Wat een verdomd heerlijke stad is dit toch! Zeg ik bijna luidop tegen de bomen in het Woluwepark. De lente is begonnen. Het is vooravond. Ik heb er net in het geweldige etablissement Brasserie Les Etangs Mellaerts een fijn interview met Jan Hautekiet op zitten.

Jan is een van de mede-oprichters van Studio Brussel, nu bijna dertig jaar geleden. Zonnig temperament, een en al goesting, rusteloos en gulzig.
Het is besmettelijk, zijn vitalisme. Het doet vandaag zowaar even de donker krassende stem van Louis Paul Boon verstommen. Die reist, zoals u weet, voor de duur van deze column mee in mijn rugzak. Meer bepaald zijn Brussel een oerwoud, de 'reportage' die hij in 1946 schreef voor De roode vaan. Ik blader door naar het hoofdstukje 'Avenue de Tervueren', ik vertoef vandaag toch toevallig in die buurt. Boon treft de avenue aan 'in den achternoen', 'vol kleur van boomen en banken en trams en vreemden die de Cinquantenaire komen bewonderen'.

'En in de wachtende auto's stappen de meneeren de la Haye-Smal en de Renankoerts om zich naar den beheerraad te begeven van de N.V. Salle-de-Vente's of Bouwterrein Cité-Moderne, of iets met een liefdadig doel waar allegelijk veel geld aan verdiend wordt. En in de avond-uren nemen ze een taxi die hen naar hun club voert op de Regentlaan, waar niemand binnenkan die niet tot hun dievenbende behoort - o Brussel, modern oerwoud - (...)'.

Boons gedram
Maar vandaag vloekt de inhoud met wat ik zie en voel in mijn stad. Ook hier in deze rijke, groene rand voel ik de trots om 'van' deze stad te mogen zijn. Ook hier, zo verschillend van het meer rafelige Brussel in Molenbeek of Kuregem. Ik laat Boons gedram even voor wat het is. Het Woluwepark is een van de vele geweldige longen die onze stad rijk is. Aan het Trammuseum kom je via een hoog gelegen voetgangersbrug op een fantastische, smalle strook park. Vanavond lopen er tientallen joggers van alle leeftijden de lente in.

Ik begin te stappen, ik loop op de plek waar -zo leer ik pas op het eindpunt- in de jaren dertig van de 19de eeuw een van de eerste spoorlijnen lag: Brussel-Tervuren. Ik stap, zonder kaart, niet wetend waar dit pad naartoe leidt. Het blijkt uiteindelijk metrostation Stokkel te zijn, station dat ik tot dan toe enkel van naam kende.

Ik stap in de metro en ik laat Boon nog even verder drammen. Het is inmiddels avond in zijn oerwoud en meneer de la Haye-Smal geeft een receptie in zijn huis aan de avenue de Tervueren. Geven daar ook present: 'schoolmeesters zonder plaats, of journalistjes of schrijvertjes, huppelen er rond met een hoogen blos over hun anders bleek gelaat, en ze zijn bereid een moord te begaan als ze daardoor een hooger postje zouden kunnen bekleeden.'
Zagevent, denk ik, Boon een weinig ontrouw.

Pis, ajuinen en suikerwafels
Het is intussen 19 uur als ik uit de metro stap, de pijpgang in die naar het Centraal Station leidt. Het ruikt er altijd naar pis. En ajuinen. En suikerwafels. Plots ontstaat er aan weerszijden van de tunnel een samenscholing. Enkele tientallen daklozen -vanwaar ze ineens komen, het is mij en alle andere pendelaars ontgaan- troepen plots samen rond enkele mannen die open bakken met brood aanslepen. Op de rug van die mannen staat: vzw De Samaritanen. Als vissen op een stuk aas, zo komen de daklozen op het brood af.

Plots wintert het weer in de lente. Die opvangcrisis -u weet nog wel: waar is Maggie?- duurt gewoon voort. Op de trein naar huis, Jette, lees ik in de krant dat meneer de la Haye-Smal dit jaar 2,7 miljoen euro heeft verdiend. Of nee, ik vergis mij, het is Didier Bellens.

Ik haal Boon terug uit mijn rugzak. En lees dan maar wat verder in het hoofdstukje 'Het leger des heils, zonder heil'. 'Ge weet niet waar men het geld haalt in de hoogste kringen van het oerwoud en ge weet niet waar men het geld haalt in de laagste kringen van het oerwoud. Hun paspoort en hun belastingformulier is een leugen. Daartusschen loopt het werkvolk met zijn koffiekannetje en zijn schuldbrieven heen en weer.'

Filip Rogiers

Filip Rogiers is journalist (voor De Standaard) en schrijver. Eind vorig jaar debuteerde hij met de verhalenbundel Nauwelijks Lichaam. Voor brusselnieuws.be schrijft hij een tweewekelijkse column.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column , Filip Rogiers

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni