België haalt eigen doelstelling niet, Brussel investeert het meest

De overheidsinvesteringen in België in 2022 bedroegen 2,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Zonder extra inspanningen zal het land de eigen investeringsdoelstellingen - 4 procent van het bbp tegen 2030 - niet halen. Dat staat in een rapport van de Studiecommissie voor Overheidsinvesteringen, die voor het eerst de overheidsinvesteringen in kaart bracht.

De overheden investeerden 15,3 miljard euro in 2022. Dat geld ging naar zaken als onderwijs, defensie, openbare orde en vervoer. Twintig jaar geleden lagen de overheidsinvesteringen nog een stuk lager, op 2 procent van het bbp.

Toch is bij ongewijzigd beleid het investeringsniveau onvoldoende om de door de regering van premier Alexander De Croo (Open VLD) vooropgestelde doelstelling van 4 procent van het bbp tegen 2030 te bereiken. De Studiecommissie voor Overheidsinvesteringen verwacht dat de overheidsinvesteringen dit jaar zullen pieken op 3,1 procent van het bbp, om nadien weer te dalen tot 2,8 procent bbp in 2029.

Aan de andere kant liggen de overheidsinvesteringen net hoog genoeg (gemiddeld 2,8 procent van het bbp over vier jaar) om te voldoen aan de minimumvereisten van het Europese begrotingskader. Dat is belangrijk om de sanering van de begroting te kunnen spreiden over zeven jaar in plaats van vier.

Brussel op kop

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest investeert het meest, uitgedrukt in percentage van de ontvangsten: 10,8 procent. Dan volgt Vlaanderen met 8,4 procent, in het Waals Gewest is dat 4,2 procent.

Vergeleken met de buurlanden liggen de investeringen in België lager op het vlak van zowel defensie, milieubescherming als huisvesting en collectieve uitrusting (zoals verlichting en watervoorziening). Onderzoek en ontwikkeling wordt dan weer "relatief sterk ondersteund."

De Studiecommissie voor Overheidsinvesteringen pleit onder meer om de informatie rond investeringen te centraliseren en de gegevens van de verschillende overheidsniveaus beter te harmoniseren.