De bebloede man die ondersteboven hangt, vormt een nieuwe episode in de intussen uitgebreide reeks opvallende muurschilderingen in Brussel. Net als het fresco met de onthoofdingsscène is deze tekening gebaseerd op een oud schilderij. De werken wekken heel wat discussie op: is het kunst? Is het niet te aanstootgevend? "Dit is wat een kunstenaar moet doen: mensen laten nadenken over zijn werk."
Muurschilderingen: ‘In paar dagen tijd meer bekijks dan alle Brusselse musea samen’
In het Rijksmuseum in Amsterdam hangt het schilderij ‘De lijken van gebroeders De Witt’, van Jan De Baen (1672). Het lijkt duidelijk dat de graffitikunstenaar in Brussel zich daarop gebaseerd heeft, net zoals ‘Het offer van Isaak’ van Caravaggio (1603) aan de oorsprong lag van de ‘onthoofdingsmuur’ aan de Vlaamsepoort.
Remco Sleiderink was de eerste die ons op de link tussen het bloederige tafereel aan Kapellekerk en het Nederlandse schilderij wees. “Het is een heel bekend schilderij in Nederland. Ik moest even nadenken vanwaar ik het fresco kende, maar het kwam me meteen heel bekend voor”, lacht Sleiderink, ook verbonden aan de Faculteit Letteren van de KU Leuven.
Hij is een grote fan van het fresco: “Dit is wat een kunstenaar moet doen: mensen laten nadenken over zijn werk. Het is bovendien geen kopie, want de maker geeft er zijn eigen draai aan. En dat je zo’n schilderij op een appartementsgebouw van vele verdiepingen hoog kunt weergeven zonder gezien te worden, dat is ongelofelijk.”
Björn Van Poucke van Street Artists Belgium zoekt mee naar een verklaring: “Vaak gebruiken street artists een stelling of een kraan, maar dat was hier niet het geval”, vertelt hij. “Ik vermoed dat hij gewoon bovenaan het gebouw een touw heeft vastgeknoopt, om zich dan stelselmatig te laten zakken. Het klinkt misschien gevaarlijk, maar in Zuid-Amerika werken bijna alle street artists op die manier. Het is natuurlijk niet makkelijk om van dichtbij de contouren van zo’n groot werk te kunnen tekenen terwijl je aan een touw in de lucht bengelt, maar daarin schuilt het talent van de street artist”, lacht Van Poucke.
‘Gratuit’
Niet iedereen in de kunstwereld is evenveel voor het fresco te vinden. Liesbeth De Belie, conservator bij de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten vindt dat er context ontbreekt om dit echt als kunst te omschrijven: “Ik zou er meer begrip voor kunnen opbrengen indien er toch iets van duiding bij zat. Nu lijkt het me zo gratuit”, zegt De Belie. “In Nederland heeft het schilderij een grote culturele impact, het werk is bekend en men kent de betekenis: het gaat over mensen die onterecht terechtgesteld worden. Maar hier kennen we die betekenis niet, we kunnen de link met de historische achtergrond niet leggen.”
Alice Van den Abeele van het MIMA in Molenbeek, een museum dat onder meer focust op graffiticultuur, is het daar niet mee eens. “We worden verplicht om erover te praten. Je mag het mooi vinden of niet, je mag van mening zijn dat het gewelddadig en ongepast is, maar het blijft wel kunst.”
Van den Abeele begrijpt dat mensen aanstoot nemen aan de werken. “Het zijn bijzonder gewelddadige scènes, zonder twijfel. Iedereen heeft een verschillende grens die bepaalt wat voor hem of haar aanvaardbaar is. Toen ik die onthoofdingsmuur voor het eerst zag, schrok ik ook. Het eerste wat ik dacht was, ‘ik heb echt geen zin om elke dag op een groot mes te moeten kijken’, maar daarna ging ik meer nadenken over de achterliggende betekenis. En daarna zag ik het schilderij waarop het gebaseerd was, en dat stemde pas echt tot nadenken.”
Of de muurschilderingen mogen blijven hangen is niet duidelijk. Dat hangt in de eerste plaats af van de eigenaren van de gebouwen. Maar voor Van den Abeele is dat niet eens zo belangrijk: “Of het nu twee dagen of twee jaar blijft hangen, dat doet er niet toe. Ze maken een discussie los, op straat en in de pers, veel meer dan schilderijen die al eeuwen in een museum hangen en die soms zelfs even gewelddadig zijn. En er bestaat fotografie om de werken te vereeuwigen.”
Dat ze aanstootgevend kunnen zijn, vindt Björn Van Poucke geen goed argument om ze te laten weghalen: “Trek de lijn eens door naar standbeelden in het straatbeeld? Ook standbeelden beelden vaak naakte of gewelddadige taferelen uit. Waarom is een naakte vrouw op een pedestal geen probleem en een penismuur wel? Ook op TV en internet zijn seks en geweld alomtegenwoordig.”
Zowel Van den Abeele als Van Poucke vinden dat de muurschilderingen hun doel al bereikt hebben: “Het is leuk dat mensen die normaal gezien niet met kunst bezig zijn, nu plots betrokken zijn. Hoe meer mensen over kunst praten, hoe beter”, aldus Van Poucke.
“Deze kunstvorm is helemaal niet vernieuwend, maar de verspreidingsvorm is dat wel”, vervolgt Van den Abeele. “Je moet niet meer naar een museum om kunst te zien. Op enkele dagen tijd heeft die onthoofdingsmuur meer bekijks gehad dan alle Brusselse musea samen.”
Dezelfde kunstenaar
Wie de auteur is van de intussen imposante reeks muurschilderingen, is onbekend. Er wordt vaak verwezen naar de bekende Brusselse graffitikunstenaar Bonom. Maar hij ontkent systematisch iets te maken te hebben met de toevloed aan fresco’s. “Ik denk dat er maar heel weinig mensen echt weten wie het is”, zegt Björn Van Poucke van Street Art Belgium. “Ik heb zelf mijn licht al eens opgestoken in de illegale graffitiscène, maar niemand weet het of ze houden de lippen op elkaar.”
Eén ding staat volgens Van Poucke als een paal boven water: deze werken zijn van dezelfde kunstenaar die de voorbije jaren de ene na de andere seksuele muurschildering op Brussel losliet. “Daar ben ik 100 procent zeker van. Je ziet dat aan de materiaalkeuze, en dan vooral het kleurenpallet. Ook de grafische stijl komt heel fel overeen.”
Als het dezelfde auteur is, dan heeft hij wel duidelijk zijn onderwerpkeuze aangepast: van penissen en vagina’s gaat de kunstenaar nu de gewelddadige toer op, weliswaar met een kunstzinnige achtergrond. “De maker biedt antwoord op de hetze die ontstaan is bij de vorige werken”, vermoedt Van Poucke. “Daar was heel veel over te doen: men vond ze te naakt, te expliciet, te choquerend. Nu haalt hij twee historische taferelen van onder het stof, en vraagt hij eigenlijk aan de mensen: ‘Als jullie die seksuele tekeningen al choquerend vinden, stoot dit jullie dan ook tegen de borst? Dat zou dan straf zijn, want dit zijn gewoon historische schilderijen.’”
Rest de vraag nog aan welke toekomstige fresco’s de Brusselaars zich nog mogen verwachten? Inspiratie genoeg, volgens Liesbeth De Belie: “Er is genoeg kunsthistorisch materiaal om uit te putten. Er zijn heel wat bloederige taferelen vastgelegd in de schilderkunst.”
Muurschilderingen in Brussel
Lees meer over: actua , Samenleving , Muurschilderingen in Brussel
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.