de zomer publiceert BRUZZ elke maandag een uitgebreid interview met een Brusselaar die professioneel of privé een boeiend jaar achter de rug heeft, en tijdens de vakantie even de tijd neemt om te reflecteren. Deze week Geralda De Vos, die in september het bruin cafe Palto opende aan het pleintje voor de Sint-Lambertuskerk in Laken. "Ik wil een café zijn, een plek waar je iets komt drinken en met anderen praat. Ik serveer daarom alleen een soepje en een croque."

Biografie: wie is Geralda De Vos?

  • 45 jaar
  • Opgegroeid in Hoegaarden, woont sinds 2001 in Brussel
  • Studies politieke wetenschappen en leerkracht lager onderwijs
  • Werkte voor het Huis van Het Nederlands, gaf les op Kakelbont en coördineerde een ouderenproject in de Brabantwijk
  • Lanceerde vorig jaar zomerbar Parvis 58
  • Opende in september Café Palto

Het is donderdagochtend, 10 uur. De zware, donkere gordijnen achter de ramen van de Palto zijn nog dicht. Het café gaat vandaag pas in de vooravond open. De zon schijnt en we installeren ons buiten, op het terrasje aan de straat, voor een rustig gesprek.

Maar helemaal rustig wordt het het komende anderhalf uur niet. Er is niet alleen het klokkengegalm van de Sint-Lambertuskerk en het lawaai van het verkeer over de kasseien, er zijn ook de vele passanten die Geralda De Vos enthousiast groeten en de caféklanten die niet doorhebben dat de openingsuren onlangs zijn veranderd.

Voorts schuifelen Thomas en Grégoire langs, twee bewoners van het opvanghuis om de hoek die nu al hunkeren naar hun gratis koffie, er is buurtbewoonster Arlette die de bus van de zee-uitstap voor senioren heeft gemist en bij De Vos polst of iemand haar naar de kust zou kunnen rijden, en er verschijnen vier vertwijfelde Indiërs, die op de parking aan het Atomium bestolen werden van hun iPhones en nu als in de Elsschotnovelle Het dwaallicht op zoek zijn naar een politiebureau.

Never a dull moment op het Sint-Lambertusplein. “Dit is een speciaal, maar heel leuk plein,” lacht De Vos.

Hoe ben je op het idee gekomen om aan dit plein een café te openen?
Geralda De Vos: Dat speelde al jaren door mijn hoofd, van toen mijn kinderen net op de Kakelbontschool, hier verderop, zaten. Met andere ouders wilden we graag een plek waar wij konden zitten en de kinderen konden spelen. We fantaseerden over een cafeetje.
We zijn toen ook effectief gaan zoeken naar zo’n plek. Eerst probeerden we het bij de Rotonde, een leegstaand restant van Expo 58 vlak bij de kerk, maar het vorige Brusselse stadsbestuur wilde dat paviljoen reserveren voor de senioren.
We zijn toen wel een buurthuis begonnen in een leegstaand winkelpand. Maar ik bleef dromen van het plein. Dat vond ik veel plezanter. Ik kwam erachter dat het vroeger een levendig handelscentrum was, met restaurants, een slagerij, een schoenenzaak, een krantenboer, een deurklinkenwinkel en, op de plek van de Palto, een café. Allemaal weg, behalve restaurant Delicia. Volgens mij moest het mogelijk zijn om het plein nieuw leven in te blazen.
Verder dan dromen ben ik toen niet geraakt, want in 2017 zijn we met het gezin naar Vietnam verhuisd voor het werk van mijn man. We zijn daar vier jaar gebleven.

Toen je terugkwam, heb je de draad weer opgenomen?
De Vos: Ja, de kinderen gingen opnieuw naar de Kakelbontschool, ik had nog niet meteen een job en ik zag dat er op het plein niet veel veranderd was. Het pand van het café van weleer waren ze net aan het verbouwen. Ik dacht: dit moet opnieuw een café worden, alleen zo kan het plein herleven.
Ik heb een briefje onder de deur gestoken en met wat overtuigingskracht ging de eigenaar akkoord om de benedenverdieping aan mij te verhuren. In september gingen we open.

