De Brusselse metrowerken liggen al op twee plaatsen stil: aan het Zuidpaleis en nu ook aan het Noordstation. Twee keer wordt daarbij naar dezelfde boosdoener gekeken: de onvoorspelbare Brusselse ondergrond. “Het moeras zal altijd een weg zoeken.”
| De Brusselse metrowerken liggen al op twee plaatsen stil: aan het Zuidpaleis en nu ook aan het Noordstation. Twee keer wordt daarbij naar dezelfde boosdoener gekeken.
We schrijven februari 2022 als de eerste alarmsignalen afgaan ter hoogte van het Zuidpaleis. Het nieuwe metrostation Toots Thielemans moet daar verbonden worden met het station Anneessens, een tunneltje van luttele 120 meter is dat. Alleen blijken de steunpilaren voor het bouwwerk niet recht, maar schuin de grond in te gaan, waardoor de tunnel niet waterdicht zou worden.
Hoe dat kan? De samenstelling van de ondergrond, ooit een bedding van de Zenne, blijkt er anders dan de proefboringen hadden voorspeld, klinkt het. De MIVB en de aannemer beginnen daarop aan een rondje zwartepieten over wie dat had kunnen weten. Want – en we citeren een sarcastische voorzitter van de lokale handelsvereniging, die ook architect is – “Wie had nu kunnen denken dat een tunnel in een voormalige rivierbedding moeilijkheden zou opleveren?”
De gevolgen van de tegenslag zijn niet min. De tunnelwerf ligt nu al twee jaar stil en het nieuwe plan betekent dat een groot deel van het monumentale Zuidpaleis wordt afgebroken. Wellicht beginnen die werkzaamheden pas midden 2025. De meerprijs? Minstens tientallen miljoenen.
Februari 2024. Ook aan het Noordstation blijkt een flinke haar in de boter te zitten. Bouwheer Beliris werkt aan het Noordstation aan een andere korte tunnel, die de twee delen van de toekomstige metro moet verbinden: de omgevormde premetrolijn tussen Albert en Noord enerzijds en de nieuwe metrotunnel naar Schaarbeek en Evere anderzijds. De verbindingstunnel gaat daarbij onder de spoordijk voor de treinen.
“In de natte gebieden van Brussel werd oorspronkelijk niet gebouwd. De buurt van de Stalingradlaan werd daarom lange tijd als bleekweide gebruikt”
Historicus
Alleen liggen die werken al stil sinds april vorig jaar. En alweer krijgt de dekselse Brusselse ondergrond de schuld. Tegen alle voorspellingen in bevindt zich een soort ondergronds zwembad onder de spoordijk, leert navraag bij Beliris. De zijmuren van dat zwembad worden gevormd door de steunmuren van de spoordijk en de bodem door een onverwachte en ondoordringbare kleilaag. En de waterkraan, dat is het regenwater dat via de spoordijk het 'zwembad' insijpelt. De bouwheer installeert extra grote pompen, maar het blijft dweilen met de kraan open. Een beslissing over een alternatief zal nog 'enkele maanden' duren.
De wegzakkende stad
Hoe is het mogelijk dat de Brusselse ondergrond vandaag nog steeds voor verrassingen zorgt? “Je moet beseffen dat de Zenne ooit één grote kilometersbrede waterpartij was, die de vallei heeft uitgegraven,” vertelt geoloog Xavier Devleeschouwer (Belgische geologische Dienst). “Die rivier heeft erg divers materiaal afgezet. De oudere afzettingen zijn vooral grotere stukken grind, maar later, als de rivier krimpt en minder snel stroomt, komen er vooral zand- en kleilagen bij, die zich vermengen met dat grind. Die latere lagen zijn maar enkele duizenden jaren oud. We hebben in heel het Brussels gewest gegevens van tienduizend boringen. Dat lijkt veel, maar in zo'n rivierbed, met onvoorspelbare afzettingen is dat eigenlijk heel weinig. Wat er tussen die boringen zit, kan je vaak echt niet zeggen.”
