'Maestro' Ensor in Bozar: 'Hij had de Brusselse humor, de zwanze'

Met meer dan 150 stukken van James Ensor pakt Bozar het groots aan in de nieuwe tentoonstelling James Ensor. Maestro. De Oostendse schilder verhuisde als student naar Brussel en vond hier zijn 'nieuwe Jeruzalem'. "Daar moest hij het maken. En daarom komt Jezus toe in Brussel, dat is hij die toekomt", zegt Ensorkenner en curator Xavier Tricot aan BRUZZ.

Aan het begin van de tentoonstelling wacht een kleurrijke stoet mensen de bezoeker op. Het gaat niet om het origineel, dat te fragiel is om het J.P. Getty Museum in het Amerikaanse Los Angeles te verlaten, maar wel om een wandtapijt uit 2008 dat de De intrede van Christus in Brussel in 1889 afbeeldt.

Het monumentale werk toont Ensor zoals we hem kennen: we zien maskers en geraamtes, felle kleuren en groteske figuren, een krioelende mensenmassa en, daarin bijna niet te onderscheiden, Jezus Christus die op een troon door de straten van Brussel wordt gedragen.

Maar Ensor is meer dan De intrede, is het punt dat Bozar met deze tentoonstelling wil maken. Naast het (wandtapijt van het) magnum opus zijn nog ongeveer dertig olieverfschilderijen, tachtig werken op papier en veertig documenten zoals manuscripten en partituren te zien.

Ballet

Zo schreef en componeerde de kunstenaar zelfs een ballet, La Gamme d'amour (Flirt van marionetten). De tentoonstelling werpt ook licht op zijn vroege werken, in een realistische en impressionistische tendens, en zijn verbeelding van Jezus Christus, met wie de kunstenaar zich lijkt te vereenzelvigen.

In 1929, Ensor was toen al een gevierd kunstenaar, liep een retrospectieve over zijn werk in Bozar: met 337 olieverfschilderijen, 325 werken op papier, 135 prenten en De intrede was het de grootste ooit. In James Ensor. Maestro is 1929 nooit veraf.

Bezoekers kunnen archiefbeelden van de retrospectieve bekijken en naar een audio-opname van een toespraak die Ensor toen in Bozar hield, luisteren.