Sky ECC: Parket vordert twintig jaar cel tegen vermeend kopstuk Abdelwahab G.

Het federaal parket heeft maandag op het Encrochat/Sky ECC-drugsproces in Brussel twintig jaar gevangenisstraf geëist tegen Abdelwahab G., de nummer twee in het vizier van de aanklager na Eridan M.G. Voor drugskoeriers D.M. en Marc R. vroeg het parket respectievelijk zeven jaar en acht jaar celstraf.

Abdelwahab G. had talloze contacten opgebouwd om cocaïne en cannabis te importeren via de haven van Antwerpen en via de lucht. Het netwerk dat hij leidde had betrekking op de import van drugs uit Latijns-Amerika, de uithaling uit de haven van Antwerpen, de logistiek van de getransporteerde drugs en de verdeling van de winsten en investeringen.

In een gesprek met Hassan T., voor wie het OM ook twintig jaar gevangenisstraf heeft gevorderd, bespraken de twee mannen bijvoorbeeld de aankomst van een vliegtuig in Brussel en hoe de goederen van de uit Ecuador afkomstige 'albatros' moesten uitgehaald worden, illustreerde de aanklager.

Voor de via Antwerpen ingevoerde drugs regelde de vijftiger de uithaling uit de haven om ze vervolgens naar opslaglocaties te transporteren. "Daar komt Eridan M.G. tussen in de 'business' van Abdelwahab G. De Albanees sloeg de verdovende middelen op en waste dankzij zijn laboratoria de cocaïne uit de producten waarmee ze tijdens het transport waren vermengd," vervolgde de procureur.

‘Team’

Als logistieke medewerker bood Abdelwahab G. onderdak aan chauffeurs in het kader van trafiek, onder meer voor Eridan M.G., vervolgde het openbaar ministerie. Tot slot verdeelde hij het geld uit de drugstrafiek tussen de verschillende schakels in de keten, aldus de aanklager.

Hij verwees met name naar een gesprek waarin de verdachte aangaf "5.000 euro te hebben gerecupereerd" van een handlanger, tot wie hij zich richtte. Tot ongenoegen van zijn gesprekspartner, die op meer hoopte, antwoordt hij: "We zijn een team, weet je nog."

Naast de gevangenisstraf van twintig jaar eiste het federaal parket de maximale boete van 800.000 euro, de verbeurdverklaring van minstens 2,5 miljoen euro, een verbod gedurende tien jaar om een bedrijf te leiden en een ontzetting uit zijn rechten voor dezelfde periode.

Huis in Lasne

Daarnaast eiste het parket maandag zeven jaar celstraf voor cocaïnekoerier D.M. Hij gaf toe zes reizen te hebben gemaakt in opdracht van Eridan M.G., de vermeende leider van de criminele organisatie actief in drugshandel. "De man aanvaardde ook dat de drugshandelaren op naam van zijn bedrijf een auto inschreven die voor de trafiek werd gebruikt," klonk het bij de openbare aanklager.

Op de zitting legde de vijftiger uit dat hij een paar jaar geleden failliet ging en dat er een schuldenregeling liep. De coronacrisis gaf hem vervolgens de genadeslag, legde hij uit. "D.M. woont in een mooi huis in Lasne, heeft een grote auto, speelt golf en gaat op vakantie naar Marbella," wierp de procureur op. "Nee, hij heeft geen echte financiële problemen."

Vooruitlopend op de argumenten van de verdediging, verwerpt het parket elke straf met uitstel of met probatie. "Hij transporteerde ruim honderd kilo cocaïne. Dat zou zwaarwichtige feiten wel erg bagatelliseren."

Zijn partner, V.P., kende de activiteiten van D.M. "Ze vergezelt hem soms en helpt hem de winsten uit de drugshandel wit te wassen." Eens ze verontrust raakt, koopt ze in Spanje nog snel een pand. De procureur eiste voor haar 42 maanden gevangenisstraf en een boete van 320.000 euro. Ten slotte eiste de aanklager een "uitzonderlijke" werkstraf of, als alternatief, twintig maanden gevangenisstraf tegen de zoon van V.P. en stiefzoon van D.M., die op moment van de feiten nog studeerde.

Canarische Eilanden

Voor drugskoerier Marc R. vroeg het parket vervolgens acht jaar celstraf. Hij bekende voor rekening van Eridan M.G., het vermeende kopstuk, verschillende reizen te hebben gemaakt naar Duitsland en Italië.

De zestiger transporteerde minstens 140 kilogram en wist dat het drugs waren, berekende de openbare aanklager. "Waarom zou je dit op zijn leeftijd doen?" De aanklager schoof het argument van financiële moeilijkheden terzijde: de beklaagde had tijdens de coronacrisis een vervangend inkomen ontvangen, hij was eigenaar van zijn villa en had een vakantiehuis op de Canarische Eilanden.

"Gezien de vergoeding per transport (circa 10.000 euro, nvdr.) had hij na één reis kunnen stoppen. Maar nee, terwijl hij net een werkstraf achter de rug had na een veroordeling voor een cannabisplantage, zette Marc R. zijn werkzaamheden voort: uit winstbejag," hekelde de procureur.

De magistraat verzette zich daarom tegen elke maatregel met uitstel. Verder eiste hij een boete van circa 150.000 euro en verbeurdverklaring van 50.000 euro. "Omdat u gaat zeggen dat hij al oud is, vraag ik u te bedenken dat hij niets uit zijn fouten heeft geleerd. Niets!" richtte hij zich tot de rechters. "Bij elk transport werd meer dan 100 kilo vervoerd."