De start van het assisenproces tegen de verdachten van de dodelijke schietpartij in Vorst in 2020 heeft een onverwachte wending genomen. De advocaten van beklaagde Mohamed-Amine Dardour hebben aangeklaagd dat hun cliënt tijdens het transport naar de rechtbank slachtoffer zou zijn geworden van politiegeweld.
Assisenproces dodelijke schietpartij in Vorst start met incident
Maandagochtend is het assisenproces tegen Mohamed-Amine Dardour, Youssef Jeddi en Younes Bakkali van start gegaan. Bij de start van de zitting stelden de advocaten van Dardour echter dat hun cliënt buitensporig hard werd aangepakt door de politie in zijn rechtbankcel. Ze eisten dat een wetsdokter de verwondingen van hun cliënt zou vaststellen.
Op videobeelden die daarop werden getoond, is te zien hoe agenten Dardour een deken geven in zijn cel tegen de kou. Dardour wierp het deken naar de agenten en zou hen verbaal hebben bedreigd. De agenten overmeesterden hem daarop hardhandig, waarna Dardour moest overgeven. Na het incident werd de aanklacht door de openbaar aanklager voorgelezen.
Lichaam voor wassalon
De drie staan terecht voor de moord op de 23-jarige Brusselaar Soufiane Benali en de poging tot moord op twee andere jongens van 17 en 19 jaar oud. Op 5 juli 2020, rond 00.30 uur 's nachts, kreeg de Brusselse politie een oproep voor een schietpartij in de Alfred Orbanstraat in Vorst. De agenten vonden voor een wassalon het lichaam van Benali.
De agenten van politiezone Brussel Zuid gingen al snel uit van een afrekening in het drugsmilieu. Het onderzoek werd na ernstige fouten overgedragen aan de Brusselse federale gerechtelijke politie (FGP).
Volgens het onderzoek stond Dardour aan het hoofd van de drugsbende die handelde in cannabis en cocaïne. Jeddi zou zijn rechterhand zijn geweest en de derde verdachte, Bakkali, zou de dealers hebben gecoördineerd. Wat de precieze rol van slachtoffer Soufiane Benali was, is niet duidelijk.
Lees meer over: Justitie , soufiane B. , Soufiane Benali , assisenproces , dodelijke schietpartij , Brussel Kort