'Toen ik een aantal jongeren vroeg om overdag op het terras geen joints te roken, is de sfeer gekanteld. Er kwamen agressieve reacties, scheldpartijen. Ze rijden zelfs met een rotvaart op het trottoir voorbij om ons op stang te jagen, te tonen dat ze er zijn'

Wat voor café had jij in gedachten?
De Vos: Een gewoon café, een normaal café. Mijn grootmoeder baatte destijds de parochiezaal uit. Als kind ging ik daar afwassen en de flesjes in de juiste bak zetten. Soms hielp ik bij de bediening. Er waren de kaarters die heel luid Troef! riepen en als je niet kon volgen met pintjes nam je een reep chocolade. Dat was voor mij een café.
Ook later, bij de scouts, verzamelden we in een soort parochiecafé. Je ging ernaar toe en wist dat er volk zou zijn dat je kende. Voor mij is dat wat een café hoort te zijn, een plek waar je iedereen tegenkomt.
Ik miste dat enorm toen ik in Laken kwam wonen. Ik moest altijd afspreken, twintig berichtjes sturen, heb je al plannen voor vanavond? Ik had nergens een plek waar ik gewoon heen kon met het idee: ik zie wel wie er opduikt.

Er zijn nochtans genoeg cafés in Laken.
De Vos: Er zijn hier veel cafés, die er soms best goed uitzien, maar die geen ziel hebben. Waar iemand achter de toog staat die je gewoon geeft wat je vraagt, zonder meer. Dat is voor mij geen café. Daar voel je geen gezelligheid. In een café moet je kunnen babbelen met elkaar.
Dat is ook de reden waarom ik geen spaghetti op de kaart wilde. Anders komen mensen een spaghetti eten. Ik wou café zijn, een plek waar je iets komt drinken en met anderen praat. Ik serveer alleen een soepje en een croque.

abb4bad4-bruzz2024-470-cafepaltogeraldadevos.jpg

Saskia Vanderstichele

| 'Er zijn veel cafés in Laken, die er soms best goed uitzien, maar die geen ziel hebben. Waar iemand achter de toog staat die je gewoon geeft wat je vraagt, zonder meer. Dat is voor mij geen café.'

Niet alleen jij voelde dat gemis aan zo’n verzamelplek, er was blijkbaar bij velen die behoefte, vooral bij Nederlandstaligen.
De Vos: Er zijn inderdaad veel Nederlandstalige klanten. Dat komt natuurlijk omdat ikzelf een Nederlandstalig netwerk heb en die mensen brengen hun vrienden mee. Bij hub.brussels, waar ik vooraf een coaching heb gedaan, hoorde ik dat Nederlandstaligen blijkbaar een trouw publiek zijn. Misschien hebben wij ook iets meer een cafécultuur, maar er zijn zeker ook Franstalige gezinnen die zich hier erg thuis voelen.

Heb je bij Palto ondertussen echte stamgasten, mensen die alleen komen?
De Vos: Ja, velen komen alleen en dat vind ik heel tof. Negen kansen op de tien komen ze iemand tegen die ze van vroeger kennen of die ze hier hebben leren kennen.
Sommigen komen binnen om een babbeltje met mij te slaan, maar als ik druk ben en er zit volk aan de toog, dan stel ik iedereen voor aan elkaar.

Palto is een gewoon café, zeg je, maar het is ook veel meer als je kijkt naar alle activiteiten die hier gebeuren, van een Italiaanse avond tot een gierzwaluwenwandeling.
De Vos: Er gebeurt inderdaad veel. Wij hebben hier regelmatig een kaartavond, een quiz of een feestje, maar dat hoort voor mij bij een gewoon café. Je moet dingen doen om publiek te trekken.
Mijn idee bij al die activiteiten is: het zijn de klanten die het moeten voorstellen en dan zelf wat volk meenemen. Zo vonden mensen die zelf graag fietsen dat het café een wielerclub moest hebben. Die is er nu. Drie klanten kwamen elk afzonderlijk met de suggestie voor een boekenclub. Ik heb een appgroepje gemaakt en hup, de club was geboren.
Ook was er een kapster die een plek zocht. Zij knipt hier nu één keer per maand in ons achterzaaltje. Voor vrouwen kost het 40 euro, drankje inbegrepen, coupe de cheveux, coupe de cava.
Dat is wat ik graag doe, mensen verbinden, zorgen dat alles waar iedereen van droomt, ook gebeurt.

Eind juni ging op het plein ook zomerbar Parvis 58 opnieuw open, nu met een nieuw concept.
De Vos: Parvis 58 was vorige zomer een soort plan B omdat het café nog niet klaar was. Ik kon twee caravannetjes op de kop tikken en ben daarmee een zomerbar begonnen, met succes. Het was nooit mijn bedoeling om dat plein voor mezelf op te eisen.
Dit jaar heeft Parvis 58 een wisselbar, die elk weekend door iemand anders uit de buurt wordt uitgebaat. Wij doen het een keer en het Roemeense restaurant om de hoek, maar ook Boscoop, de duurzame kruidenier die begin dit jaar openging, en de nieuwe snack doen mee. Ook zijn we een gezamenlijke menukaart aan het maken voor het terras.

Hoe bevalt het om cafébaas te zijn?
De Vos: Ik doe het graag en het past bij mij. Het is wel heel moeilijk om er een inkomen uit te halen. Dat is frustrerend. Ik had het makkelijker ingeschat.
De Palto is populair, iedereen is blij dat we er zijn. Probleem is dat alle mensen vaak op hetzelfde moment komen en het dan lijkt alsof het hier geweldig goed draait. “Dat is nogal een succes, uw café,” hoor ik vaak.
Maar we hebben ook extreem kalme uren gehad, vaak in de week overdag. Een leeg café vind ik verschrikkelijk. Dan is het financieel ook bijna niet mogelijk om je te laten vervangen door andere tappers, want die moet je voor die uren wel betalen. Terwijl het nooit mijn bedoeling was om hier altijd, elk weekend, te zijn.
Begin juni heb ik beslist: ik doe open wanneer er volk is. Woensdag en donderdag dus niet meer vanaf ’s ochtends, maar pas vanaf vijf uur ‘s namiddags. Eigenlijk creëer ik daardoor meer inkomsten, en tijd.

60193a22-bruzz2024-472-cafepaltogeraldadevos.jpg

Saskia Vanderstichele

| 'Toen ik een aantal jongeren vroeg om overdag op het terras geen joints te roken, is de sfeer gekanteld. Er kwamen agressieve reacties, scheldpartijen. “Dat is hier van ons.” Sindsdien is er nog weinig contact. Ze rijden met een rotvaart op het trottoir voorbij om ons op stang te jagen, te tonen dat ze er zijn.'

Zijn er nog andere zaken die je onderschat hebt?
De Vos: Ja, het samenleven op het plein. Voor mij moet het een ontmoetingsplek zijn. Ik wilde de hele buurt betrekken bij het project om het plein te doen herleven, maar dan zijn er bijvoorbeeld die joints rokende hangjongeren. Ook met hen wilde ik connectie. Ik vond het prima dat ze vorige zomer onze tafels en stoelen gebruikten, ook zonder iets te bestellen.
Maar ze ruimden hun afval niet op, dat moest ik dan ’s ochtends doen. Ze stookten ook vuurtje op het plein en een van de caravannetjes werd gevandaliseerd. Op die momenten voel je je, behalve cafébaas, ook jeugdwerker en straatveger.
Toen ik hen vroeg om overdag op het terras geen joints te roken, is de sfeer gekanteld. Er kwamen agressieve reacties, scheldpartijen. “Dat is hier van ons.”
Sindsdien is er nog weinig contact. Ze rijden met een rotvaart op het trottoir voorbij om ons op stang te jagen, te tonen dat ze er zijn.
Dat is een beetje een ontgoocheling, of beter gezegd, een spiegel die je wordt voorgehouden. Samenleven is niet gemakkelijk.
En dan zijn er ook nog de dronken clochards die je terras komen animeren en die je voorzichtig moet wegwerken. En de mensen van het opvanghuis. Thomas en Grégoire hielpen me in het begin soms bij het opzetten van de terrastafels en hen geef ik sindsdien een koffie. Maar ik kan ze niet allemaal ontvangen, dat gaat niet.
Ik besef intussen dat de publieke ruimte managen veel moeilijker is dan het beheer van mijn eigen café. Mijn eigen klanten zijn heel makkelijk en vriendelijk.

Heb je nog meer plannen met deze buurt?
De Vos: Ideeën genoeg. Voor de heraanleg van het plein bijvoorbeeld, dat nu niet meer is dan een doodlopende straat voor de kerk. Of voor de kerk zelf, die dicht is en waar ruimte zou kunnen worden gemaakt voor huiswerkklassen en concertjes. Samen met enkele klanten hebben we zelfs al zitten denken aan een rusthuis in een leeg pand hier verderop.
Ik ga dat allemaal zelf niet organiseren. Ik probeer gewoon iedereen in te zetten om onze wijk fijner en mooier te maken. Ik kan het niet laten.

BRUZZ zomert

Ook deze zomer zorgt BRUZZ voor de nodige entertainment met leestips, interviews, en live-uitzendingen vanaf verschillende evenementen in Brussel.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni