Met Luchtschepen schreef Amélie Nothomb voor het eerst een roman die zich in haar geboortestad afspeelt. En Brussel komt er goed uit ook.
Amélie Nothomb toont met ‘Luchtschepen’ literaire liefde voor Brussel
In 1992 debuteerde de Franstalige Belgische schrijfster Amélie Nothomb met een roman waarin een jonge journaliste in de clinch gaat met een degoutante Nobelprijswinnaar literatuur, die ook een moordenaar blijkt te zijn. De afgelopen dertig jaar volgden op Hygiëne van de moordenaar al meer dan dertig even buitenissige, ironische als surrealistische romans. Al is de laatste in de rij, Luchtschepen, volgens Nothombs eigen telling al nummer 97. De veelschrijfster zegt immers al heel lang niet per se te schrijven om te publiceren, waardoor twee op de drie van haar manuscripten gewoon in de schuif belanden.
Ange zwerft door straten met namen die tot de verbeelding spreken, zoals Wolvengracht, Kolenmarkt en Haringstraat
Luchtschepen is de eerste roman van Nothomb die zich in Brussel afspeelt. Amélie Nothomb is nochtans bekend met Brussel, want ze werd in 1966 in Etterbeek geboren. Alleen woonde ze hier nauwelijks, omdat ze als dochter van de Belgische topdiplomaat Patrick Nothomb haar jeugd in de Verenigde Staten en een hele reeks landen in Azië doorbracht. Sinds het begin van haar schrijverscarrière woont ze dan weer in Parijs. Dat ze met Luchtschepen toch een volume toevoegt aan onze Brusselse bibliotheek, komt doordat ik-verteller en hoofdpersonage Ange Daulnoy een studente filologie aan de ULB is. Net als Nothomb zelf, toen zij vanaf haar zeventiende haar langste periode onafgebroken in Brussel verbleef. En net als Nothomb is Ange ook geen populaire student, maar een eenzaat die door een van haar medestudenten voor een volle aula voor uilskuiken wordt uitgescholden.
LEVE DE ZEPPELIN
Toch is Brussel voor Nothomb en Ange geen oord van treurnis en slechte herinneringen. De stad krijgt in de roman zelfs een mooie rol toebedeeld. Wie er nog woont, is de dyslectische middelbare scholier Pie Roussaire. Hij is een Zwitser die met zijn rijke ouders een tijd op de Kaaimaneilanden heeft gewoond en nu in Brussel bijlessen Frans en literatuur krijgt van Ange. Ook Pie is niet bepaald sociaal vaardig. Hij wordt door zijn ouders constant op de vingers gekeken, en komt arrogant en wrokkig uit de hoek. Hij is schrander, maar heeft weinig interesses, behalve voor wapens. De oplossing die Ange aanreikt, is dezelfde als degene die Nothomb voor zichzelf zag toen ze zich als studente helemaal alleen waande op de wereld: literatuur. Zo wordt de roman ook een beetje het verslag van een leesclub met twee hyperintelligente leden, die een stuk van Nothombs leeslijst afwerken: Homerus, Stendhal, Kafka…
Net als Nothomb is Pie in zijn jeugd al op veel plekken geweest, maar nergens thuis, waardoor hij Brussel niet kent. Ange, die op eenzame dagen zwerft door de straten met namen die tot haar verbeelding spreken, zoals Wolvengracht, Kolenmarkt en Haringstraat, bezweert hem dat Brussel “een mooie stad” is, al “zie je dat alleen bij heel mooi weer.” Wanneer ze hem voorstelt om de stad te verkennen, gaat het eerste tripje naar het Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis. Omdat Pie gek is van zeppelins – de luchtschepen die ooit werden ingezet als oorlogswapen, maar die daarnaast natuurlijk een reusachtig en sprookjesachtig symbool van vrijheid zijn – en in de Luchtvaarthal van het Legermuseum inderdaad nog twee gondels staan van de grote Zeppelin L30 van het Duitse leger. Daarna gaan ze ook met de tram naar de Zuidkermis, waar het ruikt “naar frituur en slechte adem”, en Ange de jongen mee naar de botsauto's, de schiettent en het spookhuis sleept: “Hij keek verschrikt als een marsmannetje dat de boel niet vertrouwt. 'Laat je gaan, Pie! We zijn op de kermis.'” Waarop Pie moet kotsen, tot tevredenheid van Ange: “Wie niet kotst op de kermis, heeft zich niet goed vermaakt.”
Brussel mag van Nothomb meteen op een voetstuk, als toegangspoort tot vrijheid en avontuur, net als de literatuur en de zeppelin
Brussel mag van Nothomb dus meteen op een voetstuk, als toegangspoort tot vrijheid en avontuur, net als de literatuur en de zeppelin. Al blijft het geen mooi weer, en is er ook sprake van een autodestructieve dynamiek en zelfontbranding wanneer het boek een fataal einde kent, waar de bezitterige ouders van Pie het voorspelbare slachtoffer van zijn. Overigens verscheen Luchtschepen luttele maanden nadat Nothombs vader op 17 maart vorig jaar aan een hartaanval overleed, waarna de lockdown haar verhinderde om naar België komen om “moeder en zuster te omhelzen en op het graf van mijn vader te gaan liggen en alle tranen uit mijn lijf te wenen.”
AMÉLIE NOTHOMB: LUCHTSCHEPEN
Xander Uitgevers, www.xanderuitgevers.nl
Lees meer over: Expo , Amélie Nothomb , Luchtschepen