Maandag opende aan IJzer een multidisciplinair gezondheidscentrum de deuren: Plek, dat zich vooral focust op Nederlandstaligen. Er is een blijvend tekort aan Nederlandstalige zorgverleners in Brussel. Meer dan de helft van de Nederlandstalige huisartsen heeft een patiëntenstop. Plek hoopt de toegang naar zorg in de eigen taal te vergroten.
Gezondheidscentrum Plek opent in hartje Brussel: 'Focus op Nederlandstalige patiënten'
In de Lakensestraat kunnen Brusselaars sinds maandag terecht bij het gloednieuwe multidisciplinair gezondheidscentrum Plek. Het team is volledig Nederlandstalig en bestaat uit huisartsen, psychologen, kinesisten en diëtisten. Voorheen werkten de meeste zorgverleners van Plek bij Groepspraktijk De Beurs, maar daar werd het te krap: "Als we echt mogen dromen, komen er binnenkort nog psychiaters, gynaecologen en vroedvrouwen bij," hoopt huisarts Charlotte Goemaere.
Te weinig Nederlandstalige psychologen
De praktijk kiest bewust voor een Nederlandstalige focus omdat de artsen zien hoe moeilijk het is voor Nederlandstalige Brusselaars om zorg in hun eigen taal te krijgen. Dat geldt niet alleen voor huisartsen, maar ook voor psychologen. "Toen ik net begon in de vorige praktijk had ik na twee maanden al een wachtlijst van een jaar. Tegen cliënten vertellen dat ze zo lang moeten wachten, dat is moeilijk," vertelt psychologe Véronique Huget.
Volgens Huget zijn er momenteel zo'n honderd psychologen waar Nederlandstaligen terechtkunnen, ten opzichte van zo'n duizend Franstalige psychologen.
Plek kiest bewust voor een Nederlandstalige website. Ook kunnen cliënten bij sommige huisartsen in het centrum enkel terecht in het Nederlands voor psychologische ondersteuning, want "daarvoor moet je de taal erg machtig zijn," weet Huget. Bij de andere zorgverleners zijn anderstaligen wel welkom.
Huisartsarmoede
Het aantal Nederlandstalige huisartsen in Brussel groeit de laatste jaren gestaag. Op dit moment telt het gewest 149 Nederlandstalige huisartsen en 25 Nederlandstalige huisartsen in opleiding. Dat zijn er samen 23 meer dan in 2021. Toch zou meer dan de helft van die huisartsen een patiëntenstop hebben. Bij het FAMGB, de Franstalige huisartsenkring in Brussel, zou 30 procent van de 1.400 leden aangeven ook het Nederlands machtig te zijn.
Volgens Hicham Vanborm, kringcoördinator van de Nederlandstalige huisartsen binnen het gewest (BHAK), is er nog veel ruimte voor verbetering: "We zien dat dokters in opleiding als hun opleiding voltooid is vaker in Brussel actief blijven dan vroeger, maar de verdeling over de gemeenten is erg ongelijk." In gemeenten zoals Anderlecht, Molenbeek, Brussel-Stad en Jette, waar meer Nederlandstaligen wonen, zijn er ook meer Nederlandstalige huisartsen. Maar in de andere gemeenten, waar ook Nederlandstaligen wonen, zijn er volgens Vanborm "erg weinig of zelfs geen."
Overigens komt huisartsarmoede ook bij niet-Nederlandstalige Brusselaars veel voor. Volgens Vanborm is dat vooral te wijten aan een cultuurverschil: "Brusselaars doen over het algemeen sneller een beroep op de spoeddiensten of specialisten." Daarnaast benadrukt hij dat het beperkte aanbod ook een rol speelt: "Proportioneel zijn er meer ziekenhuizen in Brussel dan eerstelijnshulpverleners."
Multidisciplinair is de toekomst
Volgens Vanborm is een eerstelijns gezondheidscentrum waar verschillende disciplines samenkomen de toekomst van de gezondheidszorg. De jongere generatie Nederlandstalige huisartsen kiest steeds vaker voor deze aanpak. Omdat deze aanpak voor de artsen tijd bespaart, kan de praktijk zich beter richten op een gezonde werk-privébalans. "Op die manier kunnen we kwaliteitsvolle zorg aanbieden zonder er zelf aan onderdoor te gaan," verklaart Goemaere.
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Plek , Nederlandstalige Huisartsenkring Brussel , huisartsen tekort