Hervorming civiele bescherming: voorlopig geen Brussels belangenconflict

De federale regering en het Brussels gewest hebben woensdag beslist om een werkgroep op te richten die de gevolgen van de hervorming van de Civiele Bescherming moet analyseren. De Brusselse regering dient dan ook (voorlopig) geen belangenconflict in.

Begin augustus dreigde Brussels staatssecretaris Cécile Jodogne (Défi), bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, ermee om een belangenconflict in te dienen tegen de hervorming die de federale regering enkele dagen eerder was overeengekomen. Die beslissing zou Jodogne ten laatste vandaag nemen, wanneer de verschillende regeringen van het land voor het eerst na het zomerreces weer samen zaten voor een vergadering van het Overlegcomité.

De hervorming van de Civiele Bescherming bouwt het aantal operationele eenheden af van zes naar twee: enkel de posten in Brasschaat (nabij Antwerpen) en Crisnée (nabij Luik) worden behouden. Ook zullen dringende eerstelijnstaken, zoals uitrukken bij brand of verkeersongevallen, niet meer bij de Civiele Bescherming terechtkomen.

Het Brussels gewest voelt zich door de hervorming benadeeld, met name wat betreft de afhandeling van ongelukken en aanslagen met chemische, nucleaire en explosieve stoffen. Het zou te lang duren eer het juiste materiaal de hoofdstad bereikt, luidt het. Volgens het kabinet-Jodogne zijn de federale en de Brusselse regeringen nu overeengekomen om een werkgroep op te richten om de gevolgen van de hervorming voor het Brussels gewest te laten analyseren.

In deze werkgroep zullen regionale en federale experts zetelen, net als vertegenwoordigers van de kabinetten van Jodogne en van federaal minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Tegen eind dit jaar moet de werkgroep haar werkzaamheden afronden.

Als zou blijken dat de middelen die vrijgemaakt worden voor de veiligheid van de Brusselaars en al wie "van Brussel gebruikmaakt" onvoldoende zijn, zal Brussel wel degelijk een belangenconflict indienen, aldus nog Jodogne.