Financiering Brusselse kinderbijslag onder druk door dalende geboortecijfers

De financiering van de Brusselse kinderbijslag komt onder druk te staan, waarschuwt zorgadministratie Iriscare. Door de dalende geboortecijfers ontvangt het Brussels Gewest minder federale middelen, terwijl de uitgaven stijgen omdat jongeren steeds langer studeren.

Sinds de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de kinderbijslag, een toelage voor ouders ter ondersteuning van hun kind, overgeheveld naar de gemeenschappen, in Brussel naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Zij krijgen hier wel federale steun voor.

De federale dotaties bleven toen gebaseerd op het aantal kinderen dat in één van de drie gewesten is ingeschreven en een leeftijd heeft tussen 0 en 18 jaar. Hoe minder kinderen een gewest in die leeftijdscategorie heeft, hoe lager de federale dotatie is.

Tegelijk moet de kinderbijslag evenwel worden uitbetaald Iriscare tot 25 jaar zo lang een kind hoger onderwijs of een erkende opleiding volgt. In die leeftijdscategorie kwamen de voorbije jaren net méér mensen bij. Denk bijvoorbeeld aan buitenlandse studenten, die in sommige gevallen ook recht hebben op kinderbijslag.

Het resultaat: door een stijging van het aantal 18- tot 24-jarigen, gecombineerd met een afname van het aantal jonge kinderen, ontstaat een gat in de financiering van de kinderbijslag.

Tekort loopt op tot 40 miljoen in 2026

"In het verleden was Brussel nog in het voordeel ten opzichte van andere gewesten, omdat er relatief veel jonge kinderen werden geboren," klinkt het bij zorgkoepel Iriscare. "Die stabiele instroom van middelen is vandaag niet langer vanzelfsprekend."

Brussel legt nu zelf middelen bij om dit verschil op te vangen. In december 2024 werd hiervoor 10 miljoen euro vrijgemaakt via de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC). Zonder beleidswijzigingen zal dat tekort in 2026 oplopen tot 40 miljoen euro, wat betekent dat Brussel dat bedrag met eigen middelen moet bijpassen.

Kinderbijslag blijft een basisrecht waar niets aan zal veranderen, benadrukt Iriscare. "Het is wel belangrijk om de federale dotaties te evalueren en bij te sturen in functie van de veranderende demografische realiteit,” zegt Tania Dekens, leidend ambtenaar bij Iriscare.

Grootstedelijke uitdagingen

De huidige dotatiemechanismen houden volgens Dekens bovendien onvoldoende rekening met de specifieke uitdagingen van grootsteden en stadsgewesten. In andere woorden: de federale dotatie houdt geen rekening met het gemiddelde inkomen van Brusselse ouders, terwijl Iriscare wel een sociale toeslag voorziet.

"Stedelijke gebieden met een meer precaire bevolking worden structureel ondergefinancierd omdat er geen correcties worden toegepast," zegt Dekens. "Een herziening van de financiering, waaronder de kinderbijslag, is noodzakelijk om te verzekeren dat elk kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft."