Raadkamer verklaart klacht tegen Brusselmans onontvankelijk, EJA in beroep

De klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter van de Brusselse European Jewish Association (EJA) naar aanleiding van de column van auteur Herman Brusselmans in weekblad Humo, is onontvankelijk. Dat heeft de raadkamer in Gent vrijdag beslist. EJA gaat wel in beroep tegen de beslissing bij de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling, zegt advocaat Sven Mary.

De European Jewish Association, waarvan het hoofdkantoor is gelegen in de Hoornstraat in Etterbeek, kondigde op 9 augustus al aan juridische stappen te nemen na de column en meldde op 16 augustus dat het ging samenwerken in het dossier met het Forum der Joodse Organisaties (FJO), Joods Informatie en Documentatiecentrum (JID), de Israëlitische gemeente van Antwerpen Shomre Hadass en de Belgische Liga tegen antisemitisme (LBCA).

De klacht met burgerlijke partijstelling van EJA bij de onderzoeksrechter op 22 augustus kwam er op basis van het aanzetten tot haat of geweld tegen de Joodse gemeenschap. Ook het gelijkekansencentrum Unia diende een klacht in.

Antiracismewet

Brusselmans zou volgens Unia met zijn column de antiracismewet overtreden hebben en hebben aangezet tot haat of geweld tegen personen van Joodse afkomst.

Dat opsporingsonderzoek op niveau van het parket loopt nog, maar van een uitgebreid gerechtelijk onderzoek na de klacht van vzw EJA is dus nog geen sprake, omdat het parket meent dat de burgerlijke partijstelling van de vzw onontvankelijk is.

Volgens het parket kon de EJA geen belang als burgerlijke partij aantonen omdat uit de statuten van de vzw niet blijkt dat ze discriminatie zou bestrijden. "Het louter verdedigen van de belangen van de Joodse gemeenschap, zoals aangegeven in de klacht met burgerlijke partijstelling en afgeleid uit haar statuten, volstaat niet, stelde het parket in de vordering. De raadkamer volgde vrijdag de vordering van het parket en verklaarde de klacht onontvankelijk.

In beroep

De vzw EJA gaat in beroep, zegt Sven Mary. "De vzw heeft als maatschappelijk doel om de rechten en belangen van de Joodse gemeenschap te beschermen. EJA heeft zich burgerlijke partij gesteld omdat de belangen van de Joodse gemeenschap geschaad worden door het misdrijf en de veiligheid van de Joodse gemeenschap op zich in gedrang komt."

De kamer van inbeschuldigingstelling in Gent moet nu oordelen over de burgerlijke partijstelling. Het parket stelt dat het opsporingsonderzoek na de klacht van Unia nog loopt, maar geeft geen verdere details.

De zaak staat ook los van de rechtstreekse dagvaarding die ingediend werd tegen Brusselmans door vzw JID, het Joods Informatie- en Documentatiecentrum.