Extremisten en buitenlandse diensten willen toegang tot Brussels Parlement

De Staatsveiligheid heeft sinds september 2020 een of meerdere Brusselse parlementsleden opgevolgd omdat ze mogelijk bewust of onbewust een bedreiging vormden. Dat staat in een rapport van het Comité-I dat persagentschap Belga kon inkijken.

Het rapport van het Comité-I vermeldt in totaal elf Belgische parlementsleden waarover de militaire en civiele veiligheidsdiensten een melding hebben gemaakt sinds september 2020. Het gaat daarbij om dossiers met ernstige aanwijzingen, daarvoor moeten de diensten de premier, de minister van Justitie en het Comité-I inlichten. Het gaat in deze gevallen om aanwijzingen van pogingen tot inmenging, spionage of extremisme door buitenlandse mogendheden of extremistische groeperingen.

De mandatarissen die in het rapport voorkomen kunnen zowel bewust als onbewust betrokken zijn bij die dreiging. Het kan bijvoorbeeld dat iemand in de omgeving van het parlementslid meewerkt aan operaties van buitenlandse inlichtingendiensten.

De dossiers die over de Brusselse parlementsleden gaan, zijn gelijkaardig aan die van enkele federale en Europese parlementsleden.

Comité-I

Het Comité-I is de toezichthouder van de veiligheids- en inlichtingendiensten van ons land. Zij gingen na of de opvolging van politici door de Staatsveiligheid rechtmatig gebeurde en de dienst zijn boekje niet te buiten is gegaan. Volgens het rapport waren er op dat vlak geen inbreuken door de veiligheisdiensten in de afgelopen regeerperiode.

De laatste jaren is er meer aandacht voor beïnvloeding van en door parlementsleden in opdracht van buitenlandse actoren. Zo was er de zaak Creyelman, het Qatargate-schandaal in het Europees parlement en de recente onthullingen over Russische beïnvloedingspogingen in verschillende westerse parlementen. Nu blijkt dus dat buitenlandse geheime diensten of extremistische groeperingen ook Brusselse parlementsleden hebben benaderd.