Scenarist en columnist Marc Didden heeft tijdens de lockdown veel tijd om na te denken over films die nooit gemaakt werden. Zoals zijn Brel-film Vivre debout, een project met Dominique Deruddere.
Marc Didden herdenkt Miche, de onlangs overleden echtgenote van Jacques Brel
Moderne Vlamingen lijken dat soms te vergeten maar er leven ook Franstaligen in onze stad. En soms gaan die ook dood. Soms zijn dat zelfs vrienden van mij, of kennissen of gewoon merkwaardige mensen die ik tegengekomen ben tijdens mijn nu al zeven decennia durende rondgang door de straten van Brussel.
Thérèse Michielsen was er zo een, al zal u haar eerder (niet) kennen onder haar trouwnaam Miche Brel. Jawel, ze was de wettelijke echtgenote van de wereldwijd bekende chansonnier Jacques en ze is dat tot haar laatste dag gebleven.
“Il n'y a qu'une madame Brel,” wilde ze weleens zeggen wanneer iemand de andere vrouwen in het leven van Brel ging oplijsten.
Brel en Miche waren elkaars jeugdliefdes en de eeuwige trouw die ze elkaar begin jaren 1950 beloofden, heeft altijd standgehouden op de manier die zij zelf gewild had. Bij Miches overlijden, op 30 maart laatstleden, kreeg ze ongevraagd enige aandacht in de populaire pers. Dat leverde titels op van het gehalte 'Meest bedrogen vrouw ter wereld dood'. Een verwerpelijke vorm van berichtgeving, dat zeker, maar bovendien ook nog eens volledig onwaar.
In Parijs mocht Jacques Brel zijn wie hij wilde, maar in Brussel moest hij haar man en de vader van drie dochters zijn
Miche beschouwde zichzelf in geen enkele mate als een slachtoffer. Zij had vanaf de eerste tekenen van Brels succes een duidelijk voorgevoel dat haar man een leven zou gaan leiden dat niet het hare was. Ze kon slecht om met de Parijse 'chichi' die meteen rond Jacques ging hangen, terwijl hij aan het metamorfoseren was van het lelijke Schaarbeekse eendje naar de sierlijke Zingende Zwaan die het Franse chanson kwam redden via de rokerige cabaretten in Saint-Germain-des-Prés. Ze had toen ook al twee kleine kinderen en een gerieflijk huis in het dorp Brussel, terwijl de Brels in Parijs samenhokten op smalle kamers van middelmatige hotels. Dus Brussel lonkte.
Ze wist wel dat de vrouwen die rond Brel een reidans uitvoerden nooit écht zijn vrouwen zouden worden. Speelkameraadjes misschien, of biechtmoeders als hij om drie uur 's nachts en na vier glazen J&B – zijn favoriete whiskymerk, want ook zijn initialen! – nog eens moest uitleggen hoe het leven nu werkelijk in elkaar zat.
Maar zijn hart, dat had hij aan Miche gegeven. En zijn geld ook. Hij hield ook van haar, maar mijns inziens nog meer van de vrouwen die hij zelf verzonnen en bezongen had: Marieke, Mathilde en Madeleine.
Jacques en Miche hadden elkaar bij de padvinders leren kennen. Hij was helemaal tureluurs van haar, zij vond hem lelijk maar sympathiek. Ze vond ook wel dat hij talent had en daarom steunde ze hem tot hij aan de top geraakt was. Toen hij daar aangekomen was, zei ze iets in de trant van: “Van hieraf moet je gaan, Jacques.”
Dan mocht Jacques Brel in Parijs zijn wie hij wilde, maar wanneer hij in Brussel was, moest hij haar man en vooral de vader van ondertussen drie dochters zijn.
Dochter France was aanvankelijk enthousiast. "Vader zou zich krom lachen als hij wist dat twee Vlamingen een film over hem wilden maken." We zeiden er wel bij dat we eigenlijk Brusselaars waren. En écht van Brels muziek hielden.
Ik had ooit een afspraak met Miche Brel. Ze zou mij en filmmaker Dominique Deruddere op de koffie ontvangen in het appartement dat ze betrok, boven het aan haar man gewijde museumpje aan het Oud Korenhuis. Dominique wilde een film over leven en werk van Brel maken en wij zouden die samen schrijven. Dochter France was aanvankelijk enthousiast. “Vader zou zich krom lachen als hij wist dat twee Vlamingen een film over hem wilden maken.” We zeiden er wel bij dat we eigenlijk Brusselaars waren. En écht van Brels muziek hielden. Het door de familie goedgekeurde Brel-boek van Olivier Todd zou onze leidraad zijn. Al wilden we ook eigen accenten aanbrengen. “Dat klinkt goed,” was het antwoord.
Maar de eindbeslissing zou toch bij Miche liggen en eer we die mochten ontmoeten, was er toch nog wat wijze raad nodig: “Pour maman il faut quand-même un mode d'emploi.” Ze bleek buitengewoon gevoelig te zijn voor alles wat over haar man werd gezegd, geschreven of getoond. Met name wanneer biografen en journalisten in haar en Jacques' privéleven gingen graven, stak ze bijna automatisch haar stekels op. Brel de artiest was van iedereen, dat kon ze accepteren, maar Brel privé was van hem en van haar.
Dominique en ik moesten dus braaf ons huiswerk maken en op een A4'tje of tien uitleggen wat voor een film die film dan wel zou worden. Dat bundeltje bezorgden we aan haar. En een week of zes later kregen we van een Parijse topadvocaat op duur papier te horen dat we die film dringend mochten vergeten. Zonder uitleg.
Miche en Jacques zijn dood. Maar padvindersliefde, die sterft nooit.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.