Reportage

Brussel is magneet voor jonge kunstenaars, maar de wind draait

Kris Hendrickx
© BRUZZ
07/10/2021

| De Catalaanse Laura Basterra Sanz heeft net als tientallen kunstenaars een atelier in See U, in de Toussaintkazerne in Elsene

Een betaalbare woning en atelier? Check. Een stad die overal kunst ademt, van spontaan tot internationaal gerenommeerd? Jawel. Een plek die zo multicultureel is dat ze blijft inspireren? Nog eens check. Brussel groeide de voorbije decennia uit tot een internationale magneet voor jonge kunstenaars en dat is geen toeval. Toch staat die positie vandaag onder druk. “Op onze wachtlijst voor een atelier staan 178 namen.”

Op deze doeken heb ik cyanotypie toegepast, een speciaal fotografisch proces. En dat bed van piepschuim daar? Dat is een hel om stoute curatoren in te verbranden. Er hoort ook een rook- en lichtinstallatie bij, maar die is nu niet aangesloten. Het is werk van een van de drie andere kunstenaars met wie ik dit atelier deel.”

We bevinden ons op de vijfde verdieping van de voormalige Actiris-hoofdzetel aan de Anspachlaan. Liefst tachtig kunstenaars van het collectief Level 5 hebben hier een tijdelijk atelier, in afwachting van de transformatie van het gebouw, waarin onder meer de Italiaanse delicatessensupermarkt Eataly een plek krijgt. Samen betalen ze hier maandelijks 7.000 euro huur. Een bom geld, maar peanuts met zijn tachtig.

Aan het woord is Dries Segers (31), die vanuit zijn gedeelde atelier een magnifiek uitzicht heeft over de stad en het Beursplein. Dries heeft een diploma van LUCA school of arts in Brussel, de instelling waar hij ondertussen ook lesgeeft. “Ik studeerde eerst in Antwerpen, maar vond dat op den duur wat verstikkend. Het is een plek waar je elke dag vijftien mensen ontmoet die je al kent, terwijl Brussel veel verrassender is.”

1770 Artscene Brussel 9 Dries Segers

| Dries Segers in het atelier van het collectief Level 5 in het vroegere Actiris-gebouw. “Ik studeerde eerst in Antwerpen, Brussel is veel verrassender.”

Belgen als Dries vormen een minderheid in het bonte gezelschap op de vijfde verdieping, waar we ook met Nederlanders, Fransen en Duitsers spreken. We wilden u trouwens graag bij elke kunstenaar vermelden welk soort kunst ze nu maken, maar dat blijkt makkelijker gedacht dan gedaan. Zowat iedereen blijkt hier een visueel artiest, die tegelijk in verschillende registers speelt. We besparen u de details, maar ook dat typeert Brussel horen we: nog meer dan elders is kunst hier fluïde en multidisciplinair.

Kom eens eten

In de geïmproviseerde refter – opnieuw dat uitzicht – ontmoeten we de Duitse Christiane Blattmann (38). “Ik kom uit Hamburg, maar daar speelt kunst niet echt een rol en worden kunstenaars naar de marge geduwd. Ik wou niet terug naar Berlijn, waar ik al eens gewoond had. Berlijn voelt voor mij als een stad van het verleden aan. En het is natuurlijk ook een vraag van de levenskosten. Die zijn hier draaglijk.”

Als Christiane ondertussen al vijf jaar in Brussel is, heeft dat niet enkel financiële redenen. “Dit is echt een open stad. Veel metropolen hebben al een heel duidelijke eigen stempel, waar je als kunstenaar dan iets mee aan moet. Hier moet je niets. Ook de kunstenaars zijn hier trouwens opener. Als we van een nieuwe artiest horen die naar Brussel trekt, dan is de eerste reactie er vooral een van 'Leuk, die moeten we eens voor het avondeten uitnodigen'. In Berlijn was het eerder zuchten over alweer een nieuwe concurrent: 'Muss das sein?'”

1770 Artscene Brussel Maude Actiris Anspach

| Maud Gourdon trok na haar Franse opleiding naar het KASK in Gent: “Plots werden we als kunstenaars en niet als kinderen behandeld.”

In de keuken verderop lopen we de Franse Maud Gourdon (30) tegen het lijf, die haar buik vol had van het Franse hiërarchische kunstonderwijs. Na haar Franse opleiding trok ze naar het KASK in Gent. “Plots werden we als kunstenaars en niet als kinderen behandeld. Uiteindelijk ben ik naar Brussel verhuisd voor de taal en omdat je hier als kunstenaar zoveel mogelijkheden hebt. In Frankrijk is het nog vaak van 'Montre-moi tes diplômes'. Hier is een atypisch parcours eerder een troef.”

Haar Amerikaans-Nederlandse ateliergenoot Rachel Bacon legde precies zo'n parcours af. Na jaren in New York verbleef ze in België en lange tijd in Nederland. “In Den Haag had ik een heel mooi atelier in een fijn kunstenaarscollectief, maar toch wilde ik naar Brussel. Ik miste de talenmix van New York, het gevoel dat je op een knooppunt staat. Elke stap in Brussel brengt je in een andere wereld. En wat je in de stad ziet, kruipt echt in je werk.”

Ruw als troef

Wat de kunstenaars aan de Anspachlaan vertellen, is typerend voor Brussel als cultuurmagneet. De voorbije jaren is de aantrekkingskracht van de stad alleen maar gegroeid. Dat bevestigen alvast een reeks experts die we bellen. “Dat je hier met relatief weinig geld kan wonen en werken speelt zeker mee,” zegt Melat Gebeyaw Nigussie, lichtjes buiten adem van op de fiets. Nigussie is directeur van de Beursschouwburg, waar opkomend artistiek geweld kind aan huis is. “Zeker als je het vergelijkt met de levenskosten in Londen, Parijs en nu ook steeds meer Berlijn.”

Nigussie wijst ook op het unieke aantal talen en culturen dat Brussel biedt op een relatief kleine oppervlakte en die garant staan voor evenveel verschillende visies op kunst. “En wat nog meespeelt: Brussel is ruw en minder gegentrificeerd dan veel andere steden. Dat inspireert. Als kunstenaar heb je niets aan een perfecte en hypertoeristische stad.”

1770 Artscene Brussel 8 Laura Basstera See you Site

| De Catalaanse Laura Basterra Sanz heeft net als tientallen kunstenaars een atelier in See U, in de Toussaintkazerne in Elsene.

Net als andere kenners wijst Nigussie ook op de lage drempel in Brussel naar cultuurinstellingen en subsidies. Guy Gypens (ex-Rosas, ex-Kaaitheater en vandaag actief bij Kanal) bevestigt dat. “Je kan hier als buitenlander bijvoorbeeld ook gesubsidieerd worden, dat is niet in elk land even evident.” Gypens benadrukt verder de rol van enkele grotere instellingen met internationale uitstraling. “In de podiumkunsten mag je het gewicht van het Kunstenfestivaldesarts, Kaaitheater, P.A.R.T.S. & Rosas of de laatste twintig jaar ook de KVS niet onderschatten. Die organisaties hebben allemaal sterke internationale netwerken uitgebouwd.”

Ingestort Parijs, uitdovend Berlijn

Het verhaal van Christiane over het hartelijke onthaal echoot ook in andere gesprekken die we hebben. “De kunstenaarsgemeenschap is hier echt genereus,” vindt ook filmmaker Laurent Van Lancker, die lesgeeft in Brussel en Osnabrück, en als gastdocent ook andere landen aandoet. “Dat zag je bijvoorbeeld ook tijdens de covidcrisis, toen er met SOS Relief een solidariteitsfonds kwam onder kunstenaars. De een gaf, de ander kreeg.”

