De Nederlandstalige Brusselaar ligt veel minder wakker van migratie en identiteit dan de gemiddelde Vlaming. De verkiezingsuitslagen wijzen opnieuw op een steeds sterkere, specifiek Brusselse identiteit.
| De N-VA is incontournable in Vlaanderen. De vorming van de Vlaamse regering heeft ook een weerslag op Brussel.
In Vlaanderen wordt het Vlaams Belang de tweede grootste partij. De extreemrechtse partij doet er maar liefst zeventien zetels bij en wordt de tweede grootste partij in Vlaanderen na N-VA, die acht zetels moet inleveren. Groen komt pas als vijfde grootste over de finish. De Brusselaar verkoos dan weer Groen tot de grootste, al houdt N-VA hier ook stand.
Daarnaast moeten vooral CD&V en SP.A in het Vlaams Parlement zwaar incasseren, met respectievelijk acht en zes zetels minder. PVDA haalt dan weer uit het niets vier zetels binnen. Ook Groen mag op vier extra zetels rekenen, al blijft het daarmee toch onder de verwachtingen. De groenen mogen de hoop op een deelname aan de Vlaamse regering stilaan opbergen, tenzij er toch een kink in de kabel komt tussen de vorige meerderheidspartijen N-VA, CD&V en Open VLD.
CD&V implodeert
In Brussel, waar zes Nederlandstalige Brusselaars rechtstreeks verkozen worden voor het Vlaams Parlement, heeft de kiezer de kaarten toch behoorlijk anders geschud. Daar wordt Groen wel afgetekend de grootste. Dat geeft uiteindelijk twee zetels voor Groen (Stijn Bex en Celia Groothedde) en N-VA (Karl Vanlouwe en Annabel Tavernier) en telkens één voor Open VLD (Els Ampe) en SP.A (Hannelore Goeman). Voor CD&V is de stembusgang op een catastrofe uitgedraaid: jong talent Benjamin Dalle raakte niet verkozen in het Vlaams Parlement en in Brussel behoudt enkele aftredend staatssecretaris Bianca Debaets haar zetel.
Een constante is wel de N-VA. De Vlaams-nationalisten houden aan Vlaamse kant, ondanks de aderlating op de rechterflank, nog vrij goed stand en doen dat ook in Brussel. N-VA groeit er amper, maar komt zowel voor het Vlaams Parlement als aan Nederlandstalige zijde van het Brussels parlement als tweede uit de bus, weliswaar op ruime afstand van Groen, maar vóór Open VLD. Een signaal dat de Nederlandstalige Brusselaar niet enkel de ecologische uitdagingen ter harte neemt, maar tegelijkertijd ook snakt naar veiligheid en goed bestuur.
De verschillen tussen Vlaanderen en Brussel vallen op, maar zijn niet nieuw, klinkt het ook bij analisten. “De uitslag in Brussel loopt nooit gelijk met die in Vlaanderen, dat is al dertig jaar zo,” duidt voormalig VGC-griffier Daniël Buyle. “Toch zie je dat Brussel een eigen identiteit aan het vormen is,” voegt politiek journalist Gui Polspoel toe.
Wat nu?
Aan Vlaamse kant is het afwachten hoe Bart De Wever, wiens N-VA incontournable is in Vlaanderen, omgaat met de score van Vlaams Belang. Hij gaf al meermaals te kennen de deur niet te sluiten voor extreemrechts en geen fan te zijn van het cordon sanitaire. Anderzijds wil geen enkele andere partij in zee met Vlaams Belang. De Wever kan in principe ook gewoon voort met de vorige Zweedse meerderheid op Vlaams niveau, met CD&V en Open VLD.
De vorming van die Vlaamse regering zal uiteraard ook zijn weerslag hebben op Brussel. De visies op de financiering van Brussel, de werking van de VGC en de rol van de Vlaamse gemeenschap in de hoofdstad lopen soms erg uiteen, vooral tussen N-VA enerzijds, en Groen en SP.A anderzijds.
Wie Vlaams minister voor Brussel wordt, is nog koffiedik kijken. Karl Vanlouwe (N-VA) en Els Ampe (Open VLD) komen in aanmerking, al ambieert die laatste een ministerpost in de Brusselse regering. Er kan, zoals dat ook bij de vorige Vlaamse minister Sven Gatz het geval was, altijd iemand van buiten het parlement plots de touwtjes in handen krijgen.
Lees meer over: Brussel , Brussel Kiest 2019 , Analyse , N-VA , Vlaams Belang , verkiezingen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.