Het legendarische café Au Daringman in de Vlaamsesteenweg, sinds jaar en dag bekend als ‘Chez Martine’, gaat over twee weken dicht, zo bevestigt uitbaatster Martine aan BRUZZ. "Mijn klanten zijn zo triestig wanneer ik het hen vertel. ‘Waar moeten wij nu naartoe?’, vragen ze me.”
Doek valt voor legendarisch café Au Daringman: ‘Ik wil in schoonheid eindigen’
Op zondag 22 december zullen de laatste pintjes getapt worden aan de toog van Au Daringman. Martine Peeters gaat haar laatste weken tegemoet als cafébazin. “Ik heb vorige donderdag pas die beslissing genomen, daarom komt het nu heel plots voor veel klanten”, zo legt Martine uit. “Mijn huurovereenkomst loopt sowieso af op 31 december. Ik had nog kunnen verder doen onder andere voorwaarden, maar dat zie ik niet zitten. Ik wil niet met frustraties eindigen, maar in schoonheid.”
Het pand van het volkse café is verkocht aan drankenhandelaar HLS uit Ternat, eigendom van de brouwersfamilie Haelterman. “Het huis is in september verkocht, maar lang kreeg ik niet te horen aan wie. Toen ik hoorde dat het HLS werd, wou ik meteen met hen onderhandelen, maar ik kreeg pas na twee maanden het contract te zien. En ik ben het niet eens met hun voorwaarden.”
“Ik zou dan alle drank bij hen moeten besteld hebben”, legt Martine uit. “Ook mijn koffie, die ik normaal hier om de hoek koop, de wijn die ik al 24 jaar bij een kleine zaak in de buurt bestel, de sappen die ik bij een boer in Vlaanderen haal... Zo wil ik niet werken, dat is toch niet meer van deze tijd? Ik wil vermijden dat ik toch open blijf, maar over twee jaar afsluit vol frustraties en stress.”
Daarom neemt ze nu de harde beslissing om te sluiten. “Ik heb sindsdien al veel gebleit. Ook voor mijn klanten is het geen fijn nieuws. Ze zijn zo triestig wanneer ik het hen vertel. ‘Waar moeten wij nu naartoe?’, vragen ze me.”
'In het vak gerold'
Martine heeft dan ook zo goed als een kwarteeuw een iconische plek opengehouden. Au Daringman is intussen een begrip geworden onder de Brusselaars. Maar een café uitbaten, was nooit de grote droom van de ingeweken Brusselse. “Ik ben in het vak gerold”, lacht ze. “Ik werkte ooit in een vluchthuis voor vrouwen, maar ik merkte dat ik mijn idealisme aan het kwijtraken was. Ik wilde geen verbitterde maatschappelijk werker worden, dus ik ging op zoek naar iets anders.”
"Jij zegt toch altijd hoe je het zelf zou aanpakken?’, zeiden mijn vrienden, maar dat was nooit met de bedoeling om het effectief zelf te proberen. Toch ben ik eens een kijkje gaan nemen en week later stond ik achter de toog van La Puce"
Uitbaatster van Au Daringman
“Ik kreeg toen te horen dat het café La Puce aan het Vossenplein in de Marollen een overnemer zocht. ‘Jij zegt toch altijd hoe je het zelf zou aanpakken?’, zeiden mijn vrienden, maar dat was nooit met de bedoeling om het effectief zelf te proberen. Toch ben ik eens een kijkje gaan nemen en week later stond ik achter de toog.”
“Ik ben op een woensdag gestart, pas tegen de zaterdag erop kon ik tappen, dat heb ik geleerd van een goede vriend van me. Daarop heb ik heel de zomer van 1990 ‘cafeetje gespeeld’, mijn vrienden uit Gent kwamen langs en zaten op het terras, dat vond ik geweldig. En na die zomer bleef het volk komen, in die mate zelfs dat ik begon te denken “Help, hoe hou ik dit vol?” Ik moest extra personeel nemen.”
Martine nam La Puce negen jaar lang onder haar hoede, "dat was een heel toffe tijd", herinnert ze zich. "Maar het hotel ernaast wou uitbreiden en zij konden toen het pand kopen, toen was het gedaan. Dan heb ik een tijdje een andere vriend uit de nood geholpen in zijn snackbar, en heb ik een tijdje gewerkt als gerante van de Beursschouwburg." Maar de cafémicrobe bleef kriebelen bij haar. “Ik kreeg te horen dat een volkscafé in de Dansaertwijk een overnemer zocht. Toen ben ik een tweede keer van nul gestart."
Stickers van schietclubs
Het café dat Martine toen overnam was een heel andere plek dan de sfeervolle ontmoetingsplek van vandaag. “Het was toen een café van voetbalsupporters. De vorige uitbater zat in een boksclub, Daring Molenbeek, verbonden met wat nu RWDM is. Het oude vaste publiek stelde mijn komst niet meteen op de prijs. Ze vroegen 'U gaat er hier toch geen artiestencafé van maken?"
“Het was een echte bruine kroeg, het rook hier ook niet al te fris, en er hingen overal stickers van schietclubs. De Daringman had toen een ouder vast publiek, dat ook wel eens racistische moppen durfde te vertellen aan de toog. Maar ik heb hen snel duidelijk gemaakt dat dat niet op de prijs werd gesteld. Dat clientèle is dan ook stilletjes vertrokken, ik heb ze niet zelf moeten buitenzetten.”
Meer dan een kwarteeuw lang was het café niet weg te denken uit de Vlaamsesteenweg. Er kwam dan ook veel schoon volk op af. Martine mocht onder meer wijlen zanger Arno en toneelregisseur en –acteur Jan Decorte tot haar vaste klanten rekenen. “Arno was een vriend en een heel fijne klant. Meer wil ik daar niet over zeggen”, klinkt het discreet bij de bazin.
12.000 euro
Naast mooie tijden doorzwom Martine ook woelige wateren. Zo moest het café zoals de hele Brusselse horecasector dicht tijdens de lockdowns. Inkomsten vielen weg, maar de huur bleef gewoon doorlopen. De liefhebbers van Au Daringman toonden hun solidariteit. “Een vriendin van me vertelde me dat ik een crowdfunding moest opstarten tijdens de tweede lockdown. Ik kreeg toen zo veel steun van de klanten.” Uiteindelijk haalde ze 12.000 euro op met totebags, goed voor een half jaar aan huur.
“De eerste dag dat ik terug open mocht was heftig. Het was een maandag, dan ben ik normaal gezien gesloten, maar ik ben toch open gegaan om het te vieren. Tegen 5 uur ben ik weer dicht gegaan, het was te wild.”
Wat was het geheim waardoor het café zo’n succes werd? “Alles samen zou ik zeggen”, klinkt het bij een trotse cafébaas. “Heel tof clienteel en erg sympathiek en bekwaam personeel, dat zorgt dat klanten blijven komen, waardoor het personeel ook graag blijft. En het café zelf is misschien niet van grote waarde, maar het is toch een schoon plekske."
“Het geheim van het succes? Erg toffe klanten en heel sympathiek en bekwaam personeel, dat zorgt dat klanten blijven komen, waardoor het personeel ook graag blijft. En het is misschien niet van grote waarde, maar het is toch een schoon plekske"
Uitbaatster van Au Daringman
Wat gaat Martine nu doen? “Ik weet het nog niet, maar ik heb wel al een paar ideeën. Zo zie ik het wel zitten om één dag als vrijwilligster aan de slag te gaan als kinderpsychologe. Bij kinderen kan ik misschien nog het verschil maken. Een andere optie is bijspringen bij de serviceflats waar mijn moeder woont, daar zijn steeds minder activiteiten door een gebrek aan personeel. Ouderen verdienen toch een mooie oude dag."
“En ik sluit niet uit dat als iemand van een tof café wat hulp kan gebruiken, dat ik niet nog één keer per week pintjes ga tappen, maar dat zien we nog wel."
Wat nu?
Wat moet er nu van Au Daringman worden, zonder Martine? “Ik weet niet wat HLS van plan is met de Daringman. Het gaat om een brouwerij, dus het zal wel een café blijven. Toch zal het niet hetzelfde zijn. Klanten klagen daar ook over. Alles wordt tegenwoordig zoals een keten, dat is toch jammer?”
Als het van de Brusselse regering afhangt zal HLS alvast niet veel mogen veranderen aan het interieur. In februari startten ze de procedure op om het interieur van het café te erkennen als beschermd monument. Al ging de Koninklijke Commissie voor Landschappen en Monumenten niet akkoord met die categorisering. ‘Te goedkoop’, luidde hun advies. Of de erkenning nog doorgaat is onduidelijk.
Plant Martine nog iets speciaals om afscheid te nemen? “Ik ga de komende weken gewoon open blijven, maar de laatste drie dagen maak ik er misschien een privé-evenement van. Anders zit het hier vol met toeristen en krijgen de vaste klanten geen kans. Die blijven sowieso liever weg in deze drukke periode, met Winterpret. Maar op de laatste dag ga ik zeker iets doen. Maar wat precies, dat weet ik nog niet, ik ben het nog aan het bekijken."
Dan valt het doek voor een tijdperk, Au Daringman, nog voor even Chez Martine.
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Cultuurnieuws , Au Daringman , Martine Peeters , Vlaamsesteenweg , Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen , Brussels erfgoed