Meerderheid en oppositie schaven aan regeling voor terreurslachtoffers

Meerderheid en oppositie in de Kamer sleutelen achter de schermen nog steeds aan een regeling voor de slachtoffers van 22 maart en andere terreurslachtoffers. Voor het zomerreces moet een eerste deel groen licht krijgen. Een ruimere hervorming is voor het najaar.

Het oorspronkelijk ingediende wetsontwerp schoot in de ogen van de slachtofferverenigingen tekort. De tekst vereenvoudigde hun situatie volgens hen allerminst en bood slechts uitzicht op beperkte vergoedingen en heel wat slachtoffers bleken er niet onder te vallen.

De regering beloofde intussen bijsturingen, terwijl ook de oppositie amendementen klaar heeft. Achter de schermen werd daar de voorbije dagen al over samengezeten en ook in de komende dagen staan nog contacten gepland. Volgende week zullen minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) en van Justitie Koen Geens (CD&V) meer tekst en uitleg geven bij de plannen.

Vast staat intussen dat in twee stappen wordt gewerkt. De reeds ingediende tekst van De Block en collega minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) zal beperkt blijven tot slachtoffers die Belg zijn of in België verbleven op het moment van de aanslag. Ze voorziet onder meer in de terugbetaling van medische en psychologische kosten en een herstelpensioen. Ook andere amendementen op vlak van Volksgezondheid en Sociale Zekerheid zullen nog bij deze tekst worden gevoegd.

Task Force
Na de zomer volgt dan een tweede wetsontwerp van minister Geens, dat via het slachtofferfonds een gelijkaardige regeling zal voorzien voor niet-residenten. Bovendien is het de bedoeling om - met het oog op eventuele toekomstige aanslagen - ook te voorzien in een subrogatiesysteem, waarbij de overheid meteen een hele reeks uitbetalingen doet die dan nadien worden teruggevorderd van de betrokken verzekeraars.

Parallel is ook een 'task force' opgezet voor overleg met de deelstaten. Die moet voor afstemming zorgen op punten waarvoor zij bevoegd zijn, zoals successierechten of eventueel recht op gratis openbaar vervoer.