De bouw van het museum voor moderne en hedendaagse kunst aan het kanaal zit op schema. Dat bleek tijdens een rondleiding. Kanal - Centre Pompidou wordt niet zomaar een museum. De publieke ruimte krijgt een ereplaats. Opdrachthouder Yves Goldstein hoopt in de lente van 2024 de eerste expo te kunnen openen.
Kanal na afbraakwerken klaar voor bouw museumtorentjes
Lees ook: Werken aan Kanal kunnen van start gaan
De oude Citroëngarages aan het kanaal waren vroeger al impressionant. Dat zijn ze vandaag nog altijd. Het gebouw, ontworpen door André Citroën zelf, ademt ruimte en licht, en is met de stalen dakstructuren en glazen bedaking een prachtig voorbeeld van het Brussels industrieel erfgoed, met, als kers op de taart, de iconische showroom van het automerk aan het Saincteletteplein.
Een jaar geleden kreeg de Stichting Kanal een bouwvergunning om er het museum voor moderne en hedendaagse kunst te bouwen, waarvoor beroep zal kunnen worden gedaan op de collectie van het Parijse Centre Pompidou.
Vandaag is alles in gereedheid gebracht om de drie grote volumes te bouwen midden in de voormalige ateliers die er twee verdiepen boven zullen uittorenen. De dakstructuur is er opengemaakt, werkmannen zijn volop bezig aan de 22 meter diepe funderingen.
De gebouwen zullen exporuimtes van diverse grootte en typologie huisvesten, maar ook een bibliotheek, een auditorium, de archieven van het Civa, coworkingplaatsen en de kantoren van het nieuwe museum.
Opdrachthouder Yves Goldstein (Kanal) benadrukt het belang van de publieke ruimte. “Ook wie geen ticketje koopt zal toegang krijgen tot Kanal. We trekken twee ‘straten’ door de ateliers zodat je van oost naar west kan wandelen, en van noord naar zuid.”
“We willen een open huis zijn, een museum voor iedereen”
Goldstein: “Daarnaast worden grote ruimtes vrij gelaten voor ‘het niet geprogrammeerde museum’ of voor kunstwerken die niet in geklimatiseerde ruimtes bewaard moeten worden. Maar net zo goed zal er gedanst kunnen worden, of andere kunsten beoefend, een beetje zoals in Le 104 in Parijs.”
Naast de publieke ruimte is ook het het industrieel erfgoed een speerpunt. Oudere elementen als elektriciteitscabines, of de enorme hellingbanen en enorme mezzanines worden behouden. De gevel wordt rondom gerestaureerd. Voor het superisolerend glas van de daken wordt een speciale techniek gebruikt die zoveel mogelijk transparantie geeft, en zo weinig mogelijk reflectie. “We willen een open huis zijn, een museum voor iedereen,” onderstreept Goldstein.
Kanal kiest ook resoluut voor niet-digitale signalisatie. Dus geen grote computerschermen, maar signalisatie op papier. Er wordt op de site een drukkerij geïnstalleerd, die tegelijk ook toegankelijk zal zijn voor het technisch en beroepsonderwijs. Kers op de taart, naast het restaurant met terras dat uitkijkt op het kanaal, is de rooftop bovenop de iconische hal aan het Saincteletteplein.
Goldstein hoopt de eerste expo te kunnen openen in de lente van 2024, een mooi perspectief voor artistiek directeur Kasia Redzisz die er zopas is begonnen. “Maar we zitten intussen niet stil,” zegt Goldstein. “We plannen in de tussentijd nog allerlei culturele events, maar dan op andere locaties.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws , Stedenbouw , Yves Goldstein , Citroëngarage , heraanleg Saincteletteplein , kanaal , Kanal , Kanal Centre Pompidou , Sainctelette