Het andere Circus Bouglione is terug aan Thurn & Taxis: ‘Spektakel moet toegankelijk zijn'

Circus Bouglione is, voor het tweede jaar op rij, neergestreken op de site van Thurn & Taxis. Tot eind augustus staat een hele reeks shows gepland. Voor een goed begrip, het is niet het circus van de roemruchte Alexandre, maar van zijn 42-jarige zoon, Nicolas Bouglione. “Iedereen denkt: ‘het is dezelfde familie, dus hetzelfde spektakel’, maar dat is helemaal niet het geval. Dit is cirque à l'ancienne."

De circustent van Nicolas Bouglione staat voor het tweede jaar op rij aan Thurn & Taxis. Van 2 tot 25 augustus geeft zijn gezelschap achttien shows. "Vorig jaar was het hier een groot succes. Het publiek vroeg ons meermaals om terug te komen,” vertelt communicatieverantwoordelijke en ticketverkoper Thomas Caffeau voor de start van de eerste performance vrijdagavond.

Tien minuten voor de aftrap van de reeks Brusselse shows staat een tiental ouders en grootouders met kinderen, maar ook tieners aan te schuiven voor een ticketje. Het is familiedag, waardoor kinderen 7 euro en volwassenen 12 euro betalen in plaats van respectievelijk 12 en 15 euro.

“Er zijn zoveel problemen in de wereld. Daarom vind ik het belangrijk om dit spektakel toegankelijk te maken,” vertelt de 42-jarige Nicolas Bouglione, terwijl de circustent volstroomt met een divers publiek. “Het circus laat hen toe om te deconnecteren, los te komen van de dagelijkse problemen. In dat opzicht hebben wij het mooiste beroep door mensen te doen dromen en lachen."

*lees verder onder foto's

De Bougliones staan al generaties bekend als een van de beroemdste circusfamilies. Met Nicolas zijn ze nu toe aan de zevende generatie. Vader Alexandre is doorheen de jaren in Brussel een vertrouwde naam geworden, onder meer vanwege zijn jaarlijks wintercircus op het Flageyplein. "Onze familie heeft een heel loyaal publiek. Soms komen grootmoeders me vertellen dat ze als kind al naar onze optredens kwamen, toen met hun eigen grootouders,” beschrijft Nicolas Bouglione de dynastie terwijl we plaatsnemen tussen het publiek.

Hij leerde de kneepjes van het circusvak van zijn vader en besloot na de coronacrisis om met zijn eigen shows te gaan toeren. “In de familie Bouglione heb je altijd de keuze: ofwel ga je in de circuswereld of je doet iets anders. Als kind wilde ik eigenlijk dierenarts worden, omdat ik van dieren hou. Na de coronaperiode, toen er geen circus was, besefte ik hoeveel ik van circus hou.”

Terwijl hij met een gloedvolle blik naar de piste kijkt, vertelt Bouglione dat zijn beroep zijn hobby is én zijn passie. "Voor we gaan slapen, praten we over circus. En daarna droom ik over circus.”

Circus zonder dieren

Bouglione is een grote naam in de circuswereld en vader Alexandre vult keer op keer grote tenten met zijn spektakels. Dat schept ook hoge verwachtingen bij de toeschouwers. “Iedereen denkt: ‘het is dezelfde familie, dus hetzelfde spektakel’, maar dat is helemaal niet het geval,” zegt Thomas Caffeau. “Het is een traditioneel circus, met clowns, goochelaars en acrobaten. Maar zonder dieren.”

Dat laatste is volgens het circusgezelschap dat bijna veertig mensen telt, waarvan ongeveer de helft artiesten, op vraag van het publiek.

Het is een spektakel zonder dieren, benadrukt ook Nicolas Bouglione. Zijn vader werkte in het verleden onder meer met tijgers, voor de wetgeving dat verbood. “Maar door de aanwezigheid van dieren waren er ook veel mensen die afhaakten en niet meer wilden komen kijken.”

*lees verder onder foto's

Een jolig clownduo met bolhoeden op heeft het publiek net aan het lachen gebracht met klassieke slapstick. Even later kijkt iedereen verwonderd toe wanneer een trapezeartiest in de lucht wordt getild. Nicolas Bouglione probeert zich met zijn spektakel te onderscheiden van dat van zijn vader.

“Ik zet op alle posters en spandoeken ‘Nicolas Bouglione’, met mijn voornaam erbij. Het is niet altijd makkelijk om uit mijn vaders schaduw te treden,” zegt hij nog.

Om vervolgens nog eens te onderstrepen dat zijn spektakel anders is in de details. "Mijn vaders tent is veel groter. Je vindt de ziel van Bouglione hier wel terug, maar het is hier kleiner en gezelliger. Toeschouwers zien hier meer barok terug, onder andere in de finishing touches. Ik hou van vintage en daarom is authenticiteit belangrijk. Dit is circque à l’anciènne.”