16- en 17-jarigen hebben in juni net als volwassenen een opkomstplicht voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, maar een sanctie moeten ze niet vrezen. Dat hebben minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) en het college van procureurs-generaal beslist.
Europese verkiezingen: jongeren die niet gaan stemmen moeten geen sanctie vrezen
De federale regering besliste twee jaar geleden om jongeren vanaf 16 jaar het recht te geven om hun stem uit te brengen bij de Europese verkiezingen. Het Grondwettelijk Hof oordeelde eerder deze maand echter dat er voor deze jongeren, net als voor volwassenen de opkomstplicht geldt.
In principe moeten ze op 9 juni dus naar het stemhokje, om te stemmen voor het Europees Parlement.
Geen prioriteit
Het kernkabinet besliste woensdag om zich bij dat arrest van het Grondwettelijk Hof neer te leggen. Onduidelijk bleef echter of de opkomstplicht ook moest worden afgedwongen met sancties.
In principe riskeren volwassenen die de opkomstplicht aan hun laars lappen een boete. Maar in de praktijk geven de parketten geen prioriteit aan die vervolgingen.
Dat zal nu ook voor 16- en 17-jarigen niet het geval zijn, hebben minister van Justitie Paul Van Tigchelt en het college van procureurs-generaal woensdag beslist.
Het college van procureurs-generaal zal nog een richtlijn opstellen. Bijzitters die niet komen opdagen riskeren voor alle duidelijkheid wel een sanctie.
Lees meer over: Politiek , stemplicht europa