Ongeacht hoeveel Brusselaars op 9 juni op een Nederlandstalige lijst zullen stemmen, er zullen altijd 17 zetels in het Brussels parlement naar Nederlandstalige kandidaten gaan. Vlamingen kennen namelijk een gegarandeerde vertegenwoordiging in dat parlement.
Waarom zijn 17 zetels in het Brussels parlement altijd voor Nederlandstaligen?
Lees ook: Politieke week over hoe het uitblijven van een Brusselse regering honderden vzw’s bedreigt
In een nieuwe aflevering van ‘Alleen in Brussel’ duiken radiopresentator Bram Van de Velde en politiek journalist Steven Van Garsse onder in de eigenaardigheden van de Brusselse politiek. Deze keer onderzoeken ze de gegarandeerde Nederlandstalige vertegenwoordiging in het Brussels parlement.
Nederlandstaligen zijn een minderheid in de hoofdstad. Hoe groot of klein die minderheid is, valt moeilijk te meten. In 2019 diende 9 procent van de Brusselaars een Nederlandstalige belastingbrief in. Anderzijds gaat 21 procent van de Brusselse kinderen naar een Nederlandstalige school. Bij de laatste verkiezingen in 2019 stemde 15,3 procent van alle kiesgerechtigden voor een Nederlandstalige lijst, goed voor zo’n 70.000 stemmen.
Of er in juni nu tienduizend of honderdduizend mensen stemmen op een Nederlandstalige lijst, 17 van de 89 parlementszetels gaan sowieso naar een Nederlandstalige politicus. Met twintig procent van de zetels is de Nederlandstalige Brusselaar dus niet slecht vertegenwoordigd.
In deze aflevering van ‘Alleen in Brussel’ ontdek je waarom die vertegenwoordiging is wat ze is. De eerste aflevering kan je hier beluisteren.
Alleen in Brussel
Lees meer over: Brussel kiest: Brussels parlement , Alleen in Brussel , podcast , politiek , steven van garsse , Bram Van de Velde