De Brusselse regering heeft een maximumbedrag vastgelegd voor de representatiekosten van burgemeesters en schepenen, zo meldt minister van Plaatselijke Besturen Bernard Clerfayt (Défi) vrijdag. De bedragen zijn afhankelijk van de grootte van de gemeente en gaan van 500 euro per jaar voor een schepen in een gemeente van minder dan 30.000 inwoners tot 4.500 euro voor een gemeente met meer dan 200.000 inwoners.
Maximumbedragen voor representatiekosten burgemeesters en schepenen
In het verleden doken verhalen op van een gekozen vertegenwoordigster die sigaretten, pyjama's en zelfs ondergoed kocht op kosten van de belastingbetaler. Sindsdien beperkten de gemeenten de onkosten tot horeca, representatie en uitgaven voor relatiegeschenken. Het Brussels Gewest legt nu maximumbedragen vast voor representatiekosten en voordelen van welke aard ook voor burgemeesters en schepenen, afhankelijk van de omvang van de gemeente.
Representatiekosten zijn beroepskosten die strikt inherent zijn aan de behoeften van de functie (zoals kosten om iemand uit te nodigen op restaurant, een geschenk te geven tijdens een officieel bezoek, of bloemen aan te bieden bij een evenement of ceremonie). Voordelen van alle aard bestaan voornamelijk uit materiaal om te kunnen werken of zich te kunnen verplaatsen.
"Dit zijn maximumbedragen. Natuurlijk kan de gemeenteraad lagere bedragen vaststellen, maar die mogen in geen geval hoger zijn dan de bedragen die door het Gewest zijn vastgesteld", zegt minister Clerfayt.
Lees meer over: Brussel , Politiek , Bernard Clerfayt , plaatselijke besturen , burgemeesters , schepenen , representatiekosten , Onkostenvergoedingen