Zeker negentien Brussels parlementsleden vertrekken straks uit het halfrond en mogen dus op een riante uittredingsvergoeding rekenen. In totaal gaat het nu al om zeker 3,5 miljoen euro. Dat bedrag zal sowieso nog oplopen, want ook wie wel opkomt maar op 9 juni niet verkozen raakt, strijkt een afzwaaipremie op. Ancien Guy Vanhengel (Open Vld) wacht op de grootste som: zo’n 430.000 euro bruto.
PhotoNews/Open VLD. Montage: BRUZZ
| Arnaud Verstraete (Groen), Guy Vanhengel (Open Vld) en Khadija Zamouri (Open Vld) verlaten het Brussels parlement.
Het einde van een legislatuur staat traditioneel gelijk aan een nieuwe reeks veelbesproken uittredingsvergoedingen. Die afzwaaipremies worden niet meteen, maar in maandelijkse schijven uitbetaald.
Die som neemt gradueel af, want parlementsleden die het maar één termijn uitzingen, zien hun premie binnen het jaar op hun rekening verschijnen. De Brusselse regering becijfert in haar begroting dat ze er dit jaar bijvoorbeeld 2,5 miljoen euro voor uittrekt.
Over alle parlementen in ons land heen ligt het totaalbedrag voor de exitvergoedingen in de komende vijf jaar op zo’n 40 miljoen euro. Dat is weliswaar een daling met bijna 10 miljoen vergeleken met de legislatuur voordien.
'In mijn publieke carrière heb ik vaak de kans gehad om in de private sector te stappen. Daar liggen de verloningen vaak nog een pak hoger'
Ruim 100.000 euro na één legislatuur
Wie al zeker is van een vergoeding, zijn parlementsleden die het voor bekeken houden en de afzwaaipremie aanvragen. Dat kan tot oktober.
Het bedrag wordt als volgt berekend: per gezeteld jaar in het parlement strijken volksvertegenwoordigers twee maandlonen op. Aan de huidige index komt de maandelijkse parlementaire vergoeding, inclusief de onkostenvergoeding, overeen met 11.643 euro. Dat laat de personeels- en financiëndienst van het Brussels parlement weten.
Dat is een basisbedrag, waarboven extraatjes kunnen belanden voor wie bijvoorbeeld (onder)voorzitter, fractieleider of lid van het Bureau van het Brussels parlement was. Concreet ligt er voor iemand die vijf jaar lang een zitje in het parlement had en die rol niet combineerde met andere parlementaire functies iets meer dan 116.000 euro bruto klaar.
Werkloosheidsuitkering
Eén voorwaarde is cruciaal, legt arbeidseconoom Stijn Baert uit, die het dossier rond de vertrekpremies van de studiedienst van de PVDA/PTB in handen kreeg. “Politici moeten onafgebroken in een parlement hebben gezeteld, ofwel als volksvertegenwoordiger, ofwel als minister, of als (onder)voorzitter.”
De cijfers van de PVDA/PTB komen ongeveer overeen met de analyses van Baert, zegt hij aan BRUZZ. “Die 40 miljoen is zelfs nog voorzichtig te noemen.”
Belangrijke kanttekening: de afscheidsvergoedingen worden nog belast, en wel volgens het progressieve tarief van de inkomensbelastingen. “Concreet gaat er tot vijftig procent af”, weet Baert.
Politici die het parlement verlaten, krijgen die vergoeding in plaats van een werkloosheidsuitkering. "Maar als men een dergelijk systeem in elkaar kan steken, kan men natuurlijk evengoed uittredende politici een maximale werkloosheidsuitkering (2.144 euro, red.) uitbetalen", vindt de arbeidseconoom.
'Zakje geld'
Ex-minister, huidig Brussels parlementslid en ondervoorzitter Guy Vanhengel (Open Vld) geldt als de absolute slokop in het rijtje met politici die niet meer terugkeren naar de Lombardstraat.
Vanhengel maakt door zijn decennialange staat van dienst aanspraak op een vergoeding van zo’n 430.000 euro bruto. Dat komt overeen met 37 maanden aan parlementaire wedde, omdat er in het geval van Vanhengel gekeken wordt naar de parlementaire jaren op de teller in de periode voor 2014. Voor de jaren vanaf 2014 geldt immers een maximumplafond van 24 maanden. Omdat Vanhengel dat aantal overschrijdt, telt het aantal jaren voor 2014.
In een reactie aan BRUZZ zegt Vanhengel dat hij van plan is om dat bedrag volledig te ontvangen. "Maar we moeten die premie niet presenteren alsof ik morgen een zakje geld krijg", aldus het gewezen stemmenkanon. “Die vergoeding wordt maandelijks gestort, alsof mijn loon doorloopt. Dat maakt deel uit van het statuut, daar hebben wij als afscheidnemende politici recht op.”
Vanhengel plaatst wel nog een voetnoot onder het bedrag dat hij zal ontvangen. “In mijn carrière heb ik vaak de kans gehad om in de private sector te stappen. Daar liggen de verloningen vaak nog een pak hoger en zijn bepaalde regelingen nog een stuk gunstiger”, aldus de ex-minister.
“Er is in elke job een soort vangnet, het is dan fair dat er ook iets voorzien is voor politici. Al zou het systeem voor mij meer mogen gelijken op dat van de werkloosheidsuitkeringen”
‘Spelregels volgen’
Ook een aantal Nederlandstalige parlementsleden die (voorlopig) de politiek vaarwel zeggen, passeert langs de kassa.
Arnaud Verstraete vertegenwoordigde Groen tien jaar lang op het gewestelijke niveau en int zeker 230.000 euro bruto. “Ik ben van plan om die vergoeding ook aan te vragen”, vertelt hij aan BRUZZ.
“We hebben met Groen een voorstel gelanceerd om uittredende parlementsleden in het systeem van de werkloosheidsuitkeringen op te nemen, maar daar is geen meerderheid voor gevonden”, legt Verstraete uit. “Ik ga de huidige spelregels dus volgen. Er is in elke job een soort vangnet, het is dan fair dat er ook iets voorzien is voor politici, al zou het voor mij meer mogen gelijken op de werkloosheidsuitkering.”
Ex-Open VLD’er Khadija Zamouri zetelde sinds 2014 in het parlement en kan dus een vergelijkbare som aanvragen. Ook Juan Benjumea (Groen), die na één legislatuur uit het Brussels parlement vertrekt, zal een premie aanvragen, bevestigt hij aan BRUZZ. In zijn geval gaat het om minstens 116.000 euro plus extra’s – Benjumea is ook actief als secretaris en lid van het Bureau van het parlement.
13 miljoen
Het Brussels parlement laat weten dat het in totaal 305 maanden aan uittredingsvergoedingen noteert voor de negentien parlementsleden die al zeker afscheid nemen van het parlement. Dat komt neer op zo’n 3,5 miljoen euro, ervan uitgaande dat de betrokken politici hun premie ook aanvragen.
Dat bedrag zal echter hoe dan ook nog oplopen zodra bekendraakt wie na 9 juni in het Brussels parlement blijft zetelen.
Ter indicatie: sinds de start van de huidige legislatuur heeft het Brussels parlement een slordige 13 miljoen euro moeten besteden aan uittredingsvergoedingen. Na de vorige gewestelijke verkiezingen zwaaiden uiteindelijk 53 van de 89 Brussels parlementsleden af.
Bij de namen die nog afzwaaien, vinden we onder meer de naam van ex-minister en huidig parlementslid Céline Fremault (Les Engagés, sinds 2004) terug. In haar gevallen gaat het om het maximumplafond na 2014, ofwel 24 maanden parlementaire wedde en dus zo’n 280.000 euro.
Voor afscheidnemend parlementsvoorzitter Rachide Madrane (PS) ligt het bedrag met zo'n 132.000 dan weer wat lager: de gewezen Brussels staatssecretaris streek eerder al een vergoeding op, nadat hij in 2009 het Brussels parlement verliet en een jaar later als opvolger in de Kamer terechtkwam.
Lees meer over: Brussel kiest: Brussels parlement , uittredingsvergoeding , uittredingsvergoedingen , Guy Vanhengel , Brussels Parlement
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.