Brussel ‘alert, maar niet bezorgd’ over nieuwe variant mpox-virus

EC
© BRUZZ
16/08/2024

Een nieuw mpox-virus, ook wel apenpokkenvirus genoemd, baart de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zorgen. Intussen is een eerste besmetting in Europa bekend. De preventieplannen liggen klaar, belooft de Brusselse gezondheidsdienst Vivalis. “Wij weten wie te contacteren in geval van een besmetting en we staan in contact met de reisklinieken.”

Het apenpokkenvirus, tegenwoordig neutraler benoemd als mpox, is een variant van de uitgeroeide pokken. Het zorgt bij patiënten voor pijnlijke blaasjes en letsels op de huid. Het virus bleef lange tijd beperkt tot Sub-Sahara-Afrika, maar maakte twee jaar geleden een oversteek naar Europa. Een variant uit West-Afrika zorgde toen voor verschillende uitbraken, ook in ons land. Op het hoogtepunt waren er zo’n tweehonderd gevallen bekend in Brussel. Het ging vooral om mannen die frequente en risicovolle seksuele contacten hadden met andere mannen.

Een nieuwe variant van het virus baart de Wereldgezondheidsorganisatie nu meer zorgen dan die uit 2022. “In Oost-Congo circuleert al een tijdje een nieuwe stam van mpox, 1B, die zich niet alleen verspreidt via seksueel contact, maar ook makkelijker via ander direct contact,” legt viroloog Johan Neyts (KU Leuven) uit. Denk aan elkaar knuffelen of kussen, maar ook het delen van kledij of lakens. “Op die manier is het virus sneller over te dragen.”

apenpokken.jpg

De letsels zijn bij patiënten nu, vaker dan bij de vorige variant, verspreid over het hele lichaam. “Bij ernstige letsels of ontsteking is adequate gezondheidszorg absoluut nodig,” zegt Neyts. In de Afrikaanse landen waar het virus voorkomt, ontbreekt die zorg soms. Daar zijn nu al meer dan vijfhonderd doden gevallen. Deze week raakte ook een eerste besmetting in Europa bekend: een reiziger had het virus meegenomen naar Zweden.

Moeten we ons hier ook zorgen maken? Bij Vivalis, de Brusselse gezondheidsadministratie, beloven ze dat de preventieplannen klaarliggen. “Wij hebben ervaring met de apenpokken door de uitbraak in 2022 en er zijn de nodige protocols om een crisis de baas te kunnen,” zegt woordvoerder Frédéric Pellissier van Vivalis. “Wij weten wie te contacteren in geval van een besmetting en we staan in contact met de reisklinieken.” De komende dagen volgt wellicht communicatie voor verenigingen en gemeenschappen die prioritair risico lopen op besmetting, zegt Pellissier.

Vaccinatie

“Wij hebben al contact gelegd met ziekenhuizen en organisaties rond seksuele gezondheid,” klinkt het in het verenigingsleven van mannelijke sekswerkers in Brussel. Zij waren in 2022 sterk getroffen, net als andere mannen die frequent en risicovol seksueel contact hadden met mannen. “Bij alle types seksueel overdraagbare aandoeningen weten we dat er statistisch gezien meer risicocontacten zijn bij deze groep mannen. We willen hen dus correct informeren. Gelukkig zijn er, in tegenstelling tot de vorige keer, nu wel genoeg vaccins.”

“Veel mannen die frequent seks hebben met mannen hebben twee jaar geleden goed begrepen wat mpox zijn en kunnen dus efficiënt geïnformeerd worden”

Johan Neyts

Professor virologie KU Leuven

Heel wat mannen uit deze doelgroep zijn al in 2022 ingeënt, zegt viroloog Neyts. “Dat geeft hen een langdurige bescherming. Mocht het virus toch weer circuleren, dan verwacht ik een tijdelijke gedragsverandering bij die gemeenschap. Zij hebben twee jaar geleden goed begrepen wat mpox zijn en kunnen dus efficiënt geïnformeerd worden.” Ook wie voor 1979 geboren is, zou gedeeltelijk beschermd moeten zijn dankzij het normale pokkenvaccin, zegt Neyts nog.

In het Sint-Pieterziekenhuis, in 2022 het centrale vaccinatiepunt tegen mpox in Brussel, slaan ze voorlopig geen alarm. “Wij blijven alert, maar merken geen enkele toename van besmettingen ten opzichte van vorig jaar,” zegt woordvoerster Melina Garcia. Het gaat dan om de vorige mpox-variant. “In geval van een uitbraak met de nieuwe variant hebben wij een veel betere gezondheidszorg dan in veel Afrikaanse landen. De situatie is dus niet te vergelijken. Wie bij ons besmet raakt, zal sneller genezen.”

Risicomaatregelen

Dat zegt ook Johan Neyts. “Wij hebben betere pijnmedicatie en verzorging voorhanden dan in regio’s als Oost-Congo, waar al lang conflict heerst. Ik veronderstel bovendien dat veel Afrikaanse Brusselaars het virus zullen kennen via de media uit hun herkomstland. Informatiecampagnes zijn wel aan te raden in verschillende talen,” zegt Neyts.

“Wie letsels heeft, moet logischerwijs in quarantaine tot alle blaasjes zijn genezen. Afhankelijk van patiënt tot patiënt kan dat twee weken tot langer duren”

Johan Neyts

Professor virologie KU Leuven

Komende maandag komt de Risk Assessment Group (RAG) met federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) samen om eventuele maatregelen te bekijken. Volgens Neyts zal naast preventie ook contacttracing van besmette patiënten belangrijk zijn, net als quarantainemaatregelen. “Wie letsels heeft, moet logischerwijs in quarantaine tot alle blaasjes zijn genezen. Afhankelijk van patiënt tot patiënt kan dat twee weken tot langer duren,” zegt de viroloog. “In hoeverre hun contacten dat ook moeten, valt te bekijken. Het is nu vooral zaak om besmettingen snel te detecteren en verspreiding te beperken.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni