Filmmaker over afpersing crew: 'Ze dreigden met brandbommen'

Bij de opnames in 2021 in Molenbeek voor de film Rebel werden tv- en filmmaker Bert Hamelinck en zijn crew bedreigd. Met brandbommen maakten lokale jongeren duidelijk dat de filmploeg moest opkrassen of betalen voor zijn veiligheid. "We hebben ons voorziene bedrag voor de security moeten verdrievoudigen tot 80.000 euro", vertelt hij aan BRUZZ.

Het incident vond in mei-juni 2021 plaats in Molenbeek aan het Kanaal. "Bij zulke filmopnames komt veel kijken, zoals stuntscènes en straten die afgesloten worden. Al heel snel werd onze ploeg bedreigd door een groep jongeren. Ze hadden brandbommen bij zich en stonden aan onze vrachtwagens met materiaal", vertelt Hamelinck.

Eerst eisten de jongeren dat de filmploeg zou vertrekken, daarna vroegen ze betaling als compensatie voor hun "bescherming". Het productiebedrijf Caviar, waar Hamelinck aan het hoofd staat, heeft hen uiteindelijk niet betaald, maar moest wel zijn eigen security drastisch opvoeren.

"We hadden wel eigen security voorzien, maar die was aanvankelijk beperkt", klinkt het. "Het voorziene bedrag aan security hebben we moeten verdrievoudigen tot 80.000 euro om de opnames te kunnen afwerken."

De filmopnames duurden twee tot drie weken en vonden onder meer plaats aan Thurn & Taxis, het voormalige Citroëngebouw, de Dansaertstraat en in Anderlecht.

Onder de radar

Hamelinck heeft geen klacht ingediend, zo bevestigt hij, waardoor er geen administratief spoor van de afpersing te vinden is. De politiezone Brussel-West zegt aan BRUZZ geen weet te hebben van het incident of een interventie in dat verband.

Maar waarom heeft Hamelinck geen klacht ingediend? "Omdat we het gevoel hadden dat we onszelf best zo weinig mogelijk kenbaar maakten. We hebben na het incident ook veel steun gehad van de oudere generatie van buurtbewoners die voor ons bemiddelde en opriep tot kalmte. We werkten ook met veel acteurs die de buurt goed kennen. Het was natuurlijk wel een moeilijk onderwerp: een film maken rond radicaliserende jongeren is misschien niet iets wat ze (de afpersers, red.) willen. Uiteindelijk hebben we beslist dat hoe meer we onder de radar blijven, hoe veiliger het voor ons is."

'Territoriumcontrole'

Het kabinet van federaal minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) wenst niet te reageren, bij gebrek aan voldoende informatie over het incident.

Brussels parlementslid Mathias Vanden Borre (N-VA) noemt de poging tot afpersing "schokkend, maar niet verrassend". Hij legt de link met stadsbendes die in de Kanaalzone aan "territoriumcontrole" doen, onder meer rond de hotspots voor drugshandel.

"De straat regeert. Zo dreigt er wetteloosheid en krijgen we de facto no go-zones, waar de politie alleen nog maar in extreme zaken en op een georganiseerde manier tussenkomt."

Vanden Borre herhaalt zijn pleidooi voor een Kanaalplan 2.0, na de eerste anti-terrorisme versie van zijn partijgenoot Jan Jambon (toen minister van Binnenlandse Zaken) uit 2015, deze keer om bendegeweld en drugscriminaliteit op een gecoördineerde manier aan te pakken.

Zo'n multidisciplinaire operatie zou in zijn visie door het federale niveau geleid moeten worden, met ondersteuning van het Brussels Gewest. Dat beide politieke niveaus zonder regering zitten, is voor Vanden Borre geen argument om te wachten. "Ook in lopende zaken kan men actie ondernemen."