Proces Sky ECC: 'cannabistuinman' vraagt lichtere straf

De verdediging van een werkman in cannabisplantages pleitte maandag op het groot drugsproces in de Brusselse correctionele rechtbank voor "een straf die eerlijker is" dan de negen jaar gevangenisstraf die het federaal parket heeft gevorderd. De raadsman vroeg een straf met uitstel gezien de zestien maanden voorhechtenis van zijn cliënt. Volgens zijn advocaat was Dario H. een "tuinman" maar geen lid van een van de criminele organisaties op dit proces.

Op de telefoon van Dario H. waren foto's van hem te zien in cannabisplantages. De verdediging betwistte zijn rol niet in de cannabistrafiek, maar ontkende elke betrokkenheid bij cocaïnehandel. "Er zijn banden met andere beklaagden; gesprekken over met name de hoogte van cannabisplanten, maar op geen enkel moment praten ze over werk dat verband houdt met harddrugs", aldus zijn verdediging.

"Arbeider zijn van een cannabisplantage en gelinkt zijn met de verkoop en met een harddrugslaboratorium is niet hetzelfde", aldus de advocaat, die verzekerde dat zijn cliënt nooit werkte aan de Victor Jacobslaan in Etterbeek, waar een drugslaboratorium was gevestigd. Dit in tegenstelling met verklaringen van medebeschuldigde Durim V.. Hij nam het appartement waarin Dario H. verbleef over en gaf toe dat de versnij producten en de drugs van hem waren. "Dario H. was niet verantwoordelijk voor de huisvesting", verzekerde zijn advocaat, ook niet voor het appartement aan het Flageyplein dat vuur vatte.

Dario H. erkende dat hij vijf maanden in het appartement aan de Victor Jacobslaan woonde, maar bleef "op afstand" van de zaken van Eridan M.G., een van de vermeende leiders.

Familiale banden

Over de banden van de beklaagde met andere personen in de zaak, in het bijzonder met zijn neef, Maringlen C.V., verzekerde de verdediging dat het enkel familiale banden betrof. "Als mijn cliënt dacht dat hij met leden van de criminele organisatie samenwerkte, was dat uiteindelijk niet het geval'. De advocaat verwees daarbij naar het contact met Abdelhak H., die ook wordt genoemd in het dossier, voor een baan in de bouw die er nooit kwam, wat gesprekken over een "schuld" verklaart.

De verdediging van Toufiq B. pleitte de vrijspraak. Zijn advocaten verzekerden dat hij geen "leider" was, maar een "tussenpersoon" en hekelden de procedure. "Je beschikt niet over alle gesprekken, geen context en geen zekerheid over wat er is uitgewisseld", benadrukte een van de advocaten, waarbij de vraag naar de betrouwbaarheid met betrekking tot het verzamelen van gegevens van gecodeerde telefoons werd opgeworpen.

De man zou aan het hoofd hebben gestaan van een organisatie die ladingen cocaïne uit de Antwerpse haven haalde, voor rekening van beweerd kopstuk Abdelwahab G., maar ook voor andere criminele organisaties. Het federaal parket heeft een gevangenisstraf van 15 jaar en een geldboete van 800.000 euro gevorderd tegen hem.