Aux Armes de Bruxelles in Franse handen

Het Brusselse horeca-icoon Aux Armes de Bruxelles gaat over in Franse handen. Of de karbonades met geuze voortaan anders zullen smaken, zullen we moeten gaan uittesten, maar de restaurantgroep Flo is alvast van plan het restaurant te laten aansluiten bij zijn rijtje luxebrasserieën.

Begin deze week sloot Aux Armes de Bruxelles de deuren voor een maand welverdiende zomerrust, maar vlak voordien werd groot nieuws bekendgemaakt. Na de zomersluiting hervat het restaurant zijn activiteiten, maar onder een andere vlag. De kleinkinderen van oprichter Calixte Veulemans hebben besloten eie­ren voor hun geld te kiezen (of is het omgekeerd?) en in te gaan op een bod van de Franse restaurantgroep Flo. Die is vooral bekend van enkele brasserieën in Parijs, zoals Brasserie Flo, Le Bœuf sur le Toit, Julien, Bofinger en Le Vaudeville. In totaal zijn het er meer dan twintig, behalve in Parijs ook verspreid over Reims, Metz, Nice en Barcelona. Nu heeft Flo zijn oog ook op de Belgische markt laten vallen, en de groep is blijkbaar niet van plan het bij deze ene Belgische overname te laten. De Belgische markt zou heel erg gelijken op de Franse, in die zin dat er zeer weinig restaurantketens aanwezig zijn, tenzij in het goedkopere segment en in de fastfood, en zo goed als geen grote restaurants die als een bedrijf gerund worden in handen van professionele aandeelhouders. In Frankrijk beheert Flo ook enkele restaurantmerken in het goedkopere segment, zoals de bekende Hippopotamus-restaurants, Bistro Romain en Tablapizza. Binnenkort neemt het ook de Maître Kanter-tavernes over van de Franse brouwer Kronenbourg.

De trouwe klanten van Aux Armes de Bruxelles hoeven niet bang te zijn dat hun favoriete plek zal worden omgebouwd tot een pretparkachtige hamburgertent. De Brusselse brasserie zal haar eigenheid behouden en het lijstje van luxebrasse­rieën vervoegen. En technisch gezien blijven de Belgen een dikke vinger in de pap hebben, want sinds vorig jaar heeft Flo twee Belgische meerderheidsaandeelhouders: de bekende zakenman Albert Frère en de holding Ackermans & van Haaren.

Mosselpionier
Aux Armes de Bruxelles was drie generaties lang in handen van de familie Veulemans, 86 jaar om precies te zijn.

In het begin van de vorige eeuw trok een jongeman uit Vlaams-Brabant naar de grote stad om er werk te zoeken. Calixte Veulemans - zo heette hij - werkte eerst als kelner in een paar café chantants, en vervolgens als hulpkelner bij Frituur Henri, een zaak aan de Papenvest die hij later overnam en omdoopte tot Chez Calixte. In 1921 kocht Veulemans in de naburige Beenhouwersstraat een taverne met de naam Aux Armes de Bruxelles, de stamkroeg van de koetsiers van een wisselplaats van de post in de Greepstraat. Al snel bouwde hij de zaak uit tot een klasserestaurant. Om de transportproblemen van de verse mosselen uit Zeeland te overbruggen, sloot Veulemans een overeenkomst met een mosselboer uit Yerseke om de mosselen dagelijks per vrachtwagen te laten leveren, om hun versheid te garanderen. Veulemans is overigens de bedenker van de nu courante bereidingswijze van mosselen in aparte kookpotten, en van de moules à l'escargot, mosselen met lookboter gebakken in de oven.

In 1941 trouwde Veulemans met Anne-Marie Moreau, met wie hij vier kinderen kreeg. Ook het restaurant bleef maar uitbreiden: zo kocht Veulemans in 1927 een huisje in de Korte Beenhouwersstraat, en in 1953 nog een pand op de hoek van diezelfde straat. In 1963 kocht hij La Rose Noire, een indertijd beroemde jazztent waar mensen als Jacques Brel en Georges Moustaki nog hebben rondgehangen. Het bekende volkje was trouwens ook niet vies van de keuken van Aux Armes de Bruxelles. Zo mocht Veulemans heel wat beroemdheden ontvangen, zoals koning Leopold III, die er elke maand zijn portie zeetong en mosselen kwam nuttigen, maar ook artiesten als Brel, Brasseur, Fernandel, Toots en Johnny Halliday kwamen en komen er graag over de vloer.