Prinsessen hotel Conrad staan donderdag terecht voor correctionele rechtbank

Het proces van de "prinsessen van het Conrad-hotel" gaat donderdag van start in Brussel. De behandeling van de zaak zal drie dagen in beslag nemen. Een prinses uit de Verenigde Arabische Emiraten en haar zeven dochters worden ervan beschuldigd een twintigtal vrouwen mishandeld te hebben die voor hen werkten toen ze in 2008 verbleven in het toenmalige Conrad-hotel in Brussel, het huidige Steigenberger.

De Arabische prinses Hamda Al Nahyan, weduwe van een sjeik uit Abu Dhabi, en hun zeven dochters staan terecht voor de rechtbank in Brussel, bijna tien jaar na datum. De prinsessen moeten zich verantwoorden voor mensenhandel, onmenselijke en vernederende behandeling, en opsluiting. Plaats van de feiten was het Conrad-hotel op de Louizalaan in Brussel in 2008.

Slavernij
De politie stelde vast dat de koninklijke familie uit de Verenigde Arabische Emiraten, die een hele verdieping van het hotel had afgehuurd, er een twintigtal vrouwen in dienst had van verschillende nationaliteiten. De omstandigheden waarin ze aan de slag waren, kwamen zo goed als neer op slavernij. Uit het onderzoek bleek dat ze in het hotel zonder werk- en verblijfsvergunning verbleven, dag en nacht werkten voor een hongerloon en zelfs op de vloer sliepen. Ze mochten de verdieping niet verlaten.

In 2012 verwees de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Brussel de acht prinsessen al eens door naar de correctionele rechtbank, maar het Hof van Cassatie verbrak dat arrest. Het Hof oordeelde dat de huiszoeking op het moment van de feiten "niet rechtsgeldig" was. In 2014 verwees de KI de zaak opnieuw door naar de correctionele rechtbank. De verdediging tekende opnieuw cassatieberoep aan. Maar het Hof van Cassatie verwierp in 2015 dat beroep, zodat de beslissing definitief was om de beklaagden voor de correctionele rechtbank te doen verschijnen.

Burgerlijke partijen
De advocaten van de burgerlijke partij hebben donderdagochtend gepleit voor de veroordeling van de prinsessen. Ze eisen schadevergoedingen tot 2.500 euro voor alle elf slachtoffers die zich burgerlijke partij hebben gesteld.

De advocaten brachten de erbarmelijke omstandigheden in herinnering waarin de slachtoffers moesten werken. "Ze moeten op een matras op de grond slapen. Voorts moesten ze 24 uur op 24 beschikbaar zijn en ze werden niet betaald." Het proces wordt donderdagmiddag voortgezet met het requisitoir en vrijdag volgen de pleidooien van de verdediging.

De acht verdachten zijn niet aanwezig zijn op het proces. Ze worden wel vertegenwoordigd door hun advocaten.