In de zomer publiceert BRUZZ elke maandag een uitgebreid interview met een Brusselaar die een boeiend of intensief jaar achter de rug heeft en tijdens de vakantie tijd neemt om te reflecteren. Deze week: Jurgen De Landsheer, korpschef van de door drugs geplaagde politiezone Zuid. “De politie zal de drugshandel nooit alleen de baas kunnen.”
Saskia Vanderstichele
| Jurgen De Landsheer op het dak van het commissariaat in de Demosthenesstraat, met zicht over de stad.
Wie is Jurgen De Landsheer?
- 46 jaar, woont in Haaltert bij Aalst
- Opleiding rijkswachtofficier
- Actief bij politiezone Zuid tussen 2000 en 2008
- Verbindingsofficier bij ministerie van Justitie
- FBI National Academy in 2012
- Korpschef zone Geraardsbergen-Lierde 2013-2020
- Korpschef zone Zuid sinds juni 2020
Peterbos, de Jacques Francksquare, het Bethlehemplein, het Zuidstation, het Hallepoortpark, Kuregem,… Geen enkele politiezone werd de voorbije jaren zo geteisterd door drugsoverlast en -geweld als de zone Zuid. Veel inwoners vragen zich vooral af waarom de politie niet doortastender optreedt.
Maar, als Jurgen De Landsheer de voorbije jaren één ding heeft geleerd is het wel dit: repressie alleen zal nooit volstaan om het fenomeen de baas te worden. “We moeten die jongeren ook perspectief bieden, dat gebeurt nog te weinig.”
Zomer of niet, het drugsgeweld blijft aanwezig in de zone, met onder meer nog twee doden nabij het Zuidstation eind juni. Hoe zag u het fenomeen de voorbije jaren evolueren?
Jurgen De Landsheer: De criminaliteit is veranderd. Veel straatcriminelen die vroeger bijvoorbeeld sackjackings, inbraken of diefstal deden, zijn in de drugshandel gestapt, waardoor we die eerste fenomenen nu duidelijk minder zien. Er gaat nu eenmaal veel meer geld om in het drugsmilieu en de inkomsten zijn zeker, met vaste vergoedingen per dag.
Bij misdrijven als een sackjacking is de straf bovendien veel zwaarder, omdat er een fysieke confrontatie is met een slachtoffer. Daarnaast is zo’n dader ook niet zeker van zijn buit. Bij dealers is dat helemaal anders. En als iemand erin slaagt om politie en parket te overtuigen dat hij een kleine dealer is, wordt hij eigenlijk niet vervolgd.
Die afwezigheid van fysiek geweld in het begin, heeft er ook voor gezorgd dat de maatschappij pas later reageert. De overlast moet al groot worden voor een buurt reageert, er moeten kinderen bij betrokken raken, die er op den duur niet meer uit raken omdat ze een schuld opbouwen.
Hoezo bouwen dealers een schuld op? Ze verdienen toch net geld?
De Landsheer: De bende zet bijvoorbeeld in scène dat je bestolen wordt. Of je wordt opgepakt door de politie en verliest je drugs en het verdiende geld. Betaal je dat niet terug, word je gefolterd of bedreigd.
Wie zijn die dealers nu eigenlijk? U hebt het soms over enkele families die verworteld zijn in de wijk en op andere momenten eerder over mensen zonder papieren en zonder perspectief die hier nog maar net zijn.
De Landsheer: De bendes spelen gewoon heel goed in op de noden van iedereen in het proces. Enerzijds gebruiken ze minderjarigen, die heel goed beschermd worden door de wet. Voor de maatschappij is dat meteen ook een verlies. Die kinderen krijg je nooit meer in de school, als ze als 14-15-jarige dagelijks 130 euro verdienen om met een step rond te rijden of drugs te verkopen. Die blijven in die sociale klasse en het criminele milieu.
Een echt probleem is dat die drugshandel in armere wijken vaak lang aanvaard wordt door de buurt. Als een buurt het dealen niet aanvaardt, dan gebeurt dat daar ook niet. Dat zie je in kleinere steden of betere wijken vaak.
Maar zijn het nu verwortelde daders met familiebanden in de wijk of nieuwkomers?
De Landsheer: Het is een combinatie. Die mensen zonder papieren zijn het kanonnenvlees. En al naargelang de wijk is het daderprofiel ook anders.
In laag Sint-Gillis zijn het eerder lokale families die de drugshandel controleren, begin juli werden nog cafés en auto’s van mensen in de buurt geviseerd. In Peterbos zijn het dealers van buiten de wijk die er zich geïnstalleerd hebben. Gelukkig zijn we daar nu op het punt gekomen dat de buurtbewoners het er niet meer aanvaarden. Dan krijg je als politie steun en informatie. Maar daar gaat een lange periode van gedogen aan vooraf: ‘zolang het mij niet raakt’, ‘het is maar een joint’…
In Peterbos boeken we vooruitgang op dit moment en herwinnen we controle, door grote acties én aanwezigheid. Maar om dat ook vast te houden hebben we andere partners op het terrein nodig. De politie alleen zal het nooit kunnen. We hebben nu een LISA geopend in Peterbos (een geïntegreerde veiligheidsantenne waarin naast politie ook verschillende gemeentediensten actief zijn, red.), er zijn buurtfeesten, … Tegelijk zie je dat de dealers alert zijn en proberen terugkomen.
Hoe verschillen de verschillende hotspots qua profiel als het over aanbod gaat?
De Landsheer: In het algemeen wordt vooral cannabis en coke verhandeld, of een soort van crack. We hebben het altijd over crack, maar het lijkt eerder op een derivaat met een heel klein beetje coke. Heroïne zien we bijna niet meer.
Geografisch wordt dat cokederivaat vooral rond het Zuidstation verhandeld, de plek waar je ook die shootroom hebt. We hebben er altijd voor gevreesd dat je daarmee gebruikers naar de buurt trekt en dat blijkt toch ook wel wat.
Rond de Jacques Francksquare en het Bethlehemplein is het vooral cannabis en een beetje coke. In Peterbos is het heel veel coke en ook nog cannabis. Peterbos trekt onder meer een publiek uit Vlaanderen, dat er met de auto naar toe komt.
'De motor voor het geweld is het geld. Een locatie als Peterbos brengt elke dag 30.000 tot 80.000 euro op.'
korpschef politiezone zuid
Wat was de grootste motor voor het oplaaiende drugsgeweld?
De Landsheer: Het geld. Hoe groter het territorium, hoe meer geld je binnenhaalt. En overal waar we drugs vinden, vinden we ook wapens. Peterbos brengt per dag tussen de 30.000 en 80.000 euro op. Reken maar eens wat dat op maandbasis betekent.
Het betekent ook dat veel mensen van die inkomsten afhankelijk zijn. Daarom is de samenwerking tussen de politie en de gemeenten en andere socialere actoren zo belangrijk. Als we die jongeren niet begeleiden en een ander perspectief bieden, verzeilen ze gewoon terug in de criminaliteit. Op dat vlak kunnen we het nog beter doen.
Dat herinnert wat aan de ‘Don’t shoot’ aanpak van David Kennedy in de States: bied daders tegelijk een stok en een wortel.
De Landsheer: Ja, al is het maar de vraag of zijn benadering echt een succes was. De legalisering van drugs is in de States in elk geval mislukt, met Colorado als voorbeeld (waar cannabisteelt en verkoop gelegaliseerd werd, red). De legale handel, die hoge prijzen vraagt voor drugs met een een lager THC-gehalte gaat er failliet, terwijl de illegale floreert. Die laatste levert ook op alle momenten van de dag.
Bij ons vorige interview, na uw aantreden, toonde u zich ook bevreesd voor de ondermijnende criminaliteit die met drugshandel gepaard gaat: de opbrengsten worden geïnvesteerd in de legale economie. Merkt u dat in Brussel en hoe?
De Landsheer: Ja, criminelen investeren in twee zaken: luxeproducten en vastgoed, in binnen- en buitenland. Dat is iets waar we meer moeten op inzetten: het geld achterna gaan.
We moeten dat soort onderzoeken beter organiseren, zowel op lokaal als federaal vlak. De winkels, de schijn-vzw’s, daar moeten we achteraan. We zouden het kanaalplan, dat op terreur focuste, moeten omschakelen naar een drugsplan.
Slorpt de drugsaanpak niet een groot deel van uw middelen op vandaag?
De Landsheer: Het vraagt een groot deel van onze extra capaciteit, ja. Maar door te combineren, proberen we verschillende fenomenen in één klap te bestrijden. Onze verkeersacties concentreren we bijvoorbeeld rond de drugshotspots.
Het geweld op straat nam ook toe en er werden ook al verschillende keren terrasbezoekers doodgeschoten, ogenschijnlijk onschuldige mensen. Kunnen we ons nog wel veilig voelen op een terras?
De Landsheer: Het is moeilijk om te zeggen of het geweld gratuit was. We moeten ons ook niet onveilig voelen op een terras, maar het is wel belangrijk om te kijken waar je je begeeft.
Er zijn geen no-gozones, maar je moet misschien niet ‘s nachts in elke wijk gaan rondlopen als je er niets te zoeken hebt.
Beschrijft u eens het typische profiel van een dealer.
De Landsheer: Afhankelijk van de hotspots verschillen de daders en de klanten. Je hebt de bekende bendes, met bijvoorbeeld de Albanese en de Mocromaffia. Meestal zijn de dealers ook jong, tussen de 12 en de 30 jaar.
Rond het Zuidstation zie je allerlei leeftijden, het zijn er meer mensen die voor eigen gebruik gaan dealen of feiten plegen.
Er wordt soms gezegd dat de bendes uit Marseille hier aan invloed winnen. Is dat zo?
De Landsheer: We zien hier heel veel Franse auto’s, onder meer in Peterbos. Criminelen van daar proberen hier ook hun manier van werken te kopiëren.
Ik bezocht Marseille ook en zag dat die verkopers daar al veel verder staan. Drugs worden er bijvoorbeeld met QR-codes verkocht, om de volgende levering te bestellen. De bendes werken ook met een soort recruteringsbureau via Snapchat, met vaste prijzen (toont een screenshot op zijn telefoon van een officieel aandoende website: “Uitkijk: 2.400 euro/maand, Verkoper: 6.000 euro/maand, Uitbater: 9.000 euro/maand. Dienstvoertuig en maaltijdcheques inbegrepen”)
Sarah Frederickx (woordvoerster en criminologe, die het interview bijwoont): De druk van die buitenlandse bendes die grondgebied willen innemen, zorgt ook voor een soort wapenwedloop hier.
De Landsheer: In Marseille zie je daardoor een geweldspiraal, met véél meer doden dan hier. Het toont hoe belangrijk het is om de perceptie rond druggebruik ook te keren. Nu lijkt dat nog veel te vaak onschuldig, terwijl die joint of dat lijntje coke een businessmodel in stand houden met heel veel overlast, geweld en risico’s.
Legalisering is in dat verband echt geen oplossing. Ik heb heel veel landen bezocht, onder meer Portugal. Ik kreeg nog nooit zoveel kans om drugs te kopen als in Lissabon. Hoe kan je ook aan de jeugd uitleggen dat drugs gevaarlijk zijn als de overheid die zelf verkoopt?
Hoe werkt zo’n drugsdealpunt in Brussel eigenlijk?
De Landsheer: Heel eenvoudig, je hebt uitkijken die opletten of er geen politie komt. Potentiële klanten worden snel herkend of spreken desnoods iemand aan. Die klant bestelt vervolgens op een punt waar hij ook betaalt en rijdt vervolgens door naar een tweede punt waar hij of zij de drugs krijgt.
In Marseille betalen ze gewoon met Payconiq. Het geld wordt om de zoveel tijd afgehaald, zodat ze niet veel kunnen verliezen of niet veel bijhebben mocht er een politiecontrole zijn. Hetzelfde met de drugs zelf: ook daar is het een constante stroom van kleine hoeveelheden, die ze dan op plaatsen vlakbij verstoppen: riooldeksels, bloembakken, onder een auto,…
Frederickx: Ze hebben daarbij altijd het zicht op de drugs, zonder ze bij te hebben.
De Landsheer: We krijgen gelukkig steeds meer steun van burgers, die ons ook zeggen waar de drugs liggen. Die steun uit de wijk is cruciaal.
Aan het Bethlehemplein zien we steeds meer dealers, met vaak een vijftiental mensen die je aan de handel kunt linken. Er staan ook altijd veel fietsen en steps klaar. Is dat voor thuisbezorging?
De Landsheer: Wie het juiste nummer heeft kan laten leveren, ja. Of je gebruikt die QR-codes op het pakketje, die praktijk begint ook hier ingang te vinden.
"Toen ik terugkwam van Marseille dacht ik ‘Wij zijn eigenlijk goed bezig met onze ketenaanpak.’ Alleen moeten we dat wel volhouden"
korpschef politiezone zuid
De hotspots in de zone zijn bekend. Waarom niet de klok rond een patrouille zetten op elke dealplek?
De Landsheer: (met lichte spot) Overal dan? En als ze zich een paar straten verder verplaatsen dan daar ook een patrouille? Als we aan het Bethlehemplein werken, zien we ze bijvoorbeeld al naar de Koningslaan schuiven.
Frederickx: Wat we wel doen is de Very Irritating Police-benadering: we doen een controle en als ze dan 20 minuten later hun boel opnieuw proberen opstarten, komen we nog eens langs en dan nog eens.
De Landsheer: De bedoeling is dan het geldgewin zo te verstoren dat het niet meer interessant is.
U kwam op veel plaatsen die met drugsoverlast te kampen hebben. Naar welke stad kijkt u op?
De Landsheer: Totnogtoe zag ik vooral veel dingen die niet werken. In Medellin (Colombia, red.) proberen politie en stadsbestuur mooie sociale projecten op te zetten, maar het blijft er ‘s nachts wel een zombiewereld van druggebruikers.
In Noord-Amerika en Canada is het drugsbeleid met legalisering mislukt. In Denver staan de tentjes met dakloze crackgebruikers in lijn in de betere woonwijken en mogen ze zelfs niet verwijderd worden. In sommige wijken van Marseille kan je de klok niet meer terugdraaien.
Toen ik terugkwam van daar zei ik ‘Wij zijn eigenlijk goed bezig met onze ketenaanpak.’
Alleen moeten we dat wel volhouden.
BRUZZ zomert
Lees meer over: Anderlecht , Sint-Gillis , Vorst , Veiligheid , BRUZZ zomert , Jurgen De Landsheer , politiezone Zuid , drugshandel , drugsgeweld
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.