Als het op taal aankomt, is het hoog tijd voor wat realpolitik. In ruil voor extra geld moeten nu ook garanties worden afgedwongen op tweetaligheid.
| Georges-Louis Bouchez, steevast met Belgisch vlaggetje op de rever.
“Franstaligen in de Rand willen of kunnen geen Nederlands leren.” Die uitspraak van toenmalig minister-president Yves Leterme (CD&V) was ietwat lapidair, maar blijft actueel. Ook in het zogenaamd tweetalige Brussel van vandaag spreken heel wat Brusselaars geen gebenedijd woord Nederlands. De tweetaligheid van ambtenaren gaat er zowat elk jaar op achteruit. In het Nederlands bediend worden bij Actiris of De Post? Bonne chance.
Lang leek dit een kwestie van willen te zijn. Immers: ook advocaten of dokters, die zich jaren succesvol over de moeilijkste boeken buigen, spreken vaak geen basiswoordje Nederlands. Terwijl migranten dat vaak wel doen. Dan is dat toch de mentaliteit?
Om van Brussel een gewest te maken waar je even makkelijk in het Nederlands als in het Frans terechtkan, een droom die velen al lijken te hebben opgegeven, is een grote omwenteling nodig
BRUZZ-redacteur
Maar vorige week maakte het Franstalige atheneum in Ukkel nog eens duidelijk dat het wel degelijk ook een kwestie van kunnen is. Scholieren uit twee taalklassen kregen er al tweeënhalf jaar geen les Nederlands meer. Dan valt het die scholieren nog moeilijk kwalijk te nemen dat hun Nederlands niet goed is. Dan is het niet dat ze “intellectueel niet in staat zijn om Nederlands te leren,” zoals Leterme er toen nog achteraan gooide. Dan is het een kwestie van omkadering. Want helaas is die school geen uitzondering.
In eerste instantie gaat het om een lerarentekort. Een reeks goedgekeurde maatregelen moet verandering teweegbrengen, met onder meer een extra financiële compensatie voor leerkrachten en de mogelijkheid op bijklussen na de pensioengerechtigde leeftijd.
Zal het volstaan? Om van Brussel een gewest te maken waar je even makkelijk in het Nederlands als in het Frans terechtkan, een droom die velen al lijken te hebben opgegeven, is een veel grotere omwenteling nodig.
Uitwisseling
In essentie moet de Franse Gemeenschap zelf meer leerkrachten Nederlands voortbrengen, in plaats van ze te importeren uit Vlaanderen, zo zei meertaligheidsonderzoeker Piet Van de Craen. Dat kan door tweetalige opleidingen aan te bieden, zoals aan de Erasmushogeschool en de hogeschool Francisco Ferrer. Of door meer uitwisseling. In het ideale scenario wisselen scholen uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië massaal leerlingen met elkaar uit, bijvoorbeeld voor twee weken – een taal laat zich moeilijk leren tijdens enkele uurtjes per week. Daar zouden ook de Vlaamse leerlingen bij gebaat zijn. Hun niveau van Frans is intussen evengoed erbarmelijk.
De sterren voor zo’n omwenteling hebben nooit gunstiger gestaan dan nu. Politiek, omdat federaal Bart De Wever (N-VA) en Georges-Louis Bouchez (MR) aan zet zijn. De een is een Vlaams-nationalist, die weliswaar niet té veel toenadering wil zien, maar anderzijds Brussel echt niet wil loslaten en dus nood heeft aan meer Nederlandstaligheid daar. Als hij bovendien de man zou zijn die ervoor zorgde dat je weer in je eigen taal in je eigen hoofdstad terechtkan, kan hij terecht de geschiedenisboeken in.
De ander speldt trots een Belgisch vlaggetje op zijn revers. Ook al spreekt hij nog altijd geen Nederlands (in de tv-studio), hij ziet het belang er wel degelijk van in en pleitte jaren geleden al om het Nederlands overal verplicht te maken, een maatregel die trouwens uitgesteld wordt door het lerarentekort. In Brussel kan hij nog eens rekenen op zijn goede, tweetalige vriend David Leisterh (MR), al lang pleitbezorger van meer Nederlands in het onderwijs.
Financieel kopje-onder
Ook de economische setting kan een handje helpen. Zowel de Franse Gemeenschap, het Brussels en het Waals Gewest dreigen financieel kopje-onder te gaan. Brussel bijvoorbeeld moet meer dan één miljard euro besparen, op goed zes miljard inkomsten. Dat op eigen houtje doen, is zo goed als onmogelijk. Daar zal dus een federale financiële injectie aan te pas komen, al zeker als men volhardt in de nieuwe metrolijn 3.
Daartegenover kan de fusie van de politiezones of het verdampen van de gemeenten gevraagd worden, zoals eerder al geopperd. Er kunnen echter ook spijkerharde garanties worden gevraagd ten aanzien van tweetaligheid, bijvoorbeeld in het ziekenhuis. Dat klinkt hard en cynisch, maar als het op taal aankomt, is het hoog tijd voor wat realpolitik. Anders komen we in een Brussel waar we elkaars taal en dus elkaar niet meer kennen. Én verspelen we achteloos een van de weinige troeven die we hebben in dit kleine landje zonder grondstoffen.
11 juli in Brussel
Lees meer over: Politiek , 11 juli in Brussel , Georges-Louis Bouchez , MR , Bart De Wever , tweetaligheid Brussel , onderwijs , financiering , opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.