De aankondiging van dierenpark Pairi Daiza om een mummie tentoon te stellen die striptekenaar Hergé inspireerde voor een album van Kuifje, schiet bij het Museum Kunst & Geschiedenis in Brussel in het verkeerde keelgat. "Wij zijn er al jaren van overtuigd dat onze mummie de enige echte inspiratiebron is geweest."
Brussels museum betwist echtheid van mummie uit Kuifje in Pairi Daiza
Hergé tekende de Kuifje-strip De Zeven Kristallen Bollen in 1941 voor de krant Le Soir. De mummie Rascar Capac is een van de hoofdpersonages in de strip. Begin deze week kondigde dierenpark Pairi Daiza aan dat de mummie waarop de geestelijke vader van Kuifje zich geïnspireerd heeft, deze zomer tentoongesteld wordt in het dierenpark. Maar het Museum Kunst en Geschiedenis (KMKG) in het Jubelpark betwist dat met klem.
Tentoonstelling uit 1978
"Hergé woonde vlakbij en was een frequent bezoeker van ons museum. Bovendien staan er hier nog objecten die later als inspiratiebron dienden voor andere strips, zoals Het Gebroken Oor bijvoorbeeld. Als kers op de taart zijn de juwelen die de mummie draagt, dezelfde objecten die Hergé tekent", vertelt museumconservator Serge Lemaitre aan BRUZZ.
"De mummie waarover Pairi Daiza beschikt werd in 1978 tentoongesteld in een Kuifje-expo in Bozar. Die stelde Rascar Capac voor, maar komt uit een privécollectie. Ze konden er pas in de jaren 60 de hand op leggen, lang na de datum waarop De Zeven Kristallen Bollen dus uitkwam."
Volgens Pairi Daiza zijn er echter voldoende aanwijzingen dat Hergé zich minstens ook op hun 2.200 jaar oude Peruviaanse mummie heeft gebaseerd. "Hergé staat er immers voor gekend om grondige research te doen. Wellicht haalde hij zijn inspiratie dus bij meerdere mummies. Jammer genoeg kan Hergé het zelf niet meer navertellen en bestaat er geen enkel schriftelijk bewijs over welke mummie hij precies gebruikt heeft om Rascar Capac te tekenen", aldus woordvoerder Mathieu Goedefroy.
Bevriende graaf van Hergé
De mummie die deze zomer in het Henegouwse dierenpark te zien is, zou ten tijde van de publicatie van De Zeven Kristallen Bollen in het bezit zijn geweest van de Brusselse graaf Boudouin. "En dat was een kennis van Hergé. Het zou dus kunnen dat hij zich op die manier liet inspireren", zegt de woordvoerder van Pairi Daiza.
Goedefroy wijst er ook op dat de tentoonstelling van 1978 in Bozar werd opgemaakt in samenwerking met Editions Moulinsart, de uitgeverij achter Hergé. "De insteek van die expo was om objecten voor te stellen die Hergé geïnspireerd zouden hebben voor het maken van zijn strips. De striptekenaar was op die tentoonstelling zelf aanwezig." Na afloop van de tentoonstelling werd de Peruviaanse mummie door Pairi Daiza aangekocht.
Het Museum Kunst & Geschiedenis spreekt dat niet tegen, maar meent dat de mummie die nu in Pairi Daiza staat enkel ter illustratie gebruikt werd op die expo in 1978. De echte mummie werd nooit uitgeleend aan Moulinsart. "Jammer genoeg zal er nooit sluitend bewijs zijn", besluit Goedefroy. "Het allerbelangrijkste is dat beide mummies in perfecte staat verkeren en verdienen het om bewonderd te worden. Laat de bezoekers maar beslissen wie het meest op Rascar Capac lijkt."
Lees meer over: Brussel-Stad , Expo , Rascar Capac , Pairi Daiza , Mathieu Goedefroy , Serge Lemaitre , Museum Kunst & Geschiedenis , De Zeven Kristallen Bollen , Hergé , Kuifje
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.