De Belgische staat heeft nog maar een paar dagen om het financieringsmodel aan te passen van de Brusselse hulpverleningsdienst (DBDMH). Gebeurt dat niet op tijd, moeten dwangsommen betaald worden van 1.000 euro per dag.
Staat riskeert dwangsommen voor financiering Brusselse hulpverleningsdienst
Ter herinnering: in 2007 werd een wet gestemd die de invoering van meerdere hulpverleningszones voorzag, ter hervorming van de civiele veiligheid in ons land. Die herziening vond pas effectief plaats in 2015 en 2016, maar in de voorafgaande jaren werden al prezones ingericht. Zo kon de hervorming geleidelijk aan gebeuren.
De hulpverleningszones genieten een federale basisdotatie plus bijkomende federale dotaties, verdeeld op basis van verschillende criteria. Maar de Brusselse hulpverleningsdienst werd van die regeling uitgesloten. In plaats daarvan ontving de DBDMH een specifieke, aparte dotatie. De dienst vond dan ook dat ze gediscrimineerd werd op vlak van financiering.
Dwangsommen
De kwestie raakte tot bij het Brusselse hof van Beroep, dat op zijn beurt het Grondwettelijk Hof inschakelde om zich te buigen over de eventuele discriminatie.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde in 2022 onder meer dat de aparte financiering voor de DBDMH niet redelijk verantwoord was, en de Brusselse hulpverleningsdienst door de regeling nadeel kon ondervinden.
Zich baserend op dat arrest, veroordeelde het hof van Beroep in februari dit jaar de Belgische Staat voor het financieringsmodel van de DBDMH. In een arrest gaf het hof het beleid zes maanden de tijd om een herziening door te voeren. Zoniet dreigen dwangsommen van 1.000 euro per dag, met een maximumplafond van 50.000 euro.
Geen definitieve oplossing
De uiterste deadline ligt dus op 12 augustus. Maar het kabinet van bevoegd Brussels staatssecretaris Ans Persoons (Vooruit), zegt dat er tot nu toe geen definitieve oplossing gevonden is op federaal niveau. Eind juni was er een vergadering, waarop de federale overheid een reeks voorstellen op tafel legde. Maar die waren "onvoldoende", klinkt het bij kabinet-Persoons.
"We legden daarna een tegenvoorstel op tafel. De federale overheid bestudeert dat momenteel. Tot nu toe hebben we geen reactie gekregen", zegt het kabinet-Persoons. Het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) gaf maandag geen commentaar.
Lees meer over: Veiligheid , DBDMH , Ans Persoons , Annelies Verlinden , Brussels hof van beroep