Openbaar vervoer blijft populairste keuze voor Brusselse pendelaars

Net als in de voorgaande jaren blijft het openbaar vervoer de populairste verplaatsingswijze voor Brusselse pendelaars. Dat blijkt uit de recentste mobiliteitsbarometer van HR-dienstengroep Acerta. Verder grijpen de Brusselaars steeds vaker naar de fiets, al ligt dat aandeel nog een flink stuk onder het nationaal gemiddelde.

De jongste mobiliteitsbarometer van Acerta toont aan dat 48,7 procent van de Brusselaars het openbaar vervoer verkiest voor woon-werkverkeer. Dat komt quasi neer op een zesvoud van het nationaal gemiddelde van 8,4 procent.

Karolien Van Herpe van Acerta wijst daarvoor op het belang van een degelijk openbaarvervoersnetwerk. “Voldoet dat niet, dan kiezen pendelaars liever voor verplaatsingswijzen waar ze controle over hebben. Zoals de wagen bijvoorbeeld of de fiets. Dat het aandeel gebruikers van het openbaar vervoer in het Brussels gewest zo hoog ligt, betekent dat ze het als de beste optie beschouwen.”

Kortste woon-werkafstand

Verder blijken ook steeds meer werknemers naar het werk te fietsen. Waar in 2019 maar 13 procent van de Brusselaars naar zijn tweewieler greep, bedroeg dat aandeel in 2024 20,4 procent. Dat kan deels verklaard worden door de doorgaans korte woon-werkafstand in het Hoofdstedelijk gewest.

Brusselse werknemers wonen gemiddeld 14,5 kilometer van het werk, het kortste traject vergeleken met de andere landsdelen. “En dat is in het voordeel van de fiets”, zegt Van Herpe. “Een kilometer kan immers al een verschil maken in de mobiliteitskeuze.”

De wagen verliest dan weer terrein. 41,6 procent van de Brusselaars gaf in 2024 aan zich met de auto naar het werk te verplaatsen terwijl het vijf jaar eerder nog om 45,3 procent ging. Het nationale gemiddelde ligt daarentegen op 78,1 procent.

Tot slot valt op dat de Brusselaars vrij strikt zijn in hun vervoerskeuze. 42,3 procent kiest uitsluitend voor het openbaar vervoer, 35,2 procent neemt steevast de auto, en 12,2 procent rekent altijd op de fiets.