De aanwezigheid van zoveel – relatief – jong geweld in Brussel is dan weer een van de redenen waarom Brussel ook als stad van kunstgalerijen hoge ogen gooit, een trend die zelfs de Washington Post niet ontging. “Ook daar zie je een beweging van Berlijn naar Brussel,” zegt Hans De Wolf, professor kunstgeschiedenis aan de VUB en curator. “Berlijn is aan het uitdoven als cultuurmagneet.”

Last but not least: de Brusselse kunstopleidingen blijken vaak in trek in het buitenland. De kwaliteit speelt mee, net als de democratische inschrijvingsprijzen en de moeilijkheid om in het thuisland een studieplek te vinden. Vooral de toevloed van Franse studenten naar Franstalige scholen als La Cambre of INSAS blijkt daarbij een fenomeen, in die mate dat kunstscholen zich er het hoofd over breken hoe ze ook nog een plek kunnen bieden aan lokale studenten. “Brussel profiteert algemeen natuurlijk ook van de totale instorting van Parijs als culturele hoofdstad,” zegt Hans De Wolf. De Franse hoofdstad is niet alleen onbetaalbaar geworden, kunst is er nog erg gesegmenteerd in disciplines, merkt ook Laurent Van Lancker op.

1770 Artscene Brussel 6 Atelier Sfeerbeeld

| Ook de Amerikaans-Nederlandse Rachel Bacon werkt bij Level 5 en koos bewust voor Brussel: “In Den Haag miste ik de talenmix van New York.”

Rollercoaster van tijdelijk gebruik

De Van Volxemlaan in Vorst. In studio 4 van dansschool P.A.R.T.S. weerklinkt ''S Wonderful', in een versie van João Gilberto. Het is op die weemoedige bossanovatonen dat Ariadna uit Costa Rica, Lobke uit België en Jair uit Mexico een eigen choreografie dansen waar we even stil van worden. Als dit gewoon wat oefenen is, hoe knap moet een echte voorstelling dan zijn?

De drie maken ook wat tijd voor vragen. “In Costa Rica waren er amper mogelijkheden op cultureel vlak,” vertelt Ariadna Navarrete Valverde. “Hier vind je dans en cultuur op elke straathoek in een stad die dan nog eens erg multicultureel is. Dat compenseert het erbarmelijke weer hier. Was me dat een shock in het begin!”

De dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker is hét voorbeeld van een kunstopleiding die Brussel op de internationale kaart heeft gezet, net zoals ook haar dansgezelschap Rosas dat deed. “Dans is dan ook een erg internationale kunstdiscipline,” zegt adjunct-directeur Charlotte Vandevyver. Die deelt de analyse over de aantrekkingskracht van Brussel hierboven grotendeels. “En vergeet ook niet dat je hier een omvangrijk, nieuwsgierig, kritisch en goed opgeleid publiek hebt, ook dat is belangrijk voor een kunstenaar.”

“Het lijkt wel alsof het beleid er alles aan doet om het biotoop te vernietigen, door enkel nog grote namen en gezelschappen te steunen”

Philippine Hoegen, State of the Arts

Brussel mag dan nog steeds veel kunstenaars aantrekken, er is ook iets aan het veranderen. Rob Ritzen, die kunstenaarscollectief Level 5 aan de Anspachlaan beheert, merkt op hoe de beschikbaarheid van atelierruimte in Brussel steeds vaker een probleem wordt. “Op onze wachtlijst staan 178 namen. En straks moeten we opnieuw verhuizen naar de volgende tijdelijke locatie. Op die manier blijft dit een rollercoaster. Het is hoog tijd dat Brussel een echt beleid ontwikkelt rond atelierruimtes, zoals Amsterdam bijvoorbeeld. De VGC denkt daar nu over na, maar het is er nog niet.”

Wat de kunstenaars van Level 5 beleven, is het lot van veel cultuur­makers in Brussel: van tijdelijke werkplaats naar tijdelijke werkplaats verhuizen, altijd weer met de onzekerheid over de volgende stek. Die carrousel van verhuizingen is niet alleen vervelend, maar zadelt sommige kunstenaars ook met een dilemma op. “Vaak zit je in een pand dat nadien chic gerenoveerd wordt en bijdraagt tot gentrificatie in de buurt,” merkte Laurent Van Lancker. “Daarnaast is het ook de vraag hoelang je zo nog kan blijven naar nieuwe gebouwen trekken. Misschien droogt die stroom uiteindelijk ook op.”

Niet alleen de beschikbaarheid van atelierruimte staat vandaag onder druk. Ook het beleid dat kunstenaars hier veel kansen gaf, is aan het veranderen, merkt onder anderen Charlotte Vandevyver. “De middelen stagneren niet alleen, de overheden die subsidiëren nemen ook minder risico, ik mis daardoor de rijkdom die je tien jaar geleden wél nog had, die bottom-upbenadering.”

1770 Artscene Brussel 3 Parts

| In studio 4 van dansschool P.A.R.T.S. werken Jair uit Mexico, Ariadna uit Costa Rica en Lobke uit België een eigen choreografie uit.

Hoeveel kunstenaars kan Brussel aan?

Dat er een steeds koelere wind waait over het culturele landschap, bevestigen ze volmondig bij kunstenaarsplatform State of the Arts. “Wat Brussel zo uniek maakt, is net dat het een biotoop is waarin alles stroomt en kleine en grote spelers elkaar kunnen beïnvloeden,” zegt Philippine Hoegen. “Maar het lijkt wel alsof het beleid er alles aan doet om die biotoop te vernietigen, door enkel nog grote namen en gezelschappen te steunen.”

Op de achtergrond rijst ondertussen nog een andere vraag, vindt Guy Gypens: hoeveel kunstenaars kan Brussel eigenlijk aan? “Veel jonge artiesten aantrekken en ze wat ruimte aanbieden is niet genoeg. Als overheid moet je ook investeren in culturele structuren die die kunstenaars verder laten groeien. Kijk naar de dans­wereld: Brussel is wereldtop, maar de capaciteit om eigen dansproducties op te zetten is erg beperkt. Eigenlijk heeft enkel de Charleroi Danse-vestiging dat hier. Als je niet genoeg culturele structuren opbouwt, duw je kunstenaars richting precariaat. Nu dreigt een onevenwicht tussen instroom en bovenbouw.”

Dat de wind boven het cultuurlandschap aan het keren is, laten veel buitenlandse nieuwkomers niet aan hun hart komen. De Catalaanse Laura Basterra Sanz (42) – visueel artieste met verschillende registers, jawel – vergelijkt niet met het Brussel van vroeger, maar met Barcelona, waar al haar creatieve projecten vastliepen. Vandaag heeft ze net als tientallen kunstenaars een atelier in See U, het tijdelijke bezettingsconcept in de Toussaintkazerne in Elsene. Het Brussels Gewest stelt die ter beschikking. “Hier zijn tenminste kansen. Ik ontmoet mensen van overal en verkoop ondertussen naar het VK en Zuid-Afrika.” Een handgeschreven opschrift op de atelierdeur herinnert Laura aan de essentie van haar Brussel: 'Everything is possible'.

Noot: In de papieren versie van dit artikel sloop bij de opmaak een fout. De foto en naam van Guy Gypens verschijnen er naast een uitgelichte quote van Philippine Hoegen. In bovenstaande online versie is dat rechtgezet.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Expo , Samenleving , kunstenaarsateliers , collectief level 5 , Dries Segers , P.A.R.T.S. , Maud Gourdon , Laura Basterra Sanz , 'See U'

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni