Op weg naar een tankstation kreeg ze een telefoontje van haar voorzitter Georges-Louis Bouchez met de vraag om minister te worden. De 27-jarige Brusselse Eléonore Simonet zei ja, en werd zo de jongste federale minister ooit. De rijzende ster van de MR beleeft haar plotse politieke vuurdoop met kalmte én animo. “Wat in Anderlecht gebeurt: ik word er zot van.”
©
Saskia Vanderstichele
| "Minister worden: ik zie het als een nieuw tenue dat ik aantrek. In alle bescheidenheid mijn verantwoordelijkheid opnemen. Ik heb niet gejuicht, gehuild of geschreeuwd"
Wie is Eléonore Simonet?
- Geboren in 1997 in Luik
- Komt uit de politieke familie Simonet, als dochter van Jacques en kleindochter van Henri
- Studeerde rechten en is als advocaat ingeschreven aan de balie in Brussel
- Woont in Sint-Lambrechts-Woluwe, maar groeide op in Anderlecht
- Sinds 3 februari 2025 federaal minister van Middenstand, Kmo's en Zelfstandigen voor de MR
Gelovig is de nieuwste liberale vedette misschien niet, een engelbewaarder heeft ze wel: haar vader Jacques, die het tweemaal kortstondig tot Brussels minister-president schopte en aan het begin van de eeuw de burgemeesterssjerp droeg in Anderlecht. In 2007 – dochter Eléonore zat nog op de lagereschoolbanken – maakte een longembolie een abrupt einde aan zijn leven.
“Ik herinner me nog dat hij mij de ochtend van zijn laatste dag in de badkamer een kus gaf voordat ik naar school en hij naar het gemeentehuis ging. Enkele uren later was hij er niet meer. Mijn vader heeft mij geleerd om nergens spijt van te hebben, want het leven kan opeens gedaan zijn. Zijn overlijden is het grootste drama uit mijn leven, maar ik heb de pijn kunnen transformeren in mijn grootste kracht,” zegt Simonet zonder verpinken in een vergaderzaaltje van het kabinet op de Hertogstraat, dat ze deelt met MR-ministers David Clarinval en Mathieu Bihet.
“Zijn vuur bezielt mij elke dag en bij moeilijke beslissingen vraag ik me vaak af wat mijn vader gedaan zou hebben, hoewel ik – toen hij nog leefde – te jong was om politieke discussies te voeren,” vervolgt ze. “Ik herinner mij wel nog zijn eindeloze politieke drive, die ik nu koester. En ik laat me vertellen dat ik zijn scherpe humor geërfd heb. Op sociale media lees ik dat mijn stem en mimiek mensen doen denken aan mijn vader.”
Audi van de grootmoeder
In de late uurtjes van zondag 2 februari neemt Simonet een beslissing waarvan ze wellicht niet snel spijt zal krijgen. Het toenmalige Brussels parlementslid heeft een avondwandeling achter de rug als ze thuis in Sint-Lambrechts-Woluwe ziet dat de tank van haar auto bijgevuld moet worden.
Op weg naar een Dats 24-benzinestation hangt ze met haar zes jaar oudere broer aan de lijn. Hij is advocaat in New York en vooral zielsverwant sinds het gedeelde gemis na het verlies van hun vader.
“We bellen elke dag. Ook Henri is gebeten door politiek en natuurlijk polste hij al lachend of Georges-Louis Bouchez (MR-voorzitter, red.) niet had gebeld, want mijn naam was opgedoken in een artikel met potentiële ministers. ‘Dan had ik het wel gezegd’, antwoordde ik.”
Terwijl broer en zus afronden, springt een naam tevoorschijn op de display van de Audi A1 van Simonet, die ze van haar grootmoeder cadeau kreeg toen die op haar negentigste besliste om niet langer zelf met de auto te rijden. Simonet onderbreekt haar broer met de woorden: “C’est Georges-Louis Bouchez.”

©
Saskia Vanderstichele
| "Een eedaflegging in het decor van het Paleis: je voelt je los van tijd en ruimte, ook al had ik geen last van een trillende stem of lichte benen"
“Ik beantwoordde de oproep. Hij vroeg me of ik de dag erna iets te doen had. ‘Nee,’ zei ik, al had ik de ochtend nadien wel een afspraak, bij de tandarts. Op zo’n moment ben je half in shock. Ik voelde zijn vraag immers aankomen. Onze voorzitter zou mij niet bellen om hem te adviseren bij de casting van de MR-ministers.”
“Ik parkeerde de wagen aan de kant van de weg. En dan kwam de vraag. Of ik minister wilde worden. Middenstand, Kmo’s en Zelfstandigen. Ik zei dat ik dat aankan, over de nodige capaciteiten beschik en de democratische legitimiteit heb: ik heb intensief campagne gevoerd en bij mijn eerste verkiezingen in juni heb ik van op de voorlaatste plaats de tiende beste score van alle Brusselse kandidaten neergezet. Mijn hart klopte razendsnel, duizend slagen per minuut. Gelukkig ben ik veilig thuisgeraakt.” Na een slapeloze nacht waarin Simonet het regeerakkoord onder de loep neemt, volgt maandagochtend geen tandartsafspraak, maar wel de eedaflegging op het Paleis.
Op wolkjes
Tijdens de taxirit, bij de aankomst op het Paleizenplein of luttele seconden voor het moment suprême: kersvers minister Simonet zweert bij kalmte, ook wanneer haar telefoon ontploft. Enkel haar parlementair medewerker, in de war door het nieuws, slaagt erin om Simonet aan de lijn te krijgen.
“Grote emoties moet je beleven en interioriseren, zonder excessen,” stelt Simonet. “Ik ben een gezwind iemand, rechttoe, rechtaan, rad van tong ... (Knipt ritmisch met haar vingers) En tegelijkertijd ben ik kalm. Minister worden: ik zie het als een nieuw tenue dat ik aantrek. In alle bescheidenheid mijn verantwoordelijkheid opnemen. Ik heb niet gejuicht, gehuild of geschreeuwd. Of toch niet zichtbaar voor de buitenwereld.”
'De ministers van de andere partijen kende ik bijna alleen uit de media. Bart De Wever of Theo Francken: ik had die mensen nog nooit gezien'
Nadat een nietsvermoedende taxichauffeur over haar naam is gestruikeld als de bewaking aan het Paleis vraagt wie er in zijn auto zit – ‘Je suis avec Hélène Simonet’ – kan de helse ministercarrière van start gaan. Minister Simonet, de benjamin, komt als eerste van de gloednieuwe regering-De Wever aan bij de koning.
“Ik heb niet geslapen, maar moe was ik niet. Zo’n eedaflegging in het decor van het Paleis: je voelt je los van tijd en ruimte, ook al had ik geen last van een trillende stem of lichte benen. Het was eerder alsof ik op wolkjes liep. Wat het ook surreëel maakte, is dat ik de ministers van de andere partijen bijna allemaal alleen kende uit de media. Bart De Wever of Theo Francken: ik had die mensen nog nooit gezien. Blijkbaar is de nonkel van Francken nog notaris geweest in Anderlecht.”
Hoewel Simonet in Sint-Lambrechts-Woluwe woont, waar ze sinds eind vorig jaar ook in de gemeenteraad zit, gaat haar hart sneller slaan wanneer dit interview bij Anderlecht aanbelandt. De gemeente waar haar vader Jacques en grootvader Henri (ook ooit minister van Buitenlandse Zaken) aan de knoppen zaten. De gemeente van paars-wit, de kleuren van haar favoriete ploeg – minister Simonet heeft als tiener zelf even gevoetbald. De gemeente waar ze opgroeide en die de laatste weken in een permanent negatief daglicht geplaatst wordt.
Far West
“Sommige wijken lijken wel de Far West, en ik heb recht van spreken: ik heb niet ver van Sint-Guido gewoond,” aldus Simonet. “Mijn vader en grootvader hebben gevochten voor de Anderlechtenaren en ik moet vaststellen dat de gemeente erop achteruit is gegaan sinds de liberalen niet meer in het bestuur zitten (de voorbije legislatuur, red.). Het kan toch niet dat mensen bang zijn als ze hun boodschappen gaan doen? (Op dreef) Dat ze het slachtoffer kunnen worden van een verdwaalde kogel in een nachtwinkel? Ik word er zot van. Gelukkig hebben we met Bernard Quintin een minister van Binnenlandse Zaken die zijn mouwen opstroopt. Wel, ik nodig de Brusselse politici uit om ook hun verantwoordelijkheid op te nemen.”
Als het over haar Brussel gaat, klopt Simonet meermaals letterlijk op tafel. Met ritmische frasen zet ze haar punt kracht bij. “Terwijl alle indicatoren op rood staan, vraag ik aan degenen die niet aan de Brusselse onderhandelingstafel willen aanschuiven: zijn het de twee N-VA-parlementsleden die onze stad en haar toekomst in het gedrang brengen, of de drugsdealers die met kalasjnikovs schieten? Wie houdt het grootste risico in voor ouders met kinderen die de metro nemen of ondernemers die hier een zaak willen starten?”
“In mijn maanden als parlementslid heb ik minister-president Rudi Vervoort (PS) vaak ondervraagd over onveiligheid en in zijn antwoord kwam bijna altijd hetzelfde riedeltje terug: ‘We zitten in lopende zaken.’ Op die manier zullen het de Brusselaars zijn die de rekening betalen.”
“Het mooie aan mijn generatie is dat een carrière van veertig jaar in dezelfde branche veel minder gangbaar is geworden. Misschien ga ik over vijf jaar wel garnalen kweken in Nieuw-Zeeland”
Sinds begin vorige maand is Simonet niet langer Brussels volksvertegenwoordiger, maar minister voor alle Belgen – een chauvinistisch detail waar ze naar goede MR-gewoonte meermaals op hamert.
Haar bevoegdheden lagen de afgelopen kwarteeuw in handen van uitsluitend Waalse liberalen en met Wetstraatveteraan Rudy Volders aan het roer van haar kabinet belandt Simonet in een comfortabel nest. Maar een jonge, ambitieuze politica staat ook in een weinig zichtbaar departement te popelen om haar stempel te drukken. Dat de Arizona-regering een speerpunt maakt van werk, moet Simonet ruggensteunen in haar strijd voor administratieve vereenvoudiging, meer steun en verbeterde sociale rechten voor zelfstandigen.
Vrouwelijke zelfstandigen
“Waar ik het verschil wil maken, is de rol van vrouwelijke zelfstandigen. Vrouwen hebben nog altijd meer moeite om een zaak op te starten, gewoon omdat ze vrouw zijn. It makes no sense. 36 procent van de zelfstandigen is vrouwelijk. Ik wil van ons land een voorbeeld maken op het vlak van gelijke kansen in de ondernemerswereld.”
Nochtans geeft de regering zelf niet het goede voorbeeld, met slechts vier vrouwen op vijftien ministers. “Natuurlijk had ik graag meer vrouwen in de regering gezien, maar ik ben niet verantwoordelijk voor de keuzes van de partijvoorzitters. Tegelijkertijd stel ik vast dat vijf van de tien MR-ministers over alle regeringen heen vrouwelijk zijn,” verdedigt ze haar partij.
Simonet zit midden in een blitzcarrière in de Wetstraat, maar de Brusselse ziet de politiek niet als een stiel voor het leven. Wanneer ze de vraag krijgt of het Brussels minister-presidentschap een ambitie is, volgt een lange stilte.
“Ik had nooit verwacht dat ik op mijn zevenentwintigste al minister zou zijn,” zegt ze. “Ik zie die functie niet als job, maar als mandaat. Een dienst, een missie. Ik blijf als advocate ingeschreven aan de balie.”
“Het mooie aan mijn generatie is dat een carrière van veertig jaar in dezelfde branche veel minder gangbaar is geworden. Misschien ga ik over vijf jaar wel garnalen kweken in Nieuw-Zeeland. Ik beleef dit avontuur met veel enthousiasme en een groot eergevoel, maar ik heb geen glazen bol.”

©
Saskia Vanderstichele
| "Natuurlijk had ik graag meer vrouwen in de regering gezien, maar ik ben niet verantwoordelijk voor de keuzes van de partijvoorzitters"
Lees meer over: Politiek , Eléonore Simonet , MR , federale regering , Georges-Louis Bouchez , jacques simonet , Anderlecht
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.