"De grondwaterlaag in de vallei zit soms maar enkele meters onder de aarde, waardoor je het niveau van het grondwater moet verlagen via pompen. Maar daardoor drogen die zachte klei- en ook turflagen uit en worden ze ineengedrukt. Ook dat is een onzekerheid waar een ingenieur rekening mee moet houden"
Geoloog Leefmilieu Brussel
Zijn collega-geoloog Mathieu Agniel (Leefmilieu Brussel) wijst erop dat de grondwaterlaag in die vallei vaak erg ondiep zit, soms maar enkele meters onder de aarde. “Dat betekent dat je het niveau van het grondwater voor veel werkzaamheden moet verlagen via pompen. Maar daardoor drogen die zachte klei- en ook turflagen uit en worden ze ineengedrukt. Ook dat is een onzekerheid waar een ingenieur rekening mee moet houden. Eigenlijk is het nooit echt een goed idee om in zo'n omgeving te bouwen.”
Die uitdrogende kleilagen zorgen er trouwens voor dat het Brusselse centrum lange tijd wegzakt, vooral tijdens de industriële revolutie. “Pas in de jaren 1960 en 1970, als de industrie, die het water wegpompt, wegtrekt, stopt die trend,” vertelt Devleeschouwer. “Sindsdien stijgt het niveau weer wat, in de jaren 1990 met verschillende millimeters per jaar.”
Terug naar de rivier. Die verschrompelde in de loop van tienduizenden jaren van een machtige watervlakte tot een bescheiden stroompje in een moerassig gebied. “Het was een rivier in een erg trage vallei, met veel meanders, die ook nog eens jaarlijks overstroomde,” vertelt historicus Roel Jacobs. “Geen wonder dus dat de ondergrond daar onvoorspelbaar is.”
Dat natte weidenlandschap met de kronkelende Zenne bestaat vandaag nog, net ten zuiden van Brussel, in Beersel. “In mijn eerste les over Brussel neem ik mijn studenten daar mee naartoe, daar zie je in welk landschap Brussel ontstond. De kerk en de dorpskern staan er ook op de heuvel, hoog en droog. In de natte gebieden werd oorspronkelijk niet gebouwd, dat kon alleen maar problemen geven. De buurt van de Stalingradlaan, waar nu die metroproblemen opduiken, werd daarom lange tijd als bleekweide gebruikt. Het stadhuis is dan weer een ander verhaal, dat is gebouwd op een zandrug en staat dus stabieler.”
Toen aan het einde van de negentiende eeuw de eerste plannen voor de Brusselse metro worden uitgewerkt, vermijden die trouwens wijselijk de bovenste aardlagen met zachte rivierafzettingen. Het plan van Alphonse Müllender uit 1893 leidt de metrotunnel door de oudere en stabielere lagen daaronder. En ook het tracé van de Noord-Zuidtreintunnel kiest voor een omweg langs de hogere en stabiele heuvels van de vallei.
Marais Wiels
De vloek van het moeras treft niet enkel metrotunnels. Onlangs mocht ook de Erasmushogeschool nog ondervinden dat je niet ongestraft op moerasgrond bouwt. Toen de instelling haar campus Kanal bouwde nabij de Dansaertstraat, bleken de geplande funderingen onvoldoende wegens … instabiliteit in de ondergrond. “Samen met de aannemer hebben we dan voor een andere techniek moeten kiezen, waarbij we dieper de grond ingingen,” vertelt woordvoerster Dorien Brouwer. “En ja, dat heeft extra kosten en vertraging veroorzaakt.” (Lees verder onder de illustratie)
In de Noordwijk, nog steeds in de Zennevallei, moesten de WTC-torens dan weer erg diep verankerd worden, om niet weg te zinken in de moerasgrond. “De pijlers gaan er een zestigtal meter diep,” zegt Mathieu Agniel, “tot op een stabiele zandlaag.”
Wie moeras zegt, denkt vandaag wellicht aan het Marais Wiels, de volgelopen bouwput in Vorst, die uitgroeide tot een nieuw stedelijk moeras, met bijhorende fauna en flora. Dat de bouwput volliep, is het gevolg van een fout bij de stilgelegde werken, vertelt Agniel. “Toen men pijlers in de grond heeft geboord, is er een waterdichte kleilaag geperforeerd waaronder een waterlaag onder druk zat. Het gevolg is dat dat waterreservoir zich via die pijler een weg naar boven heeft gezocht. Het mag er nu wel mooi uit zien, eigenlijk is het jammer dat het zover gekomen is. Zo'n afgesloten waterreserve blijft beter in de ondergrond. De nieuwe toestand zorgt ook voor een heel vochtige bodem rond het moeras, wat bijvoorbeeld tot problemen kan leiden met kelders.”
De historische rivierbedding is dus een soort aaneenschakeling van hinderlagen voor wie er absoluut de diepte in wil. Maar dat is niet alles. “In de zestiende eeuw was het hele watersysteem in het centrum eigenlijk al artificieel,” vertelt historicus Jacobs. “Het moest vooral dienen om de watermolens in de stad te bedienen.” Ook geoloog Agniel benadrukt hoezeer de menselijke factor in de Brusselse ondergrond nog eens tot een extra laag van onzekerheid leidt. “We schuiven nu al eeuwen met aardmassa's in de stad, die lang niet altijd van ter plaatse komen. Neem nu de oude grachten rond de stadsmuur, die zijn gedempt met materialen waarvan we de samenstelling eigenlijk amper kennen.”
Ode aan de ondergrond
Niet iedereen vindt de bouwwoede in de vallei vanzelfsprekend. Verschillende wetenschappers en kunstenaars hebben vragen bij de manier waarop de Brusselse rivierbedding bedwongen wordt. Zo vindt op 23 en 24 februari Swamp Sacrifices plaats. De tweedaagse in onder meer Kanal-Centre Pompidou zet het Brusselse moeras centraal via workshops, een concert en presentaties.
"In de Noordwijk werd niet lang geleden het nieuwe buurthuis De Harmonie afgewerkt. Puik werk, alleen bleek de kelder met de technische installaties onder water te staan”
Landschapsarchitect en kunstenaar
“Lang geleden was het moeras net een plek voor rituelen, voor contact met de goden,” zegt landschapsarchitect en kunstenaar Wouter De Raeve, die de tweedaagse samen met danseres Paula Almiron organiseert. “Naarmate de stad groeide, hebben we er steeds meer een productivistische functie aan opgedrongen, die het water ook heeft vervuild. Maar het moeras blijft zich manifesteren, of we dat nu willen of niet. Je ziet dat bij heel ingrijpende problemen van de metrowerken, maar ook in de vele kleine verhalen in de vallei. In de Noordwijk werd niet lang geleden het nieuwe buurthuis De Harmonie afgewerkt. Puik werk, alleen bleek de kelder met de technische installaties onder water te staan.”
Met Swamp Sacrifices willen De Raeve en Almiron op zoek gaan naar een nieuwe verhouding met het Brusselse moeras. “Vandaag gaan mensen kleren kopen om een innerlijke leegte te vullen,” stelt De Raeve vast. “In de stad hebben we nood aan plekken waar je niets moet doen of consumeren, waar er plaats is voor het transcendentale. Het water kan zo'n plek zijn, het doet iets met de mens.”
“De doorsneestadsbewoner weet gewoon niet wat er zich onder zijn voeten afspeelt. Enkel als er eens probleem opduikt, houdt die ons even bezig"
Stadsplanner
Swamp Sacrifices is niet de enige plek waar vraagtekens worden geplaatst bij onze omgang met de ondergrond. “De doorsneestadsbewoner weet gewoon niet wat er zich onder zijn voeten afspeelt,” zegt stadsplanner Lucile Pujol. In het kader van het BMA Label van de bouwmeester doet ze onderzoek naar de verhouding tussen de Brusselaar en de ondergrond. “Enkel als er eens probleem opduikt, houdt die ons even bezig. Maar de wereld onder ons is er de hele tijd. Verder zien we de ondergrond vooral als een onuitputtelijke reserve aan grondstoffen. We halen er materialen uit voor kantoorgebouwen die minder dan dertig jaar blijven staan. Dat kan je niet volhouden met een ondergrond die zich op een heel ander ritme ontwikkelt, over duizenden en miljoenen jaren.”
Eigenlijk zijn we al decennia bezig met het verstoppen van de ondergrond, vindt Nadia Casabella (ULB). De architecte was betrokken bij onderzoeksproject Superterram, dat focust op de bovenste levende grondlagen en daar ook burgers bij betrekt. “We hebben de stad zodanig toegeplaveid, dat we er ook niet meer mee bezig zijn, al zeker niet gewone burgers. Het lijkt wel alsof je enkel als expert nog belangstelling mag hebben voor de bodem. Maar de ondergrond gaat ons allemaal aan. Onze bodem is een enorme watertank, als we het water erin laten tenminste. De veerkracht van de stad hangt af van hoe we met de ondergrond omgaan, de toekomst van onze kinderen ook.”
Lees meer over: Brussel , Stedenbouw , Mobiliteit , aanleg metro 3 , MIVB , Zuidpaleis , Noordstation , moeras , stabiliteitsprobemen , swamp sacrifices , moeras van wiels
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.