Smalltalk

Steven Graauwmans: 'Gedichten mogen niet te hermetisch worden'

Michaël Bellon
© BRUZZ
18/10/2023

| Steven Graauwmans

In café Muntpunt spreken we met de Schaarbeekse dichter Steven Graauwmans, over zijn nieuwe bundel 11. Maar ook over architectuur, schrijfmachines op poten, en met je teksten het podium opgaan.

Steven Graauwmans belandde in 2000 in Brussel, na zijn opleiding architectuur. Zijn carrière begon bij het internationale architectenbureau BOA (nu ARTER) dat rond de eeuwwisseling onder andere de Bottelarij en de KVS inrichtte en renoveerde. “Ik herinner mij van die eerste periode in Brussel niet alleen het plezier om door de tunnels te rijden,” lacht Graauwmans, “maar ook een bepaalde openheid die ik niet kende. Je hoefde na het studeren niet alleen te gaan wérken en het klassieke plaatje af te werken. In Brussel kon alles, je kon en kan er doen wat je wilt. En die esprit is bij mij niet meer weggegaan.”

“Toen ik twaalf was zeiden ze me bij het PMS (het huidige CLB, red.) dat ik een doener was, hoewel ik in een ASO-omgeving zat. Architectuur kwam in de buurt van wat ik zocht, maar het creatieve, tactiele aspect is toch eerder beperkt. Ik hou van het directe, het handelbare, een stoel of een tafel ontwerpen, het bevattelijke, de handeling ook, ik maak mijn handen graag vuil bij het schilderen of het tekenen. Vandaar dat ik zeker de laatste jaren ook weer meer met dat plastische bezig ben. Vorig jaar maakte ik voor de collectieve expo COLLABS/COLLAPSE de installatie Awakenings. Daarvoor heb ik het oude idee uit mijn architectuurtijd om schrijfmachines op hoge pootjes te zetten eindelijk eens uitgewerkt - een idee uit de tijd waarin ik tegelijk aan het schrijven én maquettes aan het bouwen was.”

"Er is veel geschrapt en er kan misschien nog geschrapt worden, want een publicatie is voor mij nooit een eindpunt"

Steven Graauwmans

1862 SMALLTALK Steven Graauwmans 3

Gat in de muur

Niet iedereen heeft zowel het technische vernuft dat nodig is voor architectuur, als het taalgevoel dat Graauwmans ondertussen al jaren aanwendt als schrijver van bundels als Reservisten van maandag of Wachten op de bijen. In het derde studiejaar benoemde de meester hem tot hoofdredacteur van de schoolkrant. Inmiddels is hij behalve occasioneel interieurontwerper en beeldend kunstenaar ook copywriter, speechschrijver en freelancejournalist voor onder meer Knack en Trends Style.

“Met poëzie was ik al heel mijn leven bezig. Copywriting en journalistieke interviews maken het mogelijk geld te verdienen met schrijven.” En ook in dat schrijven komt de architect in Graauwmans aan bod. Wanneer hij als copywriter de woorden op maat van zijn klanten en hun publiek afstemt, en wanneer hij zijn journalistieke verhalen structureert. Ook in zijn dichterschap? “Het construeren van een bundel heeft alleszins iets gemeen met de ontwerpfase in architectuur. En ook in het schrijven zelf zul je misschien sporen vinden. Wanneer ik iets schrijf over een gat in de muur, dan zeggen sommige mensen - vaak vrienden architecten - 'Ah, de architect is bezig.' Maar het stilistische stuk is het belangrijkste: hoe zet je de teksten in elkaar? Hoe kan je loskomen van de directe betekenissen die in copywriting en journalistiek zo van belang zijn? In poëzie kan je verdraaien, wringen en aan de taal trekken, om via wormgaten in een ander universum terecht te komen - dat is de ambitie. Tegelijk moeten gedichten voor mij ook iets vertellen. Het mag niet te hermetisch worden.”

1862 SMALLTALK Steven Graauwmans 1

| Steven Graauwmans.

Een jong meisje

De nieuwe bundel 11 is opgedeeld in twee cycli van telkens een tiental gedichten: ‘Procedures’ en ‘Scènes’. In bijna alle gedichten is de aanwezigheid van de verteller voelbaar, maar ook die van een jong meisje, dat droomt, zich verwondert, iets vraagt. De verteller observeert en becommentarieert de aanwezigheid van dat jonge leven in zijn persoonlijke ruimte, haar kwetsbaarheid die de zijne wordt, de twijfels en de vragen over de toekomst, over hun verhouding tot elkaar, hun betekenis voor elkaar. Als lezer zie je beelden van de dichter, ontcijfer je zijn woorden, stel je je vragen, en tast je geregeld in het duister. Sommige regels lopen vlot (Alle begin / is eenvoudig: ik volg jou / jij vertelt mij wat nog kan / we nemen de langste weg), andere woorden doen je met voldoening perplex staan (‘Er was vuurwerk en edelhert in tamboerijnsaus’). Zoals een dichter betaamt, offert Graauwmans de grammatica en logica die hij anders nauwkeurig gehoorzaamt hier geregeld op met het oog op anders onformuleerbare betekenissen. En natuurijk mag er ook gestruikeld en gestameld worden. Of geschrapt, aldus Graauwmans: “Het is een heel uitgepuurde bundel geworden. Op de witte kaft staat bijna niets, ook niet mijn naam. Alleen die ’11’ in diepdruk. Het duurde een tijd om tot een essentie te komen. Er is veel geschrapt en er kan misschien nog geschrapt worden, want een publicatie is voor mij nooit een eindpunt. Gedichten blijven evolueren.”

Vijfde priemgetal

Een dichter zijn gedichten laten uitleggen kan niet de bedoeling zijn, maar misschien toch deze korte handleiding: “De ‘Scènes’ en de ‘Procedures’ zijn op hetzelfde moment geschreven. Maar de ‘Procedures’ beschrijven eerder dingen die uit het leven zijn gegrepen. Wat er gebeurt in huis, op straat, in de familie. Het persoonlijke en het dagdagelijkse van mijn dochter Elisa voor wie deze bundel geschreven is, maar ook van de vaderfiguur in al zijn kwetsbaarheid. De ‘Scènes’ zijn op één of andere manier een tegenpool van de ‘Procedures’, al zijn ze er ook weer mee verweven. Ze zoeken een manier om met de kwetsbaarheid en existentiële vragen om te gaan.”

En die 11? Dat is misschien toch ook weer een beetje architectuur. “Het lijkt rationeel, een cijfer, maar ik zoek ook graag een bepaalde symboliek in getallen. 11 is een mooi en eenvoudig getal met die twee 1’tjes. De gedichten bestaan uit 11 regels. 11 is het vijfde priemgetal voor mijn vijfde bundel. En dan kan je nog een heleboel andere dingen vinden waarom 11 ‘klopt’. Altijd.”

"In Brussel kon alles, je kon en kan er doen wat je wilt. En die esprit is bij mij niet meer weggegaan"

Steven Graauwmans

1862 SMALLTALK Steven Graauwmans 3

Wie meer wil weten, moet de bundel kopen, of op zijn minst al naar de gestoffeerde presentatie ervan komen, die plaatsheeft in de Kriekelaar. Want behalve voor het plastische en het poëtische, voelt Graauwmans ook wel wat voor het dramatische en het muzikale. “Poëzievoordrachten kunnen soms saai zijn, dus wij maken er een klein theater van."

"De bevriende dichters Peter Theunyck en Roland van den Bergh zorgen voor een lezing en een close reading van een aantal gedichten. Er zullen ook anderstalige vrienden in de zaal zitten, dus voor een beter begrip, en om het wat open te trekken, is er de elektronische muziek van Thousands of Poppies - een Schaarbeeks, Franstalig koppel van wie de vrouw zingt. Ik breng een aantal nieuwe teksten die performancegewijs beter werken dan de gedichten. En er zullen ook twee van de schrijfmachine-sculpturen mee op het podium staan. De anderen staan in Bib Sophia, samen met afdrukken van een paar gedichten, en een aantal van mijn in gips gegoten debuutbundels.”

'11', Steven Graauwmans, 48 blz., 18 euro, Uitgeverij P, www.uitgeverijp.be

Boekvoorstelling met Thousands of Poppies, Peter Theunynck en Roland van den Bergh, 21/10, 20u, GC De Kriekelaar

Expo in Bib Sophia, 16/10>15/11